Diversen:
Un
Tour de France Un voyage musical en treize étapes
In 1903 was de 26-jarige Géo Lefèvre de organisator van de
eerste Tour de France, een fietswedstrijd door Frankrijk met
als einddoel Parijs.
De Tour roept een sfeer op van heroïek, dramatiek, volharding,
souplesse, toppen en dalen, afzien en vreugde.
De sfeer van de Tour vinden we ook terug in menig chanson,
hier uitgevoerd door overwegend Franse musici… of toch niet?
Lees het verhaal van een associatieve, muzikale Tour de
France: dertien etappes, dwars door genres en tijden heen.
We beginnen de fietstour vroeg in Parijs. Vijf uur, tijd om
wakker te worden: "La Tour Eiffel a froid aux pieds. L'Arc de
Triomphe est ranimé et l'Obélisque est bien dressé. Entre la
nuit et la journée. Il est cinq heures. Paris s'éveille. Paris
s'éveille..." In 1968 zong Jacques Dutronc (1943- /zanger,
componist, acteur) het lied naar de eeuwige roem.
Na een diner met Disques Vogue-directeur Jacques Wolfsohn en
Jacques Lanzmann (schrijver, journalist) kreeg Wolfsohn het idee
voor een nieuw lied over Parijs. Hij was daarbij geïnspireerd
door een lied in 1802 (!) van Marc-Antoine Désaugers: ‘Tableau
de Paris à cinq heures du matin.” Jacques en Jacques gingen
thuis bij Lanzmann aan de slag. Anne Ségalen, toenmalig vrouw
van Lanzmann, stak ook een handje uit en na een nacht werken was
het lied klaar. Tekstueel werd de middag door de vroege ochtend
vervangen, maar in beide chansons wordt een sfeerbeeld van
Parijs neergezet. Dutronc nam het nummer op, maar zowel hij als
Lanzmann waren niet heel tevreden met de uitvoering, er moest
nog iets bij/in, maar wat? Dutronc stelde voor in gitaarpartij
in Django Reinhardt-stijl. Toevallig echter was dwarsfluitspeler
Roger Bourdin in het pand aanwezig. Men vroeg hem eens wat toe
te voegen. Met zijn dwarrelende dwarsfluitbijdrage was 'Il est
cinq heures, Paris s'éveille' plotseling af.
In de geest van de tijd werd het nummer met drie anderen,
‘L’augmentation’, ‘Comment elles dorment’ en ‘Fis pas ci, fais
pas ça’ op een EP-tje gezet. De uitgebreide single werd begin
maart 1968 uitgebracht. Op 23 maart stond het lied op nummer één
in de Franse hitlijst. Ook in België (2e) en Nederland (4e) deed
de song het uitstekend.
Dutronc had echter niet gerekend om een andere tijdgeest, het
studentenprotest dat in mei 1968 plaatsvond. Het lied werd
omarmd door de revolutionairen vanwege de tekst: “Paris
s’éveille”, “Parijs ontwaakt”. De analogie van ‘de
Internationale’ (1892), het strijdlied van de arbeiders en
gecomponeerd dor Pierre de Geyter, lag immers voor de hand:
‘Ontwaakt, verworpenen der aarde!”. Sinds 1944 was het leid het
volkslied van de Sovjet-Unie. Door de vergelijking zat de schrik
er dus goed in, reden om het lied niet meer op de meeste
radiozenders te laten horen.
in 1991 was de revolutie allang weer vergeten en werd 'Il est
cinq heures, Paris s'éveille' door een enquête door Nouvel
Observateur onder Franse muziekcritici gekozen tot beste
Franstalige single ooit. Op de tweede plek eindigde ‘Ne me
quitte pas’ van Jacques Brel. Anno 2023 is Dutronc’s lied gezakt
naar een 8e plek en staat ‘Les Lacs du Connemara’ (1982) van
Michel Sardou op de 1e plek. Overigens op de hielen gezeten door
'Tous les garçons et les filles' (1964) van Dutronc’s
liefde/vrouw Françoise Hardy. Ze kregen één kind: Thomas Dutronc
(zanger, jazzgitarist).
In Nederland werd 'Il est cinq heures, Paris s'éveille'
uitgevoerd door Rob de Nijs: ‘Parijs Ontwaakt’, op een tekst van
Jan Rot en opgenomen voor de Nijs’ album: ‘Chansons’ (2008).
De tour gaat natuurlijk op de fiets. Bourvil, een pseudoniem van
André Raimbourg (1917-1970/zanger, acteur, komiek), schreef daar
in 1947 een liedje over, genaamd ‘A Bicyclette’: “Est-c'que vous
êt's coureur! Non j'ne suis pas coureur. Ah! c'que vous êt's
menteur! Moi je suis balayeur. Avez-vous fait le tour? Non, mais
j'ai des tours, des détours des contours. Et même d'autres
tours... Des tours de quoi qu'em' dit. Des tours d'vélo, pardi!
