![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Pink Floyd: Atom Heart Mother De waarheid van een koe |
||
---|---|---|
Pink Floyd’s ‘Atom Heart Mother’ was in 1970 een indrukwekkend, vergaand album. Er kwam ook nogal wat op je af: geluiden in Musique Concrète-stijl, klassieke muziek en die van de band zelf. Het album wordt door sommige bandleden afgedaan als “rubbish”, maar daarmee doen ze zichzelf te kort, zeker als je het plaatst in de lijn van de tijd. Lees het verhaal van Atom Heart Mother, een album waarvan je na het weten van alle feiten alleen nog kan denken dat het een wonder is dat het er überhaupt is gekomen.
Voordat Pink Floyd met de opnames begon voor wat ‘Atom Heart Mother’ zou
worden, was de groep een maand in Rome. Regisseur Michelangelo Antonioni had
de muziek van de band in Londen gehoord toen hij daar bezig was met zijn
film ‘Blow Up’ (1966). Voor zijn nieuwe film, ‘Zabriskie Point’, vroeg hij
Pink Floyd de soundtrack te verzorgen. Pink Floyd had dan al muziek gemaakt
bij de films: ‘Tonite Let’s All Make Love in London’ (1967), ‘The Committee’
(1968) en ‘More’ (1969). Antonioni bleek niet gemakkelijk tevreden te
stellen, hij wilde totale controle over alles, dus ook de muziek. De groep
kon alleen ’s nachts in de studio terecht en moest dus noodgedwongen overdag
slapen. Lastig ook, want als je het diner niet gebruikte werd dat weggehaald
en kwam er niets vervangends voor in de plek. Op de eerste uitgave van de ‘movie-soundtrack’ staan dus drie Pink
Floyd-werken: ‘Heart Beat, Pig Meat’, ‘Crumbling Land’ en ‘Come in Number
51, Your Time is Up’. ‘Heart Beat, Pig Meat’ is een experimenteel nummer met
Afrikaans aandoende drums en een orgelpartij die zo van ‘More’ zou kunnen
komen. Een groot deel van de track is gehuld in echo’s en wordt overgoten
met ‘soundscapes’. ’Crumbling Land’ is volgens gitarist David Gilmour: “A
kind of Country & Western number which he (Antonioni) could have done better
by any number of American bands, but he choose ours – very strange.” ‘Come
in Number 51, Your Time is Up’ is een simpele verbouwing van de oude bekende
‘Careful with that Axe, Eugene’. Bij het opnemen van de muziek voor Zabriskie Point in Rome waren er wat ideeën ontstaan voor een nieuw album. De diverse experimenten voor de film, akoestische muziek, Country & Western, jazz hadden ook zo hun sporen achter gelaten. David Gilmour (1946- /gitaar, basgitaar, zang) had een gitaarstuk waar hij graag iets mee wilde doen. Zijn werktitel: ‘Theme from an imaginary Western’. Zijn gitaarthema werd aangevuld met stukken orgelmuziek van Rick Wright (1943-2008/keyboards, vibrafoon, zang), baspartijen van Roger Waters (1943- /basgitaar) en drums van Nick Mason (1944- /drums, percussie). Langzaamaan ontstond een lang werkstuk. De nieuwe, voorlopige naam: ’The Amazing Pudding’. Het maken van een lang nummer was op dat moment heel logisch. Een stuk als ‘Embryo’ bijvoorbeeld was tijdens live-concerten van een paar minuten al opgerekt tot een minuut of twintig. Pink Floyd speelde nieuw werk vaak al live voordat het tot studio-opnames kwam. Live spelen betekende stukken aanscherpen, weglaten, andere elementen toevoegen. De compositie werd er beter van en in de studio makkelijker gespeeld. ‘The Amazing Pudding’ stond dan ook een aantal keer op het live-menu, zoals in januari in Hull. Maar ondanks dat het stuk af leek vond de heren dat er ‘iets’ ontbrak aan hun pudding. Waters had al eens eerder kennisgemaakt met Ron Geesin (1943- /componist, instrumenten). Geesin was ooit pianist geweest van The Original Downtown Syncopaters’, een Dixieland jazzband. Daarna ging hij solo, maar werkte tegelijkertijd als ‘geluidseffectenman’ bij reclame’s voor radio en tv. Geesin maakte een eigen stijl elektronische muziek en bracht in 1967 het album ‘A Raise of Eyebrows’ uit, een collage van geluiden, muziek en teksten. Zijn aanpak was behoorlijk vooruitstrevend en vernieuwend. Geesin maakte ook de soundtrack bij de documentaire ‘The History of Motoring’ van Mason’s vader en was een goede vriend geworden van Waters. Op ‘Ummagumma’ (1969) is Geesin, onvermeld, te horen op Water’s nummer: 'Several Species of Small Furry Animals Gathered Together in a Cave and Grooving with a Pict'. Het leidde tot een nieuwe samenwerking voor de filmmuziek van ‘The Body’, een film van Roy Battersby over het biologisch functioneren van