Tears for Fears: 1983-1989 "Al onze liefde en al onze pijn zal maar een deuntje zijn..." |
||
---|---|---|
De getroebleerde jeugd van het duo dat Tears for Fears vormde zorgde niet alleen voor de groepsnaam, maar had onmiskenbaar invloed op de teksten. De muziek stond soms in schril contrast daarmee. Tears for Fears’ succes was er meteen met het eerste album, werd vervolgd met een tweede en derde. Daarna was het over, tenminste… Lees het verhaal van Tears for Fears, oftewel Roland Orzabal en Curt Smith en die minder genoemde derde, Ian Stanley zonder wie deze groep niet was geworden wat ze geworden zijn.
Roland Orzabal (1961- /gitaren, keyboards, zang) ontmoette kort na wat wij de basisschool noemen leeftijdgenoot Curt Smith (1961- /basgitaar, gitaar, keyboards, zang). Zoals meerdere jongeren hier onder de boom vormden ze een band, Graduate. Die groep maakte één album, Acting My Age (1980). De andere bandleden zijn: Andy Marsdan (drums), John Baker (gitaar, zang) en Steve Buck (Keyboards, fluit). De meeste composities zijn van Orzabal, eentje is van Smith. Graduate maakt pop/new-wave-achtige muziek, maar met gitaren als dominante instrument. Het klinkt een beetje als het eerste album van onze eigen Nits. Trouwens een vergelijking die ook in de latere jaren van Tears for Fears blijft opgaan. Vaak wordt Graduate betiteld als Ska-band, maar die hebben zeker niet geluisterd naar het album. Er is een cd-versie, maar daarvoor worden belachelijke prijzen gevraagd, zo goed is deze muziek nu ook weer niet. Het zal wel komen door het latere succes van de heren. Spelen in Graduate was een beetje als ‘struggle for life’, dus viel die groep al snel uit elkaar. Smith en Orzabal deden liever iets waar ze helemaal achter konden staan. Inmiddels waren synthesizer-groepen in opmars en in die stijl zag het duo meer mogelijkheden dan een ‘klassieke’ band. Orzabal en Smith begonnen dus eigen groep onder de naam History of
Headaches. Die naam komt niet zomaar uit de lucht vallen. Bij beide heren
thuis liep het niet soepel. De vader van Orzabal hard aan het werk, aan de
drank en gewelddadig, de ouders van Smith allebei aan het werk. In beide
gevallen geen tijd voor de kinderen en zeker geen tijd voor liefde en
aandacht. Die donkere kindertijd beïnvloedde zowel Smith als Orzabal enorm.
Om een beetje positief zelfbeeld te krijgen en sociaal wat steviger te
worden volgden ze therapiesessies. Steun vonden ze ook in het boek van de
Amerikaan Arthur Janov. Diens therapie staat bekend als, ‘Primaltherapy’:
‘The Primal Scream’. De therapie bestaat eruit angsten en onbestemde
gevoelens uit de kindertijd (in het Engels: the primal years) opnieuw te
ervaren en ermee af te rekenen door bijvoorbeeld keihard te schreeuwen. In
een veilige en prettige sfeer wordt de ‘patiënt’ goed opgevangen en
begeleid. Janov deed jarenlang onderzoek en kreeg als meest bekende
patiënten John Lennon en Yoko Ono. Die konden zijn therapie tenminste
betalen… Orzabal en Smith hadden nu een naam, maar zochten nog naar de eigen weg
in muziek. Die vonden ze in albums als ‘Remain in Light’ van Talking Heads,
Scary Monsters van David Bowie en Peter Gabriel’s derde album, allemaal uit
1980, en ‘My Life in the Bush of Ghosts van Brian Eno en David Byrne (1981,
elders op de LemonTree). Daarnaast was er de invloed van Orchestral
Manoeuvres in the Dark, Joy Division, Tubeaway Army en Ultravox. In al die
muziek kwam een scala aan synthesizers en andere elektronica voor, maar
Orzabal en Smith speelden vooral gitaar en daarmee werden de songs
gecomponeerd. Dat moest anders. Enter: Ian Stanley (1957- /keyboards,
producer). Stanley was een kennis van Orzabal en woonde praktisch bij hem om
de hoek. Smith heeft allerlei synthetische apparatuur thuis staan, een
drummachine en een achtsporenrecorder. Orzabal: “He was the person that
really taught us the nuts and bolts of technology and recording.” (citaat