Vous êtes un blagueur. Ah! c'que vous êt's coureur!” In de
chanson wordt veel met woorden gespeeld en woordgrappen gemaakt.
Bourvil was niet voor niets komiek. Hij schreef ‘A Bicyclette’
in 1947, maar het was ‘slechts’ een b-kantje van de single ‘Ma
Place'. Ondanks het feit dat hij meer dan driehonderd liedjes
schreef wordt de man veel meer herinnerd door zijn acteurschap.
Hij speelde in talloze films, meestal met komische inslag, maar
hij kon ook heel goed andere rollen spelen. Het meest bekend is
hij met de samenwerking met Louis de Funès, een andere, bekende
en meestal ook komische acteur.
Een van Bourvil’s meest bekende chansons is ‘Salade de Fruits’
(1959), het lied werd zelfs 3e in de Frans-Belgische Top50.
‘A bicyclette’ heeft een wat ouderwetse titel, een ‘bicyclette’
is namelijk zo’n ouderwetse fiets met een heel groot wiel en een
kleintje achter. Fransen spreken meer over ‘un vélo’ als zij het
over fietsen hebben. Maar de song zit niet voor niets vol
woordspelingen en observaties: "Soudain qui vois-je devant moi?
Un' belle fille au frais minois a bicyclette." “Wat zie ik
opeens voor me, een mooi meisje met een fris gezicht op een
fiets…” “En arrivant à sa hauteur, J'y fais' un sourire
enchanteur
a bicyclette.” “Aangekomen op zijn hoogtepunt schenk ik hem een
betoverende glimlach. Op de fiets.” Het lied heeft duidelijk een
dubbele bodem, maar dat is typisch Bourvil.
Natuurlijk zijn er meer fietsen in de Tour. ‘La Bicyclette’ van
Yves Montand (1921-1991/zanger, acteur) is een prachtige. Yves
Montand is het pseudoniem van Ivo Livi. Vader Giovanni, lid van
de Communistische Partij, moest met zijn gezin vluchten voor het
zwarte regiem van Mussolini. De familie kwam terecht in
Marseille. Ivo Livi werd kapper in de salon van pa, maar ook als
havenarbeider en zanger. Dat laatste deed hij in een nachtclub
onder een andere naam: Yves Montand. Hij werd redelijk snel
populair en wilde graag naar Parijs, maar de oorlog stak daar
een flinke stok voor. Tegen het eind van de oorlog, 1944, kon
hij zingen in de Moulin Rouge. Hij werd gecoacht door niemand
minder dan Édith Piaf. Naast zingen ging Montand acteren. In
1968 zong hij het lied ‘La Bicyclette’. Montand was op dat
moment vooral bezig met acteren, maar vond het lied zo mooi dat
hij het alsnog opnam. Het lied is geschreven door Pierre Barouh.
Barouh, ook een vluchteling, schreef de tekst over het mooiste
meisje van Montournais, Paulette, de dochter van de postbode uit
het dorp waar hij woonde. Hij was er verliefd op, maar daar
bleef het ook bij. Eigenlijk heette het lied eerst ‘A
bicyclette’, maar, zoals we hierboven al hebben kunnen lezen,
bestond die titel al en men wilde geen verwarring of gedoe met
auteursrechten. Het lied gaat over vrienden die de dag samen met
Paulette doorbrengen. Ze fietsen over de weggetjes in de
omgeving, rollen door de velden en keerden ’s avonds doodmoe
terug naar huis. Vol van de dag en vooral vol van Paulette en
met het idee om morgen misschien zelfs even haar hand vast te
houden: "On était tous amoureux d'elle. On se sentait pousser
des ailes. A bicyclette. Sur les petits chemins de terre. On a
souvent vécu l'enfer. Pour ne pas mettre pied à terre. Devant
Paulette."
Eenmaal op de fiets moet er snelheid gemaakt worden. Dat doet
Izïa Higelin met haar lied: ‘La Vitesse’ (2022). Izïa Higelin
(1990- /zang, gitaar, piano) is de dochter van zanger Jacques
Higelin. Vader had vooral successen in de jaren ’70 in
Frankrijk. Ook moeder en haar twee halfbroers zijn artiesten. Op
haar zevende zong Izïa al samen met haar vader, maar vanaf haar
13e kreeg ze interesse in andere muziek, zoals Led Zeppelin en
Nirvana en schreef ze een eerste lied: ‘Hey Bitch’ (1997).
