![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Tim Blake Kosmische lichtgids |
||
---|---|---|
Timothy Charles Gorrod Blake is geboren op 6 februari 1969 in Londen, Shepherd’s Bush. Blake had als kind al interesse in kunst en techniek. Hij volgde een korte opleiding als leerling in een studio en volgde parallel een studie aan de ‘Arts Educational Trust’ in Londen. Een van d medestudenten is Celia Humphries. Via haar ontmoet Blake Thomas Crimble en Simon House (beide musici en later in Hawkwind) en wordt hun ‘roadie’. Blake regelt voor de heren een concert in All Saints Hall. Daarmee bepaalt hij op dat moment eigenlijk de start van Hawkwind, want zo noemt die groep musici voortaan. Tot op de dag van vandaag is Blake verbonden met Hawkwind, soms zelfs als lid van de groep. Op het moment dat Hawkwind’s Dik Mik een EMS VCS3 koopt is Blake aanwezig. Dik Mik: ‘With your (Blake is dat) musical knowledge and this machine I’ll be out of the job.” Zo’n vaart liep het niet. Door een reeks vrienden komt Blake in contact met muziek van Luciano Bério, Pierre Henry en Walter (nu Wendy) Carlos. Diens/haar cd ‘Switched on Bach’ maakte heel wat creativiteit los, vooral het instrument dat Carlos bespeelt trekt hem aan: de Moog Synthesizer. Door deze kennismaking bijt Blake zich meer vast in de techniek en wordt definitief geluidstechnicus. Zijn bijnaam in die tijd: ‘Gollum’ (Tolkien’s In de Ban de Ring creatuur). De eerder genoemde Daevid Allen is in 1971 bezig met zijn eerste
soloplaat: Bananamoon of Banana Moon. Blake is de geluidstechnicus in
Marquee Studios. Allen is onder de indruk van Blake als technicus en als
persoon en vraagt hem of hij niet naar Frankrijk wil komen, Gong’s
thuisbasis op dat moment, om live-geluidstechnicus bij Gong te worden. Blake
ziet dat niet zo zitten, hij is dan al bezig zelf muziek te maken met hulp
van een EMS synthesizer. Die EMS was Engeland’s populairste synthesizer.
Bedacht en gebouwd (1969) door Peter Zinovieff, Tristram Cary en David
Cockerell. Vooral de VCS3 was een veelgebruikte, onder anderen door bands
als Pink Floyd, Tangerine Dream, Kraftwerk, Brian Eno, Jean-Michel Jarre én
Tim Blake. Een modulair model (zelf meerdere onderdelen aan elkaar koppelen)
was de EMS 100 en een heel handzame, in een soort aktetas(!), was de Synthi
A. Grappig genoeg maakte Blake’s werk op synthesizers het voor Daevid Allen nog aantrekkelijker om hem in de Gong te vragen en hij bleef dus aandringen. In 1972 zegde Blake eindelijk toe. Zijn toetreding tot Gong had voor die band enorme gevolgen, want het maakte de band tot een echte ‘spaceband’, want met de omlijsting van al die bubbles en kosmische geluiden werd het verhaal van Allen over die merkwaardige, onzichtbare, groene planeet perfect geïllustreerd. Blake was nu een van de allereerste die de EMS live on stage ging gebruiken. Als muzikant is Blake te horen op misschien wel Gong’s belangrijkste set, het drieluik ‘The Radio Gnome Trilogy’, verdeeld in 'Flying Teapot, Angels’ Egg en You. Naast Allen is Blake de enige muzikant op dat moment in Gong die voor alle drie de albums stukken heeft gecomponeerd. Dank Tim! Allen gaf hem, net als de rest van de groep, een bijnaam: Hi T. Moonweed. De verklaring ligt voor de hand. Deze periode in Gong’s lange historie kent een sterke bezetting met sterke karakters. Die