boekje The Hurting). De opvolgende Tears for Fears single ’Change’/’The Conflict’ (1983) deed
niet veel onder voor ‘Mad World’: 4e in de UK, 5e in Zuid Afrika, 8e in
Ierland, 22e in the Billboard Hot 100 en 23e in de Canada Top Singles. In
tegenstelling tot de vorige single gaat deze nergens over. Orzabal: "It's
not really about much. It's just one of those cheap pop lyrics." (citaat:
Wikipedia). De B-kant gaat wel weer ergens over, namelijk de conflicten
tussen mensen in relaties. Eén maand eerder was Tears for Fears’ eerste album verschenen: ‘The Hurting’(1983). Dat bestond uit alle single-tracks, A- en B-kantjes, aangevuld met nieuwe songs, waaronder ook een nieuwe versie van de eerste single ‘Suffer the Children’. De heren critici waren gemengd in hun ‘reviews’, maar daar had het publiek, gelukkig, lak aan. ‘The Hurting’ schoot binnen drie weken naar de eerste plek in de Engelse albumlijst, verdreef Michael Jackson’s ‘Thriller’, werd goud, gevolgd door platina (begin 1984). Rolling Stone, het blad, vond het knap dat Tears for Fears met ‘The
Hurting’ “much pleasure from the pain” produceerde. Een goede visie, want al
klinkt de muziek soms opgewekt en dansbaar, de teksten zijn dat, zoals
eerder gezegd, allesbehalve. Dat het album zo’n succes werd verraste
iedereen, inclusief de platenmaatschappij. Maar wat zij (nog) niet hadden
gezien blijkbaar was dat Orzabal en Smith meer diepgang meebrachten dan
andere, nieuwe ‘sterren’. Waarschijnlijk was er een grote groep luisteraars
die iets in de teksten herkende en in de muziek hoorde. De eerlijkheid over
de pijn van een kindertijd gold namelijk voor een behoorlijke groep. Met ‘The Hurting’ hadden Orzabal en Smith zich leeggeschreven, maar het succes moest vervolgd worden. Dat is het mechaniek van de platenindustrie. Onder druk werd ‘The Way You Are’/The Marauders’ (1983) uitgebracht. Gemaakt door Orzabal, Smith, Stanley en Elias. Een wat experimenteler werk, nauwelijks opgedroogd en iets waar niemand eigenlijk tevreden over was. Iets anders hadden ze niet te bieden. Orzabal: "It was the point we realized we had to change direction", en Smith: "the worst thing we've done." Begrijpelijk kwam het nummer niet voor op het tweede album en werd zoveel mogelijk gemeden. Ondanks dat alles werd het toch nog 24e in de UK hitlijst. Smith en Orzabal waren ook niet heel erg te spreken over de eerste single
van het nieuwe album: ‘Mothers Talk’/Empire Building’ (1984). Het werken met
nieuwe producer Jeremy Green beviel niet goed, het nummer had teveel de
nadruk op succes en commercie en ook deze song was onder te grote druk
geschreven. Het enige positieve dat er over te vertellen is, is dat het de
nieuwe richting van Tears for Fears’ sound wees. Orzabal was bij het
schrijven beïnvloed door de Talking Heads en probeerde in die stijl iets te
maken. De song gaat over het feit dat “sommige moeder hun kind, dat op dat
moment een raar gezicht trekt, vertellen dat het gezicht zo blijft staan als
de wind draait”. Klinkt als opvoeden, maar is eigenlijk een negatieve manier
om het kind te beïnvloeden. Ín tegenstelling tot de groep reageerde het
publiek positief op het nieuwe plaatje en bracht het tot een 14e plek in de
UK hitlijst. Op dat moment was Green vervangen door een oude bekende,
Hughes, met wie de samenwerking een stuk beter verliep. ‘Shout’/’The Big Chair’ (1984) was het opmaatsucces voor het tweede
album. ‘Shout’ stormde de Engelse hitlijst binnen en kwam tot een tweede
plek. “Deze song is door de tijd heen niet meer of minder dan het
signatuurwerkje”, aldus AllMusic, “van Tears for Fears.” ’Shout’ is een
protestsong in de nadagen van de ‘Koude Oorlog’; er was onrust in het land
en de song riep op om je stem te laten horen: "In violent times you
shouldn't have to sell your soul in black and white. They really, really