Duidelijk andere tijden. In 2006 maakte Izïa haar eerste album:
‘Izïa’. ‘La Vitesse’, met daarop het lied ‘La Vitesse’ is haar
vierde album, maar helaas haar minst succesvolle. Waar haar
tweede album nog in de Franse Top10 belandde, kwam ‘La Vitesse’
tot een 26e plek. Gezien haar voorkeuren is Izïa’s muziek
stevig. Soms wordt ze wel eens vergeleken met Janis Joplin. Net
als de heren hierboven trok het acteerwerk. In 2012 speelde ze
haar eerste rol in de film ‘Bad Girl’.
‘la Vitesse’, het lied is een rock/rap-song met diepe
synthesizers, gitaarflarden en een stem gemengeld door de
computer. Live komt het werk wat beter over. ‘La Vitesse’ gaat
over het feit dat haar leven alsmaar sneller gaat en ze gek
wordt, omdat ze andere dingen aan haar hoofd heeft Ze rookt en
rookt en versnelt en versnelt zodanig dat ze zelfs een
verkeersongeluk kan krijgen, “maar dat kan haar geen fuck
schelen.” Niets houdt haar tegen: "Alors, je prends de la
vitesse, prends de la vitesse. Prends de la vitesse, prends de
la vitesse. Je prends de la vitesse quand le bas me blesse. Je
prends de la vitesse, prends de la vitesse. Je prends de la
vitesse et tout s'accélère. Je prends de la vitesse, prends de
la vitesse. Et fume des cigarettes et des cigarettes. (Et) Je
prends de la vitesse... "
ja, zo moet het wel een keer misgaan. Een realiteit waarmee
wielrenners ook geconfronteerd worden.
Een Tour zonder verslag kan natuurlijk niet. Radio, tv,
artikelen en nu ook alweer dit verhaal. Allemaal woorden,
woorden, woorden. In 1972 zongen twee Italianen, Mina en Alberto
Lupo een prachtig lied: ‘Parole’. De tekst werd geschreven door
Leo Chiosso en Giancarlo Del Re, de muziek erbij is van Gianni
Ferrio. In Italië werd het een hit. In de grillige wereld van de
muziekhistorie echter is de Franse versie, gezongen door Dalida
en Alain Delon, nog bekender. Dalida (1933-1987/zang) heette
eigenlijk Iolanda Christina Gigliotti en was van Italiaanse
afkomst. In 1954 was ze Miss Egypte, in hetzelfde jaar vertrok
ze naar Frankrijk. Ze noemde zich Delila, naar een bijbelse
figuur, maar op aanraden van Eddie Barclay veranderde ze dat in
Dalida. Ze had een enorme hit met ‘Bambino’ (1957). Haar twee
meest succesvolle songs waren ‘Paroles Paroles (1972) en ‘Gigi
l’Amoroso (1974). Dalida overleed in 1987 door een overdosis
pillen.
Alain Delon (1935- /acteur) was vooral acterend actief en dan
ook nog in met name crimi’s, politiefilms. Hij maakte talloze
films. Delon had relaties met Romy Schneider, Dalida, Francine
Canovas, Mireille Darc, Anne Parillaud en Rosalie van Breemen.
Met de Nederlandse Breemen heeft Delon twee kinderen, maar ook
deze relatie liep spaak.
Meest succesvolle lied, eigenlijk een beetje een
buitencarrière-achtige onderneming is dus ‘Paroles Paroles,
Dalida’s broer, producer Bruno Gigliotti had gevraagd of hij het
nummer ook mocht opnemen. Bruno was al langere tijd bevriend met
Delon. De originele tekst is opnieuw geschreven door ene
Michaëlle. Delon vond het prima, Dalida wilde wat passages
veranderen, maar Michaëlle wilde van geen aanpassing weten.
Bijzonder is dat muziek en de partijen van Delon en Dalida
allemaal apart zijn opgenomen. De nieuwe muziek heeft iets
bossa-nova-achtigs. Delon spreekt, Dalida zingt. “Woorden,
woorden” gaat over twee mensen die compleet langs elkaar heen
communiceren. Zij klaagt over zijn leugens, het einde van de
relatie, zijn ongeloofwaardige complimenten. Hij praat gewoon
door of er niets aan de hand is. “Karamel, bonbons, chocola,
soms begrijp ik je niet. Bedankt voor de wind en de geur van je
rozen, maar je kunt ze aan iemand anders aanbieden. Woorden..
woorden… alsjeblieft al die woorden…. woorden die je in de wind
zaait…”
Het lied werd een grote hit in Frankrijk. In 1973 zong Dalida
het lied nogmaals met Friedrich Schütter: “Worte, nur Worte”. In
1983 deed ze het nog eens met Harald Juhnke. Delon deed het ook
met een ander, namelijk Céline Dion (1996). In Nederland kennen
we het in de versie van Ramses Shaffy en Liesbeth List:
‘Gebabbel’ (1974). In 1992 maakten Paul de Leeuw en Willeke
Alberti een versie, waarbij De Leeuw lekker op dreef was. Vele
andere maakten en versie op dit bij velen bekende, klassieke
drama. Niet voor niets sprak het zo aan tenslotte.
