![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
This Heat De stille zon leverde de hittte |
||
---|---|---|
Niet elke band werkt in een professionele studio. This Heat werkte in hun eigen studio, gebouwd in de voormalige koelcel van een slachthuis en vleesverwerkende fabriek. Maar eerst moest al dat bloed weg. This Heat werd ingedeeld de categorie ‘post-punk’. Daar hadden de heren van This Heat een gruwelijke hekel aan, bovendien was de zogenaamd revolutionaire punk uiteindelijk gewoon hetzelfde als rock ’n roll. This Heat maakte maar twee albums, maar met een flinke kwinkslag en/of woordspel heetten ze precies hetzelfde. Lees het bijzondere verhaal van een bijzondere band die pas achteraf de nodige indruk heeft gemaakt.
‘De stille zon leverde de hitte’ is de wellicht ietwat cryptische omschrijving van de start van This Heat. Charles Hayward (1951- /drums, percussie, keyboards) kende Charles Bullen (?/gitaar) al geruime tijd. Ze werkten als improviserend duo onder de naam Dolphin Logic. Het duo-format stond niet echt vast, er waren contacten met anderen, zoals ex-Henry Cow Geoff Leigh (saxen, fluit). In 1974 ontstond met Leigh een groep, genaamd Mooncalff. Daarin speelde ook Gerry Fitzgerald (gitaar, zang) en soms Kathy Williams (zang). Nadat Jack Monck (basgitaar) was toegetreden werd de naam veranderd in Radar Favorites. Dolphin L ogic bleef echter al die tijd, parallel aan Radar Favorites, bestaan. Bullen en Hayward kwamen vaak in een platenwinkel waar Gareth Williams (1953-2001/bas, zang, kunstenaar) werkte. Die wist veel, heel veel, van ’vreemde’ muziek en deed er alles aan om die in de winkel te krijgen. Het leidde tot tal van gesprekken. In eerste instantie werd Williams gevraagd als manager van Radar Favorites, maar omdat Charles en Charles hem interessant en grappig vonden en hij hun steeds nieuwe muziek liet horen brachten ze liever de tijd met hem door dan met de andere leden van Radar Favorites. In het voorjaar van 1975 werkte Hayward met een derde groep, Quiet Sun. In deze groep spelen dan gitarist Manzanera Bill MacCormick (bas) en Dave Jarrett (elektrische piano). Quiet Sun maakt één (prachtig) album: ‘Mainstream’ (1975). Een tournee was gepland, maar Manzanera kon daar, door zijn verplichtingen bij Roxy Music, niet aan meedoen. Wat dan te doen? Manzanera vervangen maar. Er werd gedacht aan MacCormick’s ex-Matching Mole maatje Phil Miller, maar het werd Charles Bullen. Repetities werden gestart om met dit viertal als Quiet Sun op tournee te gaan. Er was wel nog een zanger nodig en daarvoor werd Williams gevraagd. Williams was ondertussen vetrokken naar Cambridge om daar kunstgeschiedenis te studeren. Zijn zang werd niks, Williams vond zichzelf al geen zanger en daarbij kon hij van meet af aan niet overweg met MacCormick. Al met al ging het hele plan niet door, waarop Williams terugkeerde naar Cambridge. Hayward en Bullen wilde echter wel met hem verder. Hayward stuurde Williams daarop een kaart: “We can do something better, why study art when you can be making it? Come back..” En Williams keerde terug. Dolphin Logic was nu een trio. Dat trio werkte op Hayward’s zolder, thuis bij diens ouders in Camberwell. Bullen: “It was a tiny room with egg boxes on the wall, one he (Hayward) used as a drum rehearsal room – it was about six foot square and we just squeezed in an amp and a person.” Het duo had verwacht dat Williams met zijn extraverte persoonlijkheid alle aandacht naar zich zou trekken, zou schreeuwen of zingen zelfs, wat dan ook, zodat zij in stilte op de achtergrond konden spelen. Dat liep anders. Williams ging achter het orgel zitten en begon allerlei vreemde geluiden te maken. Vervolgens bleef hij daar zitten als de rust zelve en produceerde het ene na het andere geluid. Hayward: “One of the most effective things about working with Gareth was that he just didn’t know, so he questioned everything.” Er was echter wel nog een optreden van Quiet Sun gepland. Organisator David Jones vertelde het trio dat ze als Quiet Sun konden optreden in Victoria Palace (een mega grote ruimte), zo niet, dan kon hij ze wel elders onderbrengen. Het werd elders. In drie weken tijd hadden ze net genoeg materiaal om live te laten horen. Williams speelde op dat moment nog nauwelijks iets, soms bespeelde (letterlijk) hij de gitaar van Bullen’s broer, soms de piano die Jarrett had gebruikt in Quiet Sun. Eigenlijk wilde Williams een ‘non-musician’ zijn, maar de vraag is hoelang je dat kan volhouden. Het drietal experimenteerde volop met tapes: vertragen, versnellen, overdubben, achterstevoren afspelen. Dat soort dingen. Die aanpak ging meer richting de avantgardistische aanpak in de studio’s voor elektronische muziek in Europa of de Radiophonic Workshop in eigen land. Hayward: “It was this idea of all channels open, so not about just tuning into a song or tuning into what would be some sort of music concrete or electronics or tuning into free improvisation or sound art or rock. It was none of these things because it was all of these things. So you didn’t ever confine the group, you let it be what it wanted to be.” Bij het eerste concert kwamen nog geen dertig mensen en door hun muziek heen was uit de ruimte beneden de nieuwe hit ‘Jolene’ van Dolly Parton te horen. Nogal anders dan de experimentele muziek met tapes, buitengeluiden en onbekende klanken van Friendly Rifles, zoals ze zich nu noemden. De naam was tijdelijk, want die beviel voor geen meter. Friendly Rifles wilde bovendien niet hetzelfde zijn of doen als The Sex Pistols, die dezelfde naam hadden gebruikt en inmiddels furore hadden gemaakt als punkband. De zomer van 1976 was een hete. De warmste, tot dan gemeten, in Engeland.