het lichaam. Parallel aan het werken aan ‘Atom Heart Mother’ maakten Geesin en Waters de muziek erbij. Het idee was om zoveel mogelijk lichaams-eigen-geluiden te verwerken in de muziek:, kletsen van handen op lichaamsdelen, boeren, scheten, snuiven, lachen, fluisteren, enzovoorts. Die geluiden worden afgewisseld met stukken klassieke muziek (Geesin) en akoestische gitaar met zang (Waters). Het slotstuk, ‘Give Birth to a Smile’ wordt, zonder enige vermelding daarvan, gespeeld door Pink Floyd. Wie de achtergrondzangeressen wordt ook al niet vermeld, maar als je naar met name dit nummer luistert is de muziek en aanpak van ‘Dark Side of the Moon’ (1972) minder verrassend. De soundtrack, ‘Music from the Body’, werd in 1970 uitgebracht, maar viel in die tijd, naast ‘Atom Heart Mother’ die ook in 1970 werd uitgebracht, nauwelijks op. Terug naar de studio. De basis van ‘The Amazing Pudding’ is dus klaar. Op
de doos van de tape staat echter: ‘Untitled Epic’. Maar er moest nog iets
met dat episch verhaal gebeuren. Vaag wisten ze wel wat. Geesin was iemand
die de groep wellicht kon helpen met het ‘iets’ dat nog nodig was, daarom
werd hij rond de zomer gevraagd om wat ‘orchestral colour’ en wat ‘choral
parts’ toe te voegen. Dat wilde hij wel zonder daarmee te beseffen in welk
wespennest hij zijn hoofd had gestoken. Met de basistrack ging Geesin aan de slag, de groep ging ondertussen op
tournee door Amerika. Daar werd het nieuwe werk gespeeld in onder anderen
The Fillmore East en Fillmore West. Geesin ondertussen: "A hell of a lot of
work. Nobody knew what was wanted, they couldn't read music …" Bij
terugkomst had Gilmour de ideeën voor de melodische lijnen en samen met
Gilmour en Wright werkte Geesin aan die delen en het deel voor het koor.
Bij het Pops Orchestra ondertussen daverde de basistrack, drums & bass, op de achtergrond en dat leverde een nieuw probleem. Doordat er overal microfoons stonde ‘lekte’ het geluid van die track door de opnames van het orkest. Dat bleek een onherstelbaar iets, zelfs op de dag van vandaag met alle moderne computertechnieken zijn die stukken niet uit te gummen. Bij de uiteindelijk montage werd het geluid daarom minder helder. Mason: “This unerasable spill forever ensured that ‘Atom Heart Mother’ lacked the sonic clarity we have always strived for.” Het ‘Untitled Epic’ was na toevoegingen van geluiden uit het dagelijks leven af. Daarmee begaf het stuk en de groep zich in de voorhoede van de muzikale ontwikkelingen. Elektronische muziek, stukken Musique Concrète (de alledaagse geluiden), klassieke muziekstukken, koorzang én een rockband, dit was behoorlijk nieuw. Als je kijkt naar Pink Floyd’s vorige album, ‘Ummagumma’, is het een logische stap voorwaarts. Zeker op de vier individuele muziekstukken werd veelvuldig gewerkt me stukjes elektronische muziek en de geluiden uit de natuur of stad. Het werken met ‘moods-tapes’ wierp hier ook zijn vruchten af. Geesin heeft met zijn bijdragen een mooie balans gebracht in het geheel. Soms staat het orkest op de voorgrond, dan weer de band. Al met al is het door de toevoegingen een inderdaad een episch, bijna filmisch ‘verhaal’ geworden. In ieder geval een stuk muziek waar ik in 1970 behoorlijk van ondersteboven was. In juni 1970 werd de vernieuwde versie, zonder koor en orkest, maar wel
met de toegevoegde geluidseffecten gespeeld tijdens het Bath Festival of
Blues and Progressive Music. Daar heette het nummer nog steeds ‘The Amazing
Pudding’. Maar toen John Peel de band vroeg hoe het nummer heette toen ze
dat live voor de BBC gingen spelen mét koor en orkest wisten ze niet zeker
of dat wel een goede naam was. Daarop gaf Geesin de groep een krant, The
Evening Standard, en zei dat ze daaruit wel een titel konden halen. Op de
voorpagina stond een artikel over een jonge vrouw die na de geboorte van
haar kind een pacemaker gekregen had. Toen zo bijzonder dat het op de
voorpagina stond, nu in ziekenhuizen een dagelijkse handeling. De kop van
het artikel: “Atom heart mother named; nuclear drive for woman’s heart”. En
voilà, daar was de definitieve titel. De B-kant van de lp werd gevuld naar analogie van ‘Ummagumma’, muziek van
de individuele leden, maar dit keer wel door de hele groep gespeeld. ‘If’ is
een song van Waters. Het is een rustig nummer, gespeeld op akoestische
gitaar. Denk een beetje aan ‘Grantchester Meadows’ (Ummagumma).