ought to know. Shout, shout, let it all out. These are the things I can do
without. Come on, I'm talking to you, come on." ‘Songs from the Big Chair’ was vooral het geluid dat ontstaan was door de
intensieve samenwerking tussen Orzabal en Stanley. Die laatste is een enorme
Zappa-fan en bracht diens muziek mee naar allerlei bijeenkomsten. Natuurlijk
had dat invloed. Het geluid heeft veel meer diepgang gekregen en de gitaar
is terecht aan het front. Waar ‘The Hurting’ een afrekening was met het
verleden is ‘Songs from the Big Chair’ een veel lichter album met oog voor
wat er nog komen kan. Introvert versus extrovert. De ‘uitspatting’ zou komen
bij album nummer drie, ‘The Seeds of Love’ (1989). De meeste songs van ‘Songs from the Big Chair’ zijn gespeeld door
hetzelfde kwartet als het eerste album: Orzabal, Smith, Stanley en Elias. Er
zijn wel wat gastmusici te horen, waaronder producer Hughes op drums. Succes lijkt mooi, maar “It’s not as glamorous as people think it is”, aldus Smith. Het is vooral hard werken, lang wachten en nergens tijd voor hebben. Er is geen rust, geen tijd voor herstel. Het tweetal raakte meer en meer uitgeput van de druk en de stress en nam vervolgens een langdurige pauze. Orzabal: “The success and the tour was the beginning of the end.” Terugkijkend vindt Smith ‘Songs from the Big Chair’ met enige aarzeling het beste album van de band: “Songs from the Big Chair’ is the most relaxed we’ve ever been making an album, and in that sense that’s the best feeling I remember. I guess if I had to take one to a desert island, it would be this one.” Orzabal weet het minder zeker, hij luistert er niet naar, maar “obviously I just think it’s iconic.” (citaten, tekstboek bij de cd) Ter ere van ’30 jaar Songs from the Big Chair’ werd in 2014 een 4-cd/2 dvd box met boekwerkjes uitgebracht. Een nieuwe mix van het album door Steven Wilson, demo’s, versies, andere mixen, ‘extended versions’ en dat soort zaken. Smullen voor de liefhebbers. Prachtig is Tears for Fears’ ode aan een van hun favoriete zangers, Robert Wyatt. Zijn song ‘Sea Song’ (van het album Rock Bottom, elders op de LemonTree) werd uitgebracht als B-kant van een nieuw opgenomen versie van de single ‘Mothers Talk’. Prachtig en gevoelig gedaan. Dank vooral Robert. In de ‘rust’ na de uitputtende tournee werkten Orzabal en Stanley samen
als Mancrab. Het duo bracht onder die naam één single uit: ‘Fish for
Life’/’Fish for Life (instrumental)’ (1986). Het nummer werd gebruikt voor
de film ‘The Karate Kid II’, de zanger is Eddie Thomas. Het duurde nog tot 1989 voor er weer een nieuw album van Tears for Fears
te horen was. Achter de studiomuren was inmiddels al heel wat gebeurd. Drie
jaar eerder was Orzabal gestart met nieuw werk voor een album. Dat deed hij
met twee nieuwe producers, Clive Langer en Alan Winstanley. Maar de
geschiedenis herhaalt zich snel. Hij kon het niet zo vinden met de heren en
vroeg Chris Hughes terug. Orzabal had al wat gecomponeerd, ‘Badman’s Song’,
samen met Nicky Holland (1959- /keyboards, zang). Die samenwerking verliep
best vlot. Dat gold minder voor die met oude makker Stanley. Met Stanley en
Hughes wist Orzabal nog ‘The Seeds of Love’ te maken, daarna liepen de
meningsverschillen over de te volgen richting hoog op. Zo hoog, dat Orzabal
alleen verder ging. Na van alles en nog wat geprobeerd te hebben besloten
Orzabal en Smith uiteindelijk het nieuwe album zelf te gaan produceren. Dat
deed Orzabal vooral met hulp van Holland, zij is daarmee een vaste
steunpilaar in het proces naar dat album, maar ‘The Seeds of Love’ is vooral
een album van Orzabal. Hij had het idee en wilde het uitvoeren. Dat mocht
wat kosten ook, de productiekosten kwamen bij de eindafrekening uit op zo’n
slordige 1 miljoen Pond. Een klein vermogen dus. Maar dan had je wel wat.
‘The Seeds of Love’ zou je met enige historische kennis best de ‘Sgt.
Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ (1967/The Beatles) van de jaren tachtig
kunnen en mogen noemen. Luister maar eens, zelfs die grappige
Beatles-achtige trompetjes zijn er te horen, net als de vele laagjes en de
‘psychedelische’ invloeden, de jazz, blues en klassiek. Daarbij vervormde
stemmen en bewerkt geluid. Kijk ook maar eens naar de hoes, anders, maar
toch. Het lange sleutelen en verbeteren en al die gasten leverde na lange tijd dus ‘The Seeds of Love’ op. Lang ook, omdat Orzabal een perfectionist geworden was en alles precies moest hebben zoals hij het in zijn hoofd had. Smith, in deze periode aan het scheiden van zijn eerste vrouw, was daartegenover weinig gefocust op het album en leefde liever een leven als dat van een ‘jet-setter’. Het leverde frustratie en onenigheid onderling op. Zoveel zelfs dat Orzabal de laatste track ‘Famous Last Words’ aangreep om de pers te laten weten dat dit wel eens het laatste album van Tears for Fears zou kunnen zijn. Hij zou – voorlopig- gelijk krijgen. Het album verscheen in september 1989. Kort daarvoor, eind augustus, werd
een eerste single uitgebracht: ‘Sowing the Seeds of Love’/’Tears Roll Down’
(1989). Het publiek was de band niet vergeten en bracht de single in de top
van menig hitlijst: eerste in Amerika en Canada, tweede in Italië, derde in
Nederland, vierde in Ierland en Nieuw Zeeland, vijfde in Engeland, achtste
in Spanje en Zweden en elfde in Zwitserland, België en Duitsland. ‘The Seeds of Love’, het album, was succesvol, maar minder dan het vorige. Weliswaar een eerste positie in Engeland en Ierland, maar daar bleef het bij. Hoog scoorde het album nog in Canada (5e), Nederland (7e), Frankrijk (3e), Duitsland (5e), Nieuw Zeeland (4e), Zweden (5e) en Zwitserland en Amerika (8e). Klinkt best goed, maar vergeleken bij ‘Songs from the Big Chair’ was dit andere en vooral dure koek. En dat ondanks de roemende woorden van menig recensent. Rolling Stone noemde het “outstanding music”, The Chicago Tribune zelfs “astonishing”. Natuurlijk mag iedereen er wat van vinden en wat anders ook, maar in de lijn van de drie is ‘The Seeds of Love’ het album met het meeste luisterplezier. Er is zoveel te ontdekken, het is rijk aan laagjes en klangfarben en verwijst naar heel wat muziek uit het verleden. Een muzikaal paradijs voor muziekconoisseurs. Orzabal: “Out of all our albums I’d probably rank it highest. It’s not the purest. In that sense maybe The Hurting was the last real Tears for Fears album. Musically and technically Seeds of Love is very impressive.” Minder ook deden de drie volgende singles het: ‘Woman in Chains’ (1989), ‘Advice for the Young at Heart’ (1989) en ‘Famous Last Words’ (!990). Het afnemend succes was niet de essentie dat Orzabal en Smith uit elkaar gingen, dat was meer het verschil in levensstijl en aanpak. Een andere bijdrage aan de breuk kwam uit onverwachte hoek. Tears for Fears’ manager, Paul King, was bankroet verklaard en beticht van fraude. Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot drie-en-een-half jaar cel en ontzetting uit zijn functie voor de komende tien jaar. Het trok een zware wissel op Smith en Orzabal. Uiteindelijk gaf Smith aan dat hij de groep zou verlaten en de naam, ‘Tears for Fears’ aan Orzabal liet. Daarna gebeurde er nog van alles, maar de gloriejaren leken/lijken wel
voorbij. Orzabal bracht als Tears for Fears een nieuwe single uit, ‘Laid So
Low’(Tears Roll Down)’/’The Body Wah’ (1992), maar eigenlijk hebben we het
dan bijna over een soloproduct. Smith verhuisde naar New York en begon een solocarrière, hij bracht een,
naar eigen zeggen, vreselijk album uit: ‘Soul on Board’ !993). Orzabal
bracht onder de naam Tears for Fears nog twee albums uit: ‘Elemental’ (1993)
en ‘Raoul and the Kings of Spain’ (1995); het eerste met meer succes dan het
tweede. Tsja, wat is een echt Tears for Fears album? Zelfs de eerste drie zijn
behoorlijk verschillend. Waar ‘The Hurting’ soms een pijnlijk verslag is uit
de getroebleerde jeugd van het duo en het album synthetisch gekleurd is, is
‘Songs from the Big Chair’ er al een die minder donker is en eerder
maatschappelijk georiënteerd is en door gitaren wordt bepaald. Het laatste
album uit de reeks van drie, ‘The Seeds of Love’ klinkt door alle laagjes en
de hele, kleurrijke uitstraling bijna als een uiting van jubel en ‘joy’. Hoe
dan ook, Roland Orzabal en Curt Smith leverden maar mooi een drietal
succesvolle albums af, maar, het is zoals Orzabal het zingt in ‘Famous last
Words’: “al onze liefde en al onze pijn zal maar een deuntje zijn…” |
||
tekst: Paul Lemmens, september
2021 plaatjes: © Mercury/Fontana/UMC |