karakters botsten regelmatig met elkaar en dat maakte het spelen niet altijd even prettig, De band leefde op dat moment als een commune in een oude boerderij in Frankrijk, waardoor ze ook buiten de optredens tot elkaar ‘veroordeeld’ waren. Niets mis met een bepaalde visie natuurlijk, maar je moet het wel allemaal aankunnen. Blake kon dat uiteindelijk niet en verliet de band in 1975. Het zo specifieke geluid van Gong werd daarna heel wat aardser en ging eerder richting fusion dan space. Er was in 1975 nog wel een Gong-achtig staartje. Keyboardspeler Cyrille
Verdeaux (ex ZNR) mocht voor Virgin Records een album opnemen: Clear Light
Symphony. Over het wel en wee van Clearlight kun je elders op de LemonTree
lezen. Hoe dan ook, het was een hele onderneming en Verdeaux, een bekende
van Gong, vroeg Gong-musici om hulp. Op kant A van de lp horen we dan ook
Steve Hillage, Didier Malherbe én Tim Blake. Blake is niet alleen
synthesizerspeler, maar ook technicus en producer. Op de derde lp, Les
Contes Du Singe Fou (1977), doet hij ook nog eens mee, maar dan zonder de
Gong maatjes en alleen als synthesizerspeler. In 2014 vond er een soort
reünie plaats met oude Gong-leden en maakte Verdeaux ‘Impressionist
Symphony’. Alle drie de heren zijn opnieuw present. Blake speelt naast
synthesizers de Theremin. Daarover later meer. Op de plaat doet ook
Christian Boulé (gitaar) mee en ook die komt later terug in het verhaal. Na Gong wilde Blake solo verder. Onder de naam ‘Crystal Machine’ begon
hij een reeks spectaculaire optredens. Spectaculair, omdat hij de
allereerste was die gebruik maakte van lasers als onderdeel van de lichtshow
bij zijn muziek. Hij deed dat samen met lichtdeskundige Patrice Warrener.
Zij noemden de gebruikte Spectra Physics 164 Argon Laser, de ‘Crystal
machine Projector’. Tot op de dag van vandaag werkt Blake samen met
Warrener. Deze laatste werkt nu met het ‘Chromolithe Illumination System’. Een neerslag van de concertreeks kwam terecht op Blake’s eerste soloalbum: Crystal Machine (1977, Egg Records). De stukken zijn bijna allemaal live-opnamen. Egg was een klein, nog onbekend label, in feite een sublabel van Barclay. De eerste plaat werd niet heel goed gedistribueerd, maar voor mij voldoende, want ik kocht die zo gauw hij in de winkel lag. Als liefhebber van Gong wist ik onmiddellijk wie Tim Blake was, daarnaast zag de hoes er aanlokkelijk uit. De muziek bleek net zo. Veel meer dan Gong kwam Blake’s eigen visie hier naar voren. Ik vond het een sterk album en liet mij lekker meeslepen door alle synthetische klanken en ritmes, zoals - bijna in de geest van Mondriaan - Last Ride Of The Boogie Child. Bij de geremasterde versie van de cd in 2017 komen drie bijzondere tracks
bovendrijven. Eén is de single die bij de release van Crystal Machine in
Spanje uitkwam. Op de single, kant A staat een korte versie van Synthese
Intemporel, op kant B gaat dat verder. Voorwaar een bijzonder iets, maar nog
leuker is de track ‘Surf’, ook afkomstig van een single, maar dan niet onder
eigen naam, maar onder die van de ‘Saratoga Space Messengers’! Een van zijn
meest gezochte muziekstukken, aldus de cd-bijsluiter. Of die ooit op de
radio geweest is? Een jaar later kwam de opvolger al: Blake’s New Jarusalem (Egg, 1978).
Voor velen dé Blake-plaat, maar ik hou het nog steeds bij Crystal Machine.