Repeteren kon wel, maar dan wel met de ramen open. En er moest daarom
rekening houden met het geluid dat ze produceerden. Op een dag was Hayward
vroeg wakker en ging met een recorder naar buiten om de geluiden in Lucas
Garden Park op te nemen. Met een klein trucje (folie voor de wisknop) nam
hij de geluiden nog een aantal keren bij de andere op. Die tape werd binnen
afgespeeld op een kleine cassetterecorder en dat was de basis voor een
improvisatie. Er moest verschrikkelijk zacht gespeeld worden, anders was de
cassette niet te horen. Een mooie ervaring in de gruwelijke hitte. De track
werd dan ook ‘This Heat’ genoemd. Hayward speelde orgel, Williams basgitaar
en Bullen gitaar met een wahwah-pedaal. ‘Aerial Photography’ ging in een geel-blauw gekleurde cassette naar BBC’s John Peel. Peel was toen de toonaangevende Engelse (en daarbuiten) DJ. Na veel herhaald vragen draaide hij het nummer eindelijk. Met dat feit gewapend toog de groep naar Blackhill Enterprises. Peter Jenner en Andrew King waren managers van Ian Dury, maar ook van Syd Barrett en vroeger van Pink Floyd. Kort daarna kregen ze een uitnodiging van ‘some hip guy’ uit Nederland om een concert te komen geven in ‘De Lantaarn’, Rotterdam. Dat werd This Heat’s eerste concert buiten Engeland. De toekomst zag er rooskleurig uit vonden de heren en men zag zichzelf al spelen in een volgeladen Wembley Stadium, compleet met mega-projecties. De werkelijkheid viel ietsje tegen. Van Blackhill kregen ze zeshonderd Pond om een singletje te maken. Dat was niet de bedoeling, maar ondanks het advies van Henry Cow’s drummer Chris Cutler om niet te tekenen bij Blackhill zaten ze daar nu aan vast. Wel prettig, zo vond men, was dat de groep mocht werken in Blackhill’s studio als daar niemand anders geboekt was. In praktijk viel ook dat behoorlijk tegen en was het zwaar: een ochtendje, een paar dagen niet, ’s nachts, dan weer een middag. Of, wat vaker voorkwam, was de ruimte niet geboekt, maar als ze dan binnenliepen stond er alsnog iemand en werden ze zo’n beetje de studio uitgescholden. Zo ging er gauw maanden voorbij. Op een van die momenten ontdekten ze dat delen van de apparatuur en de gitaar verdwenen waren. Het duurde even voordat er een goed ander exemplaar gevonden werd. Na (te) ruime tijd was het album af. Er was geen enkele
platenmaatschappij geïnteresseerd in de muziek van This Heat. Uiteindelijk
verkocht Blackhill het album zelf maar via David Cunningham (The Flying
Lizards), alleen om aan de heren de gemaakte studiokosten te kunnen
verhalen. Voordat Cunningham vertrok regelde hij wel de optredens van de band. Williams was inmiddels basgitaar gaan spelen, waardoor het live-geluid meer stevigheid kreeg. De zachtheid van het geluid was er nu ook wel af, want de groep raakt bekend als een van de hardst spelende. Optredens zijn zelden saai, want er staan bijna altijd gastmusici op het podium. Dat kunnen mensen zijn uit The Work (de groep van ex-Henry Cow Tim Hodgkinson) of Afrikaanse musici op tournee, zoals Ghanese drummer Mario Boyer Diekuuroh L. Voag of Koraspelers Boudi en Sara. Het livegeluid werd in deze periode geregeld door Maggie Thomas, de geluidsmixer van Henry Cow. Het eerste album, This Heat’ (1979) bevat opnamen van de band die gemaakt
zijn tussen 1976 en 1978. De groep noemde het album zelf ‘Blue and Yellow’.