Het grootste deel van het parcours gaat over het platteland.
Daarmee kome we ‘À la campagne’. Het is een lied uit 2009 van
Bénabar (1969- /zanger, songschrijver, acteur). Ook Bénabar is
een pseudoniem en wel voor Bruno Nicolini. Als kind was hij gek
op clowns en leerde op zijn achtste wat trompet spelen. Later
werd hij fotograaf en filmregisseur. Er staan meerdere films op
zijn naam. Met een voorkeur voor piano en
fanfare/koperblaasinstrumenten maakt hij in 2001 zijn eerste
album, ‘Bénabar, genaamd. Bénabar maakt tot op de dag van
vandaag albums. Zijn liederen vallen onder de noemer chanson,
maar leunen vaak tegen de jazz aan. Bekendst is zijn lied ‘Le
Diner’ (2005). In de tekst wordt van alles aangedragen om maar
niet naar dat diner te hoeven gaan.
‘À la campagne’ is een ode aan het platteland: "Op het
platteland is altijd iets bijzonders te zien. Hazen, egels, oude
mannen op een tractor. Op het platteland zijn plekjes vol
geschiedenis. Ruïnes van kastelen, honderdjarige bomen..." Maar
ook vraagt de stadsmens aan de boer wat voor weer er morgen
komt, sta je vroeg op sluit je ’s nachts de luiken.” De chanson
is een lange observatie van hoe anders het is op het platteland,
dan in het drukke Parijs: “À la campagne on dit qu'on voudrait
rester. Quitter Paris, le bruit, le stress et la pollution. À la
campagne.” Je hoort een akoestische gitaar en een accordeon. In
de bijbehorende clip zie je een ‘echtpaar’ in een auto met open
dak door Frankrijk rijden. Het loopt niet allemaal even soepel,
maar ja, dat is het platteland. En aan het eind krijgen ze
koffie (of thee?).
De single kwam niet in een Top-lijst, maar wordt inmiddels alom
gewaardeerd en past in de lijst van mooie, historische chansons.
Om de bergen over te kunnen fietsen moet je een goede conditie
hebben. Die conditie brengt de enige niet-Franse groep je wel
bij. Vroeger was de Tour een puur Franse aangelegenheid,
tegenwoordig is het meer een internationaal dan een nationaal
evenement. Zoek je iets over de Tour de France dan kom je bijna
altijd terecht bij… Kraftwerk. De Duitse groep had met Ralf
Hütter (1946- /elektronica) en Florian Schneider
(1947-2020/elektronica). twee fanatieke fietsers in de groep.
Zo fanatiek dat in 2003 het album ‘Tour de France Soundtracks’
op de markt gebracht werd. Het was een regelrechte ode aan de
uitdagende tocht. De andere twee leden Fritz Hilpert (1956-
/elektronica) en Henning Schmitz (?/elektronica) hadden minder
met het fietsen, maar de andere twee waren/zijn het gezicht van
Kraftwerk. Dus. In heuse Kraftwerk-stijl werden de diverse
etappes uitgevoerd, onderweg werd vitamine aangevoerd, de
chronometer getoetst, een ECG-gemaakt en de fiets aerodynamisch
gestroomlijnd. ‘Tour de France Soundtracks’ werd 1e in
Duitsland, 3e in de US Top Dance/Electronic Albums Chart, maar
slechts 84e in Frankrijk. Daar had men blijkbaar niet zoveel op
met de Duitse elektrohulde aan de Tour. Fietsland Nederland had
er trouwens ook niks mee, hier werd het album 76e. Uiteindelijk
werd het zilver in de UK. Op het album staat ook het nummer ‘La
Forme’. Nou zou ik die hier kunnen kiezen, maar in 2007 bracht
Kraftwerk een single uit met twee nummers: ‘Aerodynamik
(intelligent design mix)’ en ‘La Forme (King of the Mountains
Mix)’. Beide mixen werden gedaan door Hot Chip, een Britse
elektroband. Deze versie van ‘La Forme’ pompt nog iets lekkerder
door en vraagt wat meer ‘vorm’ van de fietser. Bijkomend
voordeel, het nummer duurt ruim 11 minuten. Dan kom je wel in de
‘flow’.
