muziek    home
Spaced


SPACED

1. Spaced One
2. Spaced Two
3. Spaced Three
4. Spaced Four
5. Spaced Five
6. Spaced Six
7. Spaced Seven

Recorded: 1969. London

Released: 1996

Hugh Hopper: bass, tapeloops
Mike Ratledge: electric piano, organ, tapeloops
Robert Wyatt: drums, tapeloops
with
Brian Hopper: saxophones

Een terugkerend patroon in Soft Machine’s muziek is het gebruik van tapeloops en/of repetitieve patronen. Tapeloops werden in de jaren vijftig en zestig regelmatig gebruikt door componisten van met name elektronische muziek. Geluiden werden opgenomen op tape, de tape werd vervolgens gesplitst en als een lus/loop aan elkaar geplakt. Hoelang de lus was, was aan de maker, dat kon kort zijn, maar ook meterslang. In een wat extremer voorbeeld  werden tapes gebruikt die van de ene muur van de studio naar de andere liepen en onderweg werden geleid langs bijvoorbeeld flessen. Dat was nodig om ervoor te zorgen dat de tape onderweg niet ‘ontspoorde’. Een korte tape betekent natuurlijk dat de geluiden/klanken sneller herhaald worden, bij lange tapes werkt dat principe bijna vertragend en komt minder snel een herhaling van een muziekpatroon voor.
Een van de pioniers op dit gebied was de Amerikaan Terry Riley. Hij gebruikte talloze tapeloops om zijn muziek te maken. Door de orenschijnlijk weinig veranderende klanken werd deze muziek al snel ‘minimal’ genoemd. Als je niet met open oren luisterde leek er weinig tot niets te gebeuren. Riley was een tijd in Parijs waar Daevid Allen hem ontmoette. Allen was onder de indruk en werkte de tijd dat Riley in Parijs was met hem samen. Zijn oude makkers van Soft Machine kwamen tijdens concerten in Europa vaak langs bij Allen's woonboot en maakten daarbij ook kennis met Riley en experimenteerden er samen op los. Zo werd deze manier van muziek maken geïntroduceerd in de muziek van Soft Machine en in Allen’s eigen band Gong.
Terug in Londen vroeg ene Peter Dockley of Soft Machine niet een “backing tape” kon maken voor zijn multimedia happening 'Spaced'. Die happening zou plaatsvinden in het Roundhouse. Ratledge, Hopper en Wyatt gingen aan de slag, Hugh's broer Brian kwam zelfs even langs en speelde wat saxofoonpartijen in. Bob Woolford (anno nu bekend van Middle Earth Masters) hielp een handje mee met zijn tape-recorders. Er werd flink wat ruimte gemaakt in Woodford’s appartement in Londen. Tapes liepen rond melkflessen en langs de trap en ondertussen hield men een oog op de kat die de constructies had kunnen omgooien.

Dockley’s project bleek helaas niet zo succesvol; het publiek verwachtte de echte Soft Machine en critici omschreven de geleverde tapes als "clanking noises". Dockley gebruikte slechts een klein deel van de opgenomen muziek. Een deel van de voorstelling was op de televisie te zien, maar tot ieders verrassing niet met de tapes gemaakt door Soft Machine, maar met een stuk muziek van Pink Floyd!

'Spaced' bevat niet al het gemaakte werk, sommige delen of tapes zijn verloren gegaan en - eerlijk gezegd - waren enkele tapes achteraf gezien best saai. Op de cd staan zeven stukken. ‘Spaced One’ is een track met hele zachte klanken, je hoort de bas en soms orgel, maar er zijn ook veel andere geluiden te horen. ‘Spaced Two’ klinkt bekend in de oren, dit thema werd eerder gebruikt. Een leuke test voor de kenners van de band. ‘Spaced Three’ is een tape die achterstevoren wordt afgespeeld en een onaardse sfeer creëert. De zeer lange ‘Spaced Four’ klinkt echt Soft Machine-achtig door de lange orgelsolo van Ratledge. ‘Spaced Five’ is een soort ‘late night jazz’, inclusief prachtige saxofoonpartij. ‘Spaced Six’ had een Frank Zappa-compositie kunnen zijn, met allerlei percussie en elektronische geluiden. ‘Space Seven’ is typisch Soft Machine, albumafsluitend, zacht en vloeiend.

“Spaced’ is een bijzonder album, niet echt een 'normaal' Soft Machine-album, maar wel een essentieel album als je in de muziek en herkomst van Soft Machine's muziek wil duiken.
     
    Paul Lemmens © 2014/2023