De voorkant van de lp was blauw, de achterkant geel, net als de labels op
het vinyl. Op de hoes waren nog blauwe accenten in het geel en omgekeerd,
maar bij de cd-versies zijn die weggehaald en staat alleen de naam ‘This
Heat’ nog in het geel op een blauwe voorkant en in blauw op de gele
achterkant. Het is een voortzetting van de aanpak die ze al hadden bij de
democassette die ze naar John Peel stuurde. Het album werd uitgebracht op
een eigen label: ‘Piano’. De muziek laat zich vooral beluisteren als een ‘soundscapes’; een
landschap bestaande uit geluiden. Heel divers, weinig consistent, grillig,
vreemd en vooral heel anders. Bullen: “There’s a lurking sense of paranoia
that floats over the record like an unwelcome apparition. The influence of
the Canterbury Scene – particularly Robert Wyatt – can still be detected,
too, but ‘This Heat’ is an album of a band very much forging its own
personality.” In ieder geval waren het genoeg kreten om mij naar deze band
te lokken en te gaan luisteren. Gelukkig maar. In 1980 werd een 12” EP uitgebracht, een verlengde single op het formaat
van een lp, met daarop twee tracks: het titelnummer ‘Health and Efficiency’
en ‘Graphic/Varispeed’. ‘Health and Efficiency’ begint als een gewoon
‘lied’, het gaat lekker snel, heeft een mooie ‘break’ en er wordt gezongen,
maar na een minuut of twee wordt het een heavy minimalnummer met filmische
geluidseffecten. ‘Graphic/Varispeed’ zou je kunnen afspelen als single op 45
toeren, maar ook op 331/3, zoals een lp en zelfs op 78 (van de oude
bakelieten albums) of 16 (voor lange teksten en/of taalcursussen of
meespeelplaten waarbij één instrument ontbreekt). Vroege pick-ups waren
uitgerust met een schakelaartje om de vier verschillende toerentallen te
kunnen instellen. In de ‘moderne’ praktijk werden of worden echter alleen de
45 en 331/3 gebruikt. Het op een random toerental afspelen van een track is
een ‘grap’ die al eens eerder uitgehaald was door Fifty Foot Hose (elders op
de LemonTree). Bij de heruitgave op cd, waarbij je niet zelf kunt kiezen is
de 45-toeren versie op de EP ‘Health and Efficiency’ gezet, de 331/3
toeren-versie op ‘Repeat’. Daarover later meer. This Heat ging op tournee door Europa, Scandinavië, Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Landen met een publiek dat de oren goed had openstaan. Geluidsmixer Thomas werd daarbij vervangen door Jack Balchin, ook al ex-Henry Cow. Balchin zou weer vervangen worden door Martin Harrison (nee, die niet). Voor het tweede album, ‘Deceit’ (1981), had This Heat een contract
gesloten met Rough Trade Records. ‘Deceit’ is een bewust naamspelletje.
Spreek het eens uit, het klinkt precies als… this heat! ‘Deceit’ is iets
meer song-georiënteerd, maar This Heat zou This Heat niet zijn als de
liedjes niet voorzien zouden zijn van ‘vreemde’ geluiden en/of abrupte
wisselingen. Of tracks die compleet lijken te gaan ontsporen zoals ‘Paper
Hats’. Het nummer heeft qua aanpak wel iets weg van de muziek van de Duitse
band Can met daarbij extra aandacht voor hun E.F.S-series. Maar dat was later natuurlijk. Kort na het uitbrengen van het album rommelde het in de groep. Als genereus gebaar had men hun inmiddels goed ingerichte studio, ‘Cold Storage’ genaamd, ook opengesteld voor Lora Logic en haar band. Aardig gebaar, maar daardoor ging een deel van de eigen sfeer weg en werd het minder hun eigen ruimte. Williams was er niet blij mee en wilde naar India gaan. Hij vertrok inderdaad en zei dat hij over een jaar terug was en dat ze dan wel verder zouden kunnen gaan. Niemand hield hem tegen, waarschijnlijk omdat beide Charles’ ook weinig heil in de nabije toekomst van This Heat zagen. Desalniettemin gingen ze, opnieuw als duo, nog even door, later zelfs als kwartet met Trefor Goronwy (zang) en Ian Hill (keyboards). “It was a mistake”. Uiteindelijk hield This Heat op te bestaan. Op 18 mei 1982 was het laatste concert. Williams kwam in 2001 terug en de draad werd opgepakt, maar het lukte niet meer. Williams wilde zich nog steeds presenteren als een ‘non-musician’, “maar vanaf het moment dat je achter een orgel gaat zetten”, zo zegt Bullen, “ben je geen non-musician meer.” En Williams begreep dat donders goed. Een goed vervolg kwam er ondanks alle inzet niet, want Williams overleed in hetzelfde jaar als gevolg van kanker. Twaalf jaar na ‘Deceit’, in 1993, werd ‘Repeat’ uitgebracht. Een cd met