Misschien kwam het toen wel door de plotselinge vocalen. Blake is niet een
superzanger en zijn stem is nogal ‘dun’ te noemen. Ik hoorde liever
instrumentale albums. Anno nu is dat wel veranderd, maar, waarschijnlijk
alleen al om puur nostalgische redenen, is Crystal Machine nog altijd
favoriet. Rondom deze twee albums gaf Blake een hele reeks concerten in Europa en zelfs Japan. In 1979 stond hij als hoofdact op het gerenommeerde Glastonbury Festival. Ook uit 1978 komt de samenwerking met Nik Turner op diens project ‘Sphynx’, Xitintoday met fluitopnamen uit de grote piramide (dit verhaal is elders op de LemonTree te lezen). In feite is het een album in het kader van Gong meets Hawkwind. Aan Gong’s kant doen mee Steve Hillage en diens vrouw Miquette Giroudy en bassist Mike Howlett (ook die van de trilogie). Andere bekende namen op deze plaat zijn Morris Pert (Brand X), Harry Williamson (Daevid Allen, Anthony Philips -die zat in Genesis) en Alan Powell (Chicken Shack en Hawkwind). Jeremy Gilbert (ook Anthony Philips). De hoes is van Barney Bubbles en die komt weer uit Hawkwind. Aan het eind van de tournee heeft Blake even genoeg van het alles regelen
rondom zijn persoon. Ver weg thuis, bij zijn vriendin roept hij uit dat als
nu een goed geregelde band zou bellen hij onmiddellijk zou overstappen. Niet
heel veel later gaat de telefoon, of Blake in Hawkwind zou kunnen komen
spelen… Net als bij Gong speelt hij de synthesizers en helpt mee met
componeren. Met Barclay had Blake de prettige deal dat hij binnen Hawkwind
‘gewoon’ zijn eigen werk mocht spelen en deed dus ook. De Theremin is een ‘elektronisch’ muziekinstrument. Het is bedacht door Lev Thermen in 1920(!). Thermen, Rus, noemde het apparaat de Thereminovox. Thermen werd bekender als Leon Theremin en zijn apparaat dus als de Theremin. De Theremin is een klein kastje met twee antennes. De rechte antenne is voor de toonhoogte (vijf octaven) de ronde voor het volume. Het geproduceerde geluid klinkt aangenaam in de oren en werd al snel gebruikt in vroege fantasy of science fiction films of in griezelfilms voor de ‘enge’ geluiden. Het is geen makkelijk apparaat om te spelen. Een van de meest gewaardeerde bespeelster ervan was Clara Rockmore en later Theremin’s tweede vrouw Lucie Bigelow Rosen. De Theremin is bijvoorbeeld te horen in klassieke composities van Henry Cowell en Edgard Varèse. In 1977 vindt er een reünie-concert plaats met de ‘klassieke’ Gong bezetting. Klassiek in de zin van de band van de trilogie. Behalve drummer Pierre Moerlen die in 2005 overleden is, is iedereen present. Het concert gaat zo goed dat ze besluiten er later nog een te geven. Door allerlei omstandigheden vindt dat pas in 1995 plaats. In 2006 is de laatste, nota bene in de Melkweg, Amsterdam onder de noemer ‘3rd Gong Family Unconvention (Uncon)’. Tim Blake woont dan al enige tijd in een oude windmolen, ‘Moulin a Vent
de Coet-Bihan’, in Bretagne. In die molen en ver weg van het tumult van de
muziekwereld neemt hij in één nacht ‘Magick’ (1991)op. Op Magick
(Voiceprint, 2000) gaat Blake terug tot de essentie van zijn muziek. Magick
lijkt daarom dichter bij Crystal Machine te staan, mede door de klangfarben. Het duurde ruim negen jaar voor de opvolger kwam: The Tide of the Century
(Blueprint, 2001). In de tussenliggende negen jaar was Blake met van alles
en nog wat bezig geweest, soms als muzikant, maar soms ook niet. Eén van