En met die goede vorm gaan we de bergen in: ‘La Montagne’. Het
gelijknamige lied werd in 1964 door Jean Ferrat opgenomen.
Ferrat (1930-2010/zanger, tekstschrijver, componist) is het
pseudoniem van Jean Tenenbaum. Jean is de zoon van de Russische
Mnacha Tenenbaum. Mnacha huwde Antoinette Malon. Jean is hun
jongste zoon. Vader, Joods, werd in de 2e Wereldoorlog door de
Duitsers in Auschwitz vermoord. De familie was ondertussen naar
een vrije zone in Frankrijk gevlucht en werd opgevangen door een
groep communisten. Alle deze gebeurtenissen tekenden Jean. Later
was daar veel van in zijn liederen te horen. In 1961 huwde hij
Christine Sèvres, een zangeres. Met haar kocht hij een huis in
een dorpje in de Ardèche: Antraiges-sur- Volane. Hij bleef er
tot zijn dood wonen. Ferrat schreef menig lied, maar werd soms
gehinderd door de censuur, zijn teksten waren nogal ‘vrij’. Dat
is zeker niet het geval bij ‘La Montagne’ is een van Ferrat’s
bekendste chansons. De inspiratie haalde hij uit de omgeving van
zijn huis. Het lied gaat minder over de bergen als wel het
vertrek van de jongeren naar de grote stad, een nog steeds
actueel ‘probleem’. "Ze verlaten een voor een de streek om
elders hun brood te gaan verdienen. Ver van de grond waar ze
zijn geboren. Al lang dromen ze ervan, van de stad en zijn
geheimen van formica en bioscoop." Dat dus, maar dan: “"Pourtant
que la montagne est belle. Comment peut-on s'imaginer en voyant
un vol d'hirondelles que l'automne vient d'arriver ?" Oftewel:
“wat zijn de bergen mooi. Hoe kun je het je voorstellen bij het
zien van een zwerm zwaluwen dat de herfst is gearriveerd.” Er
valt wat voor te zeggen.
De single is net als die van Dutronc een EP met vier nummers:
‘La Montagne’, ‘Autant dámour, autant des fleurs’, Hourrah!’ en
‘Que serais-je sans toi’.
Wij kennen de chanson op een heel andere manier, namelijk als
‘Hot Dorp’ (1974), gezongen door Wim Sonneveld. De tekst is van
Friso Wiegersma alias Hugo Verhage. ‘Het dorp’ werd door een
reeks van landgenoten opgenomen, maar die van Sonneveld blijft
ondanks dat alles het mooist.
Bezig met het klimmen van de ‘cols’ is het zaak goed te blijven
doorademen. Dat doen we dan met ‘Breathe’ van Télépopmusik. De
groep werd in 1997 opgericht door Fabrice Dumont, Stephan
‘2square’ Haeri en Christophe ‘DJ Antipop’ Hetier. Met
Télépopmusik maakte het trio elektronische dansmuziek. In 2001
verschijnt een eerste album: ‘Genetic World’. Op verzoek van
producer Heisenberg werd het album in 2002 opnieuw uitgebracht.
De verschillen waren nogal groot, op vier van de elf nummers
deed nu de Schotse zangeres Angela McClusky mee, waaronder is
het eerste nummer van het album: ‘Breathe’. De single deed het
vooral goed in Amerika, 9e in de Billboard Dance Club
Songs-lijst. In Frankrijk was het werk geen succes. Door het
succes in Amerika en een deel in Engeland betekende de song wel
de doorbraak voor de band. Het lied werd genomineerd voor de
Grammy van “Best Dance Recording”, maar die prijs ging – terecht
– naar “Come into my World” van Kylie Minogue.
Bij ‘Breathe’ hoort een clip die bijna een reclame lijkt voor
een parfum en/of modeartikel. Beetje langzaam, onderkoeld,
prachtig van kleur. Dat de song goed was viel meer mensen op. Zo
werd de muziek gebruikt door Mitsubishi voor hun Outlander, een
compacte SUV én door Peugeot voor de 307, maar die laatste
alleen in Engeland.
‘Breathe’ heeft een vrij eenvoudige tekst met vooral in het
begin een wat uitgebreidere tekst: "I brought you something
close to me. Left for something you see though you're here. You
haunt my dreams. There's nothing to do but believe. Just
believe. Just breathe" De rest van de song is vooral veel “just
breathe”, blijf ademen…
Eenmaal de bergen over zijn we in het zuiden van Frankrijk
beland. ‘Le Sud’ werd in 1975 bezongen door Nino Ferrer
(1934-1998/gitaar, contrabas, zang, schrijver, componist).
