![]() |
||
muziek home | ||
Alive & Well - Recorded in Paris | ||
![]() |
ALIVE
& WELL - RECORDED IN PARIS 1. White Kite 2. Eos 3. Odds Bullets and Blades - Part 1 4. Odds Bullets and Blades - Part 2 5. Song of the Sunbird 6. Puffin 7. Huffin 8. Number Three 9. The Nodder 10. Surrounding Silence 11. Soft Space 2010 cd remaster: DISC ONE - original album 1. White Kite 2. Eos 3. Odds Bullets and Blades - Part 1 4. Odds Bullets and Blades - Part 2 5. Song of the Sunbird 6. Puffin 7. Huffin 8. Number Three 9. The Nodder 10. Surrounding Silence 11. Soft Space DISC TWO - unreleased and bonus tracks 1. K's Riff 2. The Nodder 3. Two Down 4. The Spraunce 5. Song of Aeolus 6. Sideburn 7. The Tale of Taliesin 8. Organic Matter/One over the Eight and extra special bonus the: 1978 single: 9. Soft Space - part one (edited version) 10. Soft Space - part two (disco version) Recorded: 6–9 July, 1977 at Théâtre Le Palace, Paris, France, except 11 (original album and disc 1 & 9, 10 disc 2, which are studio recordings; recorded 1977 at Advision Studios, London, where other parts of the live album were remixed also. Released: april, 1978 John Marshall: drums, percussion Karl Jenkins: keyboards, piano John Etheridge: guitars Rick Sanders: violin Steve Cook: bass with: Mike Ratledge: synthesizer and programming on 11 (disc 1) and 9-10 (disc 2) |
‘Alive & Well’ was in 1978 het laatste officiële
album van Soft Machine. Ondanks de optimistische titel van het
album, ging het in die periode helemaal niet goed. Er was weinig
geld en Soft Machine’s muziek leek in die periode waar Punk heerste
uit een andere tijd te komen. De fans van het eerste uur hadden de
band al tijden geleden verlaten, Soft Machine had mooie jaren
gekend, maar de laatste tijd verdwenen die ook weer en kwamen er te
weinig nieuwe fans bij. Soft Machine was in de historie veranderd
van een groep in de voorhoede van muzikale ontwikkelingen tot een
band in de marge ervan. Was een wat vrijere jazzrock band veranderd
in een groep met een thematische, soms bijna klassieke, filmische
aanpak. Men had het niet makkelijk, maar probeerde door - weer -
moedig voorwaarts te gaan. Lastig is als je een band vanaf het begin
volgt je merkt dat het allemaal anders en helaas meestal niet beter
wordt. Ik was al wat teleurgesteld in 'Softs' en werd in 1978 niet
heel enthousiast van 'Alive and Well'. Toch, als ik nu weer hoor
vind ik de muziek op dit album best levendig. Soms moet je gewoon
afstand nemen. Traditiegetrouw waren er nieuwe leden in de line-up. Roy Babbington was vertrokken om elders het hoogst noodzakelijk geld te verdienen, hij werd vervangen door Steve Cook (Gilgamesh, Seventh Wave). Alan Wakeman (zie 'Softs'), die gezegd had niet te willen blijven, werd vervangen door violist Rick Sanders. De viool was niet nieuw in Soft Machine, oud-gitarist Allan Holdsworth had dat instrument live ook gespeeld. Het instrument was echter nog nooit op een album te horen geweest. De meeste nummers op ‘Alive & Well’ zijn geschreven door Karl Jenkins. Componeren was nu zijn hoofddoel, daarom ook liet hij het solowerk over aan Etheridge en Sanders. Het originele album begint met 'White Kite', een minimalistische track die opbouwt richting een gitaarsolo in 'Eos'. De gitaar klinkt niet lang, want de muziek switcht naar een nogal funky 'Odds, Bullets and Blades - part 1'. 'Part 2' is meer van de jazz-rock en bevat een flitsende gitaarsolo. Tijd voor de inmiddels bekende rust en romantiek in deze band: 'Song of the Sunbird'. 'Puffin' is een werk met een zware rockgitaar, terwijl 'Huffin' klinkt als 'Odds Part 2' met daarin een aantal mooie, zelfs wilde vioolpassages. 'Number Three' (tellen is altijd een goede eigenschap geweest in deze band) is een akoestische gitaarsolo in diverse stijlen. De 'Nodder' klinkt vertrouwd, het is Soft Machine's meest complete track en zlefs voldoende ruimte voor solo's. In In 'Surrounding Silence’ geeft Sander een vioolsolo, hij doet dat met een oosterse touch. Maar dan gaat het goed mis in 'Soft Space'. Dit is Giorgio Moroder die bezig is met een nieuwe Donna Summer-hit. Toen ik dit in '78 hoorde was ik helemaal klaar met dee versie van Soft machine, wat een afknapper. Platenmaatschappij Harvest rook hier een hitkans en bracht het nummertje zelfs op single uit. Anno nu kan ik erom lachen, maar het had en heeft niets te maken met Soft Machine. Nog erger, dacht ik in '78, was het feit dat voormalig Soft Machine-toetsenist Mike Ratledge hielp bij het programmeren van de synths op dit platte nummertje. In 2010 bracht Esoteric Records ‘Alive & Well’ opnieuw uit op cd, en voegde een bonusschijf toe met nieuwe tracks. De extra cd gaat van start met 'K's Riff', een zwaar klinkend nummer met viooltoevoegingen en een fijne gitaarsolo. John Etheridge is hier op zijn best. De 'Nodder' is een andere versie, een andere dag, van het nummer op cd 1. 'Two Down', de bekende "hunter en the hunted" gitaar versus drums. Dat hebben we vaker gehoord. 'Spraunce' heeft een 'Brand X' (de jazz-rockband) gevoel. Dat is niet zo vreemd aangezien Brand X-bassist Percy Jones af en toe inviel voor John Cook. De track werd geschreven door Steve Cook en Peter Lemer. Ric Sanders geeft in dit werk een geweldige vioolsolo. 'Song of Aeolus' kennen we van 'Softs' en heeft hier een levendige gitaarsolo. 'Sideburn' is de omnipresente drumsolo, maar dan wel een manier waarop alleen Marshall dat zou kunnen. Geweldig en bedankt! 'Tale of Taliesin' en 'Organic Matter/One over the Eight' zijn beide te vinden op 'Softs'. Live uitgevoerd is de ‘Tale’ een furieuze track met heftige gitaarsolo. Verrassend genoeg biedt de bonusdisc een mooie toevoeging voor het album dat we al kende. John Etherdige blijkt - achteraf - de sterkste speler op beide cd’s te zijn. Net als bij cd één eindigt nummer twee met de Donna Summer-discodans, 'Soft Space'. Het is een bonus-bonus in de zin van dat dit de single-versie is, voor - en achterkant. Met 'Alive and Well' gaf Soft Machine tegen de stroom in aan dat het wel goed leek te gaan. Maar achter de coulissen gebeurde er van alles. voor mij was duidelijk dat deze versie van Soft Machine op een doodlopend spoor zat, dat was niet bepaald nog een interessante band om te volgen. Het werd me gemakkelijk gemaakt, er was ook niets meer te volgen, dit was het laatste album van Soft Machine. Tenminste, dat dacht iedereen tot drie jaar later (!) plotseling een nieuw album in de platenbak stond. Er stond Soft Machine op de hoes, maar was dat ook wel echt Soft Machine? |
Paul Lemmens © 2010/2014/2023 |