zijn optredens was tijdens het Alpha Centauri-festival in Huizen, Nederland
op 10 april 1999. Daar speelt hij wat nieuw werk. Het is een heel geslaagd
concert, zo goed zelfs dat Blake nu echt weer zin krijgt om een nieuw album
op te nemen. In tegenstelling tot Magick gaat hij nu heel bedachtzaam te
werk en neemt de tijd om het te maken. In dit album laat hij nieuwe muzikale
invloeden een rol spelen, muziek van Grieg en Debussy, maar ook van Salif
Keita. De vaart blijft erin, want in 2002 komt er weer een: Caldea Music II
(Synergy Records). Het is in eerste instantie een verwarrende release, want
er bestaat geen Caldea Music I (*). Deze plaat is op verzoek van het Caldea
Spa Centrum in Andorra gemaakt. Het helend centrum met baden, jacuzzi’s,
hammams en ‘relaxation areas’ zocht gepaste muziek. Je zou daarbij eerder
denken aan iets uit de hoek van new age muziek, maar Caldea durfde- zou ik
bijna zeggen - het aan om Blake te vragen. Blake ging er naar toe om te
kijken hoe het eruit zag en maakte meteen gebruik van de mogelijkheden. De
artritis in zijn handen konden wel een verwennerij gebruiken. Net als het allemaal goed lijkt te gaan, muzikaal dan, gaat het goed mis; Blake wordt aangereden door een wel heel erg dronken bestuurder. Blake overleeft het ternauwernood, de ander houdt er blijvend letsel aan over. De agenten die Blake zien hadden niet verwacht dat hij het zou overleven. Maar Blake is taai en heeft na een periode in coma gelegen te hebben meer dan een jaar nodig om te herstellen en het juridisch dispuut rondom het ongeluk te regelen. Gelukkig staat hij in 2006 weer op het podium en wel bij de Gong Conventie in Amsterdam. Hij speelt er niet alleen met Gong, maar ook een eigen ‘Tim Blake set’, samen met Jean-Philippe Rykiel. Vanaf 2006 maakte Blake zijn albums alleen als download beschikbaar via
zijn eigen site. In 2017 sloot hij een deal met Cherry Red, Esoteric
Records, om zijn platen geremasterd en voorzien van extra tracks uit te
brengen op cd. 2018 Is het feestjaar voor Tim Blake, want eind dat jaar verschijnt een box met drie cd’s en een dvd: ‘Lighthouse’. Het is een ode aan ‘electronic pioneer’ Tim Blake. In de doos pre-Crystal Machine werken, demo’s, oude films van optredens (1979), live-werk met Hawkwind, stukken Gong en een klein overzicht van eigen werk. Een lust voor het oor en ook een beetje het oog. Een verdiende uitgave ook, want Blake fungeert in de marginaliteit van de muziekscene. Onterecht want hij verdient door zijn muzikale verleden eigenlijk een ereplaats. Men vroeg hem ooit hoe het kwam dat Jean-Michel Jarre, de muzikant waarmee hij nog wel eens vergeleken wordt, veel populairder is. Het antwoord was kort maar krachtig: “Geld!”. Blake moest alles zelf betalen, opnames, projecten en concerten voorschieten, was soms zo arm als een kerkrat, woonde in kraakpanden, maar kon wel zijn muziek maken. Jarre heeft blijkbaar een andere achtergrond. Luister eens naar hun muziek dan is die van Blake vele malen boeiender en avontuurlijker. Lighthouse is de naam van de box; want de naam van de track uit New Jarusalem is inmiddels een nummer dat door veel anderen is gespeeld; het is daarmee dé track van Blake geworden, de track die volgens vriend Rykiel, iedereen zal blijven herinneren. Lighthouse: Laat een beetje de lichtstraal in je hart, zodat je weet waar je bent… |
||
tekst: Paul Lemmens, november
2018 plaatjes: © Esoteric Records |