Langzamerhand breidt de song uit met elektrische gitaar, piano en drums.
‘If’ is nauwelijks live gespeeld. Helemaal nooit live gespeeld is ‘Summer
‘68’ van Wright. Een song in stijl met ‘Atom Heart Mother;, rustige
pianostukken, afgewisseld met orkestdelen en akoestische gitaar. Een kleine
‘tour de force’ en daarmee alleen al lastig live te spelen. Vreemd genoeg
werd juist dir nummer in Japan op single gezet. Tsja. ‘Summer ‘68’ gaat over
Wright’s ‘relatie’ met een groupie tijdens een tournee en heette eerst ‘One
Night Stand’. Wel vaak live gespeeld is Gilmour’s ‘Fat Old Sun’, nog altijd
een van zijn favoriete songs. Ook dit is een rustig nummer, met
verschillende gitaren en een bijna breekbare zangpartij. De uitsmijter is
een mooie, maar heftige gitaarsolo. Mason’s idee was ‘Alan’s Psychedelic
Breakfast’. Helemaal passend in de werkwijze, geluiden van alledag
combineren met muziek. Alan is Alan Styles, een van de roadie’s van de band.
Hij doet zelf mee, staat op, zet water op voor thee, de kraan drupt, hij
bakt een ei en praat wat. Zijn ontbijtje wordt in drie delen opgeknipt:
‘Rise and Shine’; ‘Sunny side Up’ en ‘Morning Glory’. Na elke actie volgt
een stukje muziek, gedomineerd door piano, orgel en akoestische gitaren. In
sommige delen, met name de Hammond-orgel-partijen van Wright, herken je al
klanken die later op ‘Dark Side of the Moon’ zouden terugkeren. Op de eerste
lp-versies loopt de druppende kraan door tot in de uitloopgroef bij het
label. Had je geen automatisch afslaande pick-up, dan bleef de kraan maar
druppen…. Fantastisch stuk! Eenzelfde aanpak zie je terug in de hoes, de inmiddels beroemde hoes met de prachtige koe voorop. Een geniaal idee. De koe heeft jarenlang bij mij aan de muur gehangen. Dat zegt genoeg. De hoes is van Pink Floyd’s vrienden van Hipgnosis, Storm Thorgerson en John Blake. Nu Pink Floyd met de muziek voor het nieuwe album uit de kosmos op aarde was geland wilde Thorgerson dat verbeelden met een aards element, immers “something plain”, had men gevraagd. Wat is dan beter dan een gewone koe? Hij reed met zijn camera in de auto de velden in bij Potter’s Bar, en fotografeerde de eerste beste koe die hij zag. Achteraf bleek dat ‘Lulubelle III’ te zijn. Hij maakte nog meer foto’s in de omgeving en dat was het. Op de uiteindelijk hoes staat Lulubelle de derde voorop, achterop een drietal andere koeien, maar nergens namen of tekst. Die staat in de binnenkant over een zwartwit foto van een wei met koeien. Een tijdloos plaatje. De heren Floyd vonden het prachtig, de heren EMI minder: “Do you want to destroy this record company?” Nee, dat niet en, zoals vaker, hadden ze geen enkel besef van de uitwerking. ‘Atom Heart Mother’ werd op 2 oktober 1970 uitgebracht in Europa, acht dagen later in Amerika. In Engeland kwam het album op de eerste plek, in Nederland tot de 5e, Frankrijk 4e, Duitsland en Denemarken 8e, Noorwegen 13e en Amerika 55e. Veel gouden albums daarom. Pink Floyd was ‘plotseling’ een populaire band. Zoals zo vaak was de muziekpers niet bepaald lovend. Het denkraam moest verder open en dat blijkt in praktijk toch een weerbarstig en vastgeroest raam. Filmregisseur Stanley Kubrick zag wel wat in de muziek van ‘Atom Heart Mother’ voor zijn film ‘A Clockwork Orange’, maar, omdat hij niet goed uit kon leggen hoe en wat hij daar mee ging doen, zag de band daar vanaf. Het album, de koe, is wel te zien in de film. Pink Floyd was in 1970 nog dik tevreden over hun jongste product en
natuurlijk moest het live uitgevoerd worden. De eerste keer was dat op het
‘feestje’ van Pink Floyd’s muziekuitgever Blackhill: ‘Lose Your head in Hide
Park’, een ‘free concert’. Omgeven met Kevin Ayers, Third Ear Band en Edgar
Broughton werd ‘Atom Heart Mother’ het park ingeslingerd. Door de opzet,
koor en orkest, en de omstandigheden een wat minder spontaan gebeuren dan
men gewend was. In een “lesser sound quality” is een zwartwit impressie te
zien, afkomstig van de dvd/blu-ray uit ‘The Early Years, 1970, Devi/Ation’.