Ferrer is geboren als Nino Agostino Arturo Maria Ferrari. Een
Italiaan dus. Ferrari studeerde etnologie aan de Universiteit en
hield van zingen, maar vooral van jazz. Vanaf eind jaren vijftig
doet hij als bassist, studiomuzikant, mee op albums van anderen.
Ferrer’s eerste single is uit 1963. In 1965 had hij succes met
de single ‘Mirza’. Daarna volgden meerdere successen. Door
Ferrer’s keus voor zijn chansons werd hij al snel in het hok
“grappenmaker” gestopt, een reden om alle liederen op de B-kant
van zijn singles extra droevig te maken. Het was ook een reden
om zich terug te trekken uit de muziekwereld. Drie jaar lang
woonde Ferrer in Italië. Na de tijd buiten de spotlights keerde
hij in alle rust terug in Frankrijk en begon een
paardenfokkerij. Het is weer eens wat anders dan acteur worden.
Ergens liep hij gitarist Mickey Finn (T. Rex) tegen het lijf en
die ontmoeting zette hem aan toch weer te gaan componeren en op
te treden. Dat deed hij met Finn in de groep Les Leggs. In 1972
bracht Ferrer weer een album uit, dat verkocht niet heel goed,
echter een lied van het album dat als single uitgebracht was,
‘La maison près de la fontaine’, verkocht weer wel. Een van zijn
grootste hits is ‘Le Sud’. Van de opbrengsten van dat lied kocht
hij een landhuis en liet er een studio in bouwen. Naast muziek
hield Ferrer zich meer en meer bezig met schilderen. Hij had nog
meerdere successen, maar in zijn leven sleepte hij zich wat
voort. In 1998 pleegde hij zelfmoord.
‘Le Sud’, "On dirait le Sud. Le temps dure longtemps. Et la vie
sûrement. Plus d'un million d'années. Et toujours en été...",
gaat over een plek in het zuiden die volgens Ferrer lijkt op
Louisiana of Italië, het is er altijd zomer, de kinderen rollen
in het gras, er zijn honden, een kat, een schildpad en
goudvissen. Maar er heerst ook een dreiging van een oorlog. “Dat
weet men wel, men houdt er niet van…”
Via het zuiden fietsen we weer naar het noorden. Al met al een
geweldige prestatie, of, zoals Charles Aznavour zong, ‘For Me
Formidable’. Net zoals bijna iedereen hierboven heet Aznavour
(1924-2018/zanger, schrijver, acteur) eigenlijk anders: Chahnour
Varinag Aznavourian. Hij is van Armeense afkomst en in Georgië
geboren. Eigenlijk wilde de familie naar Amerika, maar moest in
Parijs wachten op de nodige papieren. Na de geboorte van hun
zoon bleef de familie maar in Parijs. Vader verdiende de kost
als zanger, vervolgens als eigenaar van een Kaukasisch
restaurant. Aznavourian stond als negenjarige al op het toneel,
later vormde hij een duo met Pierre Roche. In die periode
veranderde hij zijn naam in Aznavour, het scheelt maar drie
letters. Édith Piaf, daar is ze weer, hoorde hem zingen en nam
hem onder haar hoede. Ze nam hem mee op tournee door Frankrijk
en vervolgens naar de USA en Canada. Het was zijn doorbraak,
maar daarvoor moest hij wel stoppen met het duo-werk met Roche.
Aznavour is een van de Groten in Frankrijk, hij verkocht
miljoenen albums/singles en wordt alom gezien als de Franse
Frank Sinatra. Bijna al zijn chansons gaan over de liefde en met
zo’n stem… Aznavour’s eigen liefdesleven was niet heel rustig,
hij trouwde drie keer, had eigen kinderen en een
buitenechtelijke zoon. In 2009 werd hij ambassadeur van Armenië
in Zwitserland. Hij woonde de helft van het jaar daar, de andere
helft in Zuid-Frankrijk.
‘For me… Formidable’ is een lied uit 1963. Aznavour schreef het
zelf, maar deed dat samen met Jacques Plante. Opvallend is dat
de tekst zowel in Engels als Frans gezongen wordt. Aznavour
wilde ook in het buitenland bekend worden en hij wist dat dat
niet ging lukken als hij alleen in het Frans bleef zingen. Voor
de muziek bij de chanson zorgt het orkest van Paul Mauriat. Die
laatst zou je kunnen kennen van het Eurovisiesongfestival en
zijn werk voor Vicky Leandros: ‘L’amour est blue’ (1967). De
Engelse variant ervan, ‘Love is blue’ kwam in Amerika op de 1e
plek. Nog opvallender, gitarist Jeff Beck maakte er ook een
versie van. Dat deed Bob Dylan niet, maar hij vond het wel een
van de mooiste nummers ooit die hij gehoord had.