drie tracks: ‘Repeat’, ‘Metal’ en Graphic/Varispeed’. Die laatste nu op de
langzamere snelheid. De andere twee waren bedoeld voor ‘Deceit’ maar paste
daar niet goed op. Een en ander ontstond nadat Chris Cutler (ex-Henry Cow)
van Recommended Records zich met This Heat was gaan bemoeien in en poging
wat meer aandacht voor de band te krijgen. In 1996 werd ‘Made Available (John Peel Sessions)’ uitgebracht, een cd
met acht tracks, opgenomen voor BBC’s John Peel’s programma. Het zijn twee
sessies, een van maart 1977 en een van oktober 1977. This Heat mocht ’s
nachts opnemen en kon zelf de uiteindelijke mix doen. Allemaal heel
bijzonder. De enige opmerking die ze kregen was de ze de korte golf-geluiden
niet mochten gebruiken, omdat de scheepvaart er van in de war kon raken. Bij
de tweede sessie ging het niet helemaal lekker met de vele tapes. De band
was er niet blij mee en “Peel didn’t like it at all…”. In 2006 bracht Recommended Records de box ‘Out of Cold Storage’ uit, met
daarin alle albums van This Heat en zelfs een nieuw album: ‘Live 80/81’. Die
werd overigens ook separaat uitgegeven. Op ‘Live 80/81’ staat een verslag
van concerten in Tilburg, Nijmegen, Apeldoorn. Wenen, Reims en Arthus, stuk
voor stuk opgenomen met hulp van een cassettedeck. De volgorde van de
nummers was die van de concerten die in ons land gegeven waren. Het album
heeft niet het beste geluid, maar door alle experimenten met geluid hadden
we dat eigenlijk nooit bij This Heat, zelfs niet op de reguliere albums.
‘Live 80/81’ is desondanks een prachtige ‘audiomentaire’. Na This Heat ging Hayward kort verder met een nieuwe, eigen groep: The Camberwell Now, Bullen met ‘Lifetones’ en Williams met Flaming Tunes. Alle drie maakte ze in de diverse settingen één album. Hayward speelde ook nog even in Gong en deed sessies met Anything But the Girl. In 2016 was er een opleving. Bullen en Hayward deden een korte reünie-tournee onder de naam ‘This is not This Heat’, een beetje naar analogie van schilder René Margritte’s afbeelding van een pijp met als titel “ceci n'est pas une pipe”. Gasten tijdens die tournee was onder anderen Sonic Youth’s Thurston Moore. Een mooie combinatie. Sonic Youth’s muziek sluit goed aan op die van This Heat. Het was het gevolg van de waardering die This Heat met terugwerkende kracht alsnog kreeg: ”De band die een brug sloeg tussen Krautrock en industriële muziek.” Iemand anders schrijft: “At once their intense, idiosyncratic compositions are forged from a clash of the pure, ordered abstraction of Mondrian and the wild beauty of Pollock’s anarchic expressions.” Blijkbaar is zo’n omschrijving nodig om die waardering te krijgen. Bullen: “I hate genre. What I’m into is trans-categorical music, which I think is what This Heat did. One classification I hate – and always have – is industrial. It seems to have died out now but a lot of people used to throw us in with Throbbing Gristle or whatever and that really annoyed me.” Daar sta je dan met je mooie formuleringen. Sommige bands zijn nu eenmaal
de tijd vooruit en – zoals bekend – de meeste oren lopen eigenlijk altijd
achter. Dat achterlopen geldt eigenlijk voor iedereen. Hayward: “We were
playing in the 1970s but you can smell the 1950s. Music is not supposed to
be heard as a solo, selfish experience on headphones. It is supposed to move
the air and brush against your flesh . . .” This Heat hield wel van wat zon, ze speelde een belangrijke rol bij het ontstaan. De ‘straling’ van de groep was pas later voelbaar, maar, aan de andere kant, het duurt even voordat het licht van de zon op aarde is. Gemiddeld is dat 500 seconden. Zo duurde het ook een paar jaar voordat men de waarde van This Heat’s muziek zag, maar uiteindelijk leverde de stille zon inderdaad de nodige hitte. En met het naderen van herfst en winter maar lekker genieten van ‘deze hitte’. |
||
tekst: Paul Lemmens, september
2020 plaatjes: © Recommended Records/Piano/Ink Records/Lesley Evans (bandfoto) |