Menig oor van toen zal toen geklapperd hebben van verbazing. Achteraf kreeg Pink Floyd meer en meer moeite met hun eigen werk. Gilmour
noemde ‘Atom Heart Mother’ ooit “a load of rubbish, a good idea but it was
dreadful.” Desondanks speelde hij er soms wel stukken uit bij zijn eigen
concerten. In 2008 voerde Geesin het werk twee keer uit met een Pink Floyd
tribute band, de Italiaanse Mun Floyd, een kamerkoor, koperensemble en
cellospeler – Caroline Dale – en gaf er tekst en uitleg bij. Bij de tweede
show trad een gastmuzikant op, ene David Gilmour(!). In 2013 schreef Geesin
een boek over het ontstaan van ‘Atom Heart Mother’: ‘The Flaming Cow’.
Daarin beschrijft hij zijn visie op het ontstaan van het album en vooral
alle ellende die hem ten deel viel. Waters nam eigenlijk totaal afstand van
het werk: "If somebody said to me now – right – here's a million pounds, go
out and play Atom Heart Mother, I'd say you must be fucking joking." Bij latere lp-versies is flink gerommeld met de hoes en kwam er alsnog een naam en titel op de voorzijde van het album. In 1994 werd voor het eerst een geremasterde cd-versie van ‘Atom Heart Mother’ op de markt gebracht, in 2011 nogmaals, dat werd de ‘Discovery Edition’. De laatst bekende, geremasterde versie is die uit 2016, maar die is, qua geluid, hetzelfde als de 2011-versie. Bij de diverse remasters is het cd-boekje uitgebreid met een serie foto’s, maar zijn ook foto’s toegevoegd of veranderd, maar gelukkig is de koe op de voorkant gebleven. Op de achterkant is wel, noodgedwongen weer, een en ander veranderd. Het mooist zijn de -mini-lp-cd’s, cd’s met een mini-uitvoering, in karton, van de originele lp-hoezen. Alles aan ‘Atom Heart Mother’ was nieuw, onconventioneel. Niet alleen de
fusie van klassiek, rock, geluiden, een blazersensemble en een koor, maar
ook de verpakking. Voor Pink Floyd was het een logische stap op het pad de
groep bewandelde, een pad van een groep die grenzen verlegde en vergaand
durfde te experimenteren. Dat zie je terug in de hoes met alleen die
afbeelding van een koe erop. Hoe ver kon je gaan? Niet veel verder dan dit.
De hoes is een icoon op zichzelf geworden, herkenbaar uit duizenden. Dat de
groep achteraf ‘Atom Heart Mother’ minder geslaagd vond is begrijpelijk in
de zin van een leercurve. Dit album was vooral een in een leerfase. Het
resultaat van het leerproces werd ‘Meddle’ (1971), met daarop ‘Echoes’. Dat
nummer is in feite niets meer of minder dan ‘Atom Heart Mother 2.0’. In 1970
– en tot de dag van vandaag - was ik maar wat blij met het fascinerende
‘koeienalbum’. Pink Floyd’s ‘Atom Heart Mother’ is, eenvoudig weg, de
waarheid van een koe. |
||
tekst: Paul Lemmens, juli
2021 plaatjes: © Pink Floyd Music/Harvest/EMI |