‘For me… Formidable’ gaat over de liefde voor een Engelse dame.
De hij-persoon gebruikt de taal van dichter Shakespeare om haar
te winnen, maar liever zou hij de taal van landgenoot Molière
gebruiken: “Et je voudrais pouvoir un jour enfin te le dire. Te
l'écrire dans la langue de Shakespeare
My daisy, daisy, daisy, désirable. Je suis malheureux d'avoir si
peu de mots a t'offrir en cadeaux.” Oftewel in vrije vertaling:
“ik zou het je op een dag graag willen vertellen in de taal van
Shakespeare, mijn Madeliefje. Ik ben ongelukkig omdat ik zo
weinig woorden heb om je cadeau te doen.”
Het tweetalig gevlei hielp niet echt aan een singlesucces. In de
Waalse Ultratop kwam het ‘slechts’ tot een 20e plek, in Engeland
(1966) deed het lied helemaal niets. Na Aznavour’s overlijden is
het lied opnieuw uitgebracht, maar kwam toen tot een schamele
119e plek. Cijfers zeggen soms heel weinig, want ‘For me…
Formidable’ blijkt in praktijk een van Aznavour’s meest
populaire nummers te zijn.
Parijs, einddoel gehaald. ‘Á Paris’ zong Francis Lemarque
(1917-2002/accordeon, gitaar, zanger, dichter, liedschrijver) in
1965. Het zal je niet verbazen dat Lemarque eigenlijk onder een
andere naam geboren is: Nathan Korb. Vader overleed toen Korb 16
was, moeder werd in 1943 in Auschwitz vermoord. Nog voor de
oorlog vormde Nathan een duo met zijn broer Maurice: ‘Les frères
Marc’. Het duo trad veel op in fabrieken. Na de oorlog zong
Lemarque vooral in de cabarets in Saint-German-des-Prés. Later
zag hij Yves Montand optreden. Dat bleek een optreden met
gevolgen, want na de kennismaking gingen ze een samenwerking aan
en schreef. Lemarque zo’n dertig chansons voor Montand.
Daarnaast schreef Lemarque muziek voor films, waaronder die van
Jacques Tati (1967). Lemarque bleef tot op hoge leeftijd
optreden. Zijn laatste was in 2001, het jaar daarop overleed
hij.
Lemarque wordt met Charles Aznavour, Henri Salvador en Charles
Trenet tot de grote chansonniers van Frankrijk gerekend. Parijs
was Lemarque’s favoriete onderwerp. Hij schreef er meerdere
chansons over en begeleidde zichzelf daarbij op accordeon.
‘Á Paris’ is misschien bekender door de uitvoering van Montand,
maar Lemarque zong het zelf ook: “À Paris. Quand un amour
fleuret. Ça fait pendant des semaines. Deux coeurs qui se
sourient. Tout ça parce qu'ils s'aiment. À Paris…”
‘Á Paris’ is in feite een ode aan de stad, waarin Lemarque op
poëtische wijze allerlei taferelen beschrijft, de boten op de
Seine, de liefdesstelletjes, toeristen, taxi’s, een park, de
herfst, lampions op 14 juli enzovoorts.
‘Á Paris’ is nooit op single uitgebracht en nooit een hit
geweest, maar het nummer valt zonder enige twijfel in de
categorie “les plus belles chansons”.
En dan. Zittend op een terras met een vin rouge et du fromage
mijmeren we wat over de afgelopen reis. Het is een mooi verhaal,
‘Une belle histoire’ (1972). Michel Fugain en zijn Big Bazar
wisten dat liefdevol te vangen in tekst en muziek. Michel Fugain
(1942- /zang, schrijver), dit keer geen pseudoniem, studeerde
aanvankelijk medicijnen, maar de wereld van de film trok hem
meer. Hij werd assistent van regisseur Yves Robert en maakte zo
kennis met acteur, zanger Michel Sardou. Die stelde Fugain voor
aan de mensen van Disques Barclay waarvoor hij vervolgens
chansons ging schrijven. Zo schreef hij liederen voor Dalida. In
1969 maakte Fugain zijn eerste eigen album, 'Je n'aurai pas le
temp'. Met de Engelse variant van het gelijknamige titelnummer
had de Nieuw-Zeelander John Rowles een dikke hit. Fugain
vertaalde de tijdgeest, de jongeren in beweging,
maatschappelijke veranderingen, seksuele vrijheid in zijn songs.
