![]() |
||
muziek home | ||
Virtually | ||
![]() |
VIRTUALLY Set One 1. Facelift 2. Virtually 3. Slightly all the Time 4. Fletcher's Blemish Set Two 5. Neo-Caliban Grides 6. Out Bloody Rageous 7. Eamonn Andrews 8. All White 9. Kings and Queens 10 .Teeth 11. Pigling Bland Recorded: March, 23rd 1971 at the Gondel Filmkunstheatre, for Radio Bremen, Bremen, Germany. Released: 1998 Elton Dean: alto sax, saxello, electric piano Mike Ratledge: electric piano, organ Hugh Hopper: bass Robert Wyatt: drums |
Het concert voor Radio
Bremen vindt ongeveer een maand na het concert in Henie Onstad
plaats. Wat er op het menu staat is niet veel gewijzigd, maar wel
de manier van spelen. De relaxte sfeer in Noorwegen zorgde ervoor
dat het viertal in Soft Machine nog vrijer durfde te spelen en nog
meer de structuur durfde los te laten. Wyatt had een tweede
basdrum aangeschaft om zo wat meer tegenwicht te kunnen bieden aan
het muzikale geweld van basgitaar en orgel. Hij speelt
fantastisch, maar de spanningen in de band waren door Wyatt’s
gedrag, hij was erg vaak erg dronken, behoorlijk opgelopen. De
andere leden konden niet meer op hem vertrouwen. Zo’n drie maanden
na dit concert werd hij uit de groep gezet. Robert Wyatt op de voorzijde van het cd-boekje zien met dubbele basdrums bracht een herinnering bij mij naar boven. Ik weet niet welk concert ik op de Duitse televisie heb gezien met Robert op die dubbele basdrums, dat moet ergens begin 1971 geweest zijn. Maar wat ik die nacht zag, was indrukwekkend. Wyatt’s spel was enorm gegroeid, vloeiend, vrij en tegelijkertijd gestructureerd en in zijn eigen stijl. Dat alles is ook te horen in het concert dat nu op ‘Virtually’ staat. Soft Machine speelt net als in Noorwegen twee lange sets. De eerste set begint met een korte ‘Facelift’, waarin de piano, gespeeld door Dean, een belangrijkere rol heeft gekregen. ‘Virtually’ klinkt anders, minder ‘slepend’. Hopper speelt zelfs een wat andere baspartij en geeft een mooie, sterke bassolo. ‘Slightly all the Time’ begint met Saxello van Dean en Fender Rhodes-piano van Ratledge. Hierdoor is de sound zachter dan eerder. ‘Fletcher’s Blemish’ wordt bijna een basdrum-experiment op zich, met veel random geluiden en stemmen (!) van Wyatt. die stemmen mochten dus nog even. De tweede set begint met ‘Neo Caliban Grides’. Het accent ligt op Dean's sax, totdat Wyatt en Hopper invallen. Wyatt speelt een vurige partij hier. Geweldig! ‘Out-Bloody Rageous’ wordt sneller gespeeld dan we kennen, het werk was natuurlijk inmiddels uitgegroeid tot een standaardstuk. ‘Eamonn Andrews’ is voorzien van stemmen (Wyatt), echo’s en de Fender Rhodes waardoor het behoorlijk anders klinkt. ‘All White’ wordt strak uitgevoerd met een sterke solo van Dean. Het tempo gaat omlaag voor een intense versie van ‘Kings and Queens’. Het stuk klinkt daardoor bijna als een filmsoundtrack. ‘Teeth’ start wat verwarrend, fuzzbas en drums beginnen zoekend, maar na een tijdje vallen de losse elementen op hun plek en horen we het thema van ‘Teeth’. ‘Pigling Bland’ is net als ‘Kings and Queens’ intens, gespannen, traag. “Virtually’ laat ons een Soft Machine horen die zich opnieuw aan het ontwikkelen is richting een andere klank en vrijere aanpak. Het is een band ook waar de spanningen hoog zijn opgelopen. Dat is wellicht ook wat we horen in dit concert. Wyatt speelt hier fenomenaal en alleen daarom al is dit een essentieel album in de rij. In diezelfde rij of tijdlijn is dit ook het laatste album waarop Wyatt speelt. Wat een afscheid! |
Paul Lemmens © 2014/2023 |