Die jongeren pakten op hun beurt diens liederen goed op.
In 1972 richtte Fugain Le Big Bazar op. Die Grote Bazaar bestond
uit musici en acteurs, men liefde en leefde samen, danste,
jongleerde, acteerde, zong, kortom hun optreden was een
totaaltheater. De groep bestond uit elf musici en vijftien
dansers/essen. Met een van de zangeressen krijgt Fugain een
diepere relatie, trouwt en krijgt vier kinderen.
In 1972 maakt Fugain et le Big Bazar een eerste album: ‘Fugain
& le Big Bazar’. Op het album staat het prachtige lied ‘Une
belle histoire’, een mooie geschiedenis. Dat lied zou, volgens
Fugain, precies de sfeer van toen moeten laten horen. Misschien
onder indruk van de film ‘Easy Rider’ bedenkt Fugain een
liefdesverhaal dat zich afspeelt langs de Amerikaanse Route 66.
Of misschien is het de song van Janis Joplin, ‘Me and Bobby
McGee’? Die song gaat ook over een lange reis en de liefde.
Fugain laat zijn lied aan een goede muziekmaat en tekstschrijver
Pierre Delanoë horen. Delanoë schreef teksten voor Gilbert
Bécaud, Ëdith Piaf, Nana Mouskouri, Charles Aznavour, Dalida en
vele anderen. Geen kleine jongen dus. Delanoë vindt Fugain’s
tekst niet heel bijzonder en waarom in Amerika? Tsja… Delanoë
past de tekst aan en zo ontmoeten een jongen en meisje elkaar
ergens in Frankrijk, worden verliefd, duiken samen het korenveld
in, bedrijven de liefde en reizen apart weer verder. Zo ging dat
toen. Prima tekst van Delanoë, alleen nu is Fugain niet blij,
want die ‘romance’ is wel erg ouderwets en “lijkt die tekst niet
op een andere chanson?” Dat kan allemaal, maar Delanoë blijft
achter zijn tekst staan, zegt dat het goed is en dat Fugain die
zo moet uitvoeren en niet anders. Wellicht om er toch een
buitenlands tintje aan te geven neemt Fugain de muziek voor zijn
song op in een Engelse studio. In Frankrijk volgt de tekst met
zijn bazaar. Nadat Fugain klaar is vertrekt hij meteen naar
Italië waar hij een zeilvakantie gepland had. Terug van vakantie
is ‘Une belle histoire’ “all over the place”. Met zo’n één
miljoen verkochte singles is het hét lied van de zomer van ’72
en wordt nu alom gezien als van de meest populaire en Grote,
Franse chansons ooit: "C'est un beau roman, c'est une belle
histoire. C'est une romance d'aujourd'hui. Il rentrait chez lui,
là-haut vers le brouillard. Elle descendait dans le midi, le
midi. Ils se sont trouvés au bord du chemin. Sur l'autoroute des
vacances. C'était sans doute un jour de chance. Ils avaient le
ciel à portée de main. Un cadeau de la providence Alors pourquoi
penser au lendemain.."
De openingszin kent iedereen wel uit het hoofd, reden om het
lied ook soms ‘Un beau roman’ te noemen. Fugain ging nog vijf
jaar door met de Bazar, maar zo’n grote hit hadden ze niet meer,
al zijn als 'Fais comme l’oiseau', 'Le printemps', als 'La fête'
en 'Ring & Ding' ook zeker geen onbekenden.
Na vijf jaar Le Big Bazar volgde La Compagnie en meerdere
solosuccessen. Als Fugain’s dochter op 21jarige leeftijd
overlijdt aan leukemie (2002) trekt hij zich enige tijd terug,
om na die donkere periode alsnog en tot op de dag van vandaag
weer op het podium te staan. Fugain’s chansons worden op Franse
scholen gezongen en er zijn scholen die zijn naam dragen. Al met
al is hij een van de grote chansonniers geworden en iemand, zo
zeggen zijn collega’s, die heel goed de tijdgeest in tekst en
muziek kon vertalen. Dat wilde hij graag en blijkt dus goed
gelukt.
In Nederland is ‘Une belle histoire’ in 2006 uitgevoerd door
Paul de Leeuw met de groep Alderliefste: ‘Een mooi verhaal”. De
Leeuw en Alderliefste zingen het in Nederlands én Frans. De
Nederlandse brug/refrein is gemaakt door Han Kooreneef op muziek
van Earth, Wind & Fire: ‘Fantasy’.
Met dit en de andere mooie verhalen hierboven zijn er dertien
etappes verreden in een auditieve Tour. Je hoeft er eigenlijk
niet eens voor op de fiets, maar zo’n reis, dat heeft wel iets…