![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Matching Mole "It's the Mole!" |
||
---|---|---|
De bedoeling was een album met liefdesliedjes, maar het werd een experimenteel jazzrock-achtig album met slechts sporadisch wat zang. Er kwam nog een album, daarna was het voorbij; te veel gedoe, te veel drank en te weinig muziek. Lees het verhaal van Matching Mole, de band die slechts één jaar bestond, maar wat een erfenis!
Je houdt van zingen, vooral over alledaagse dingen, zoals de theemachine in de gang, maar dan ontwikkelt de groep waarin je zingt én drumt zich in een andere richting waarbij zang niet meer past. Wat wordt dan belangrijker, de zang of het drumspel? Robert Wyatt kon zijn teksten niet meer kwijt in de steeds meer richting jazzrock gaande band Soft Machine. Hij bleef nog een tijd drummen, vooral omdat het zijn eigen band was. Na ettelijke gesprekken was duidelijk dat het niet meer ging. Hij gaf het zelf aan: ‘I better could play in another band’. Dat was genoeg voor de rest en hij werd er vervolgens met dat argument uitgegooid, gefrustreerd en boos. Het zou nog jaren duren voordat hij over deze periode kon praten. Later gaf hij toe in die periode te dronken en te arrogant te zijn geweest. Meteen na zijn vertrek begon hij een nieuwe band, die hij met een megaknipoog: ‘Matching Mole’ noemde. Wyatt, die goed Frans sprak, wist namelijk dat ‘machine moelleux/molle’ hetzelfde betekent als ‘soft machine’. Matching betekent ‘passend’, maar klinkt ook als…. Precies! ‘Moelleux/molle’ klinkt dan weer als ‘mole’ en dan kom je al snel uit bij de ‘passende mol’ op de voorkant. Je zou, gezien de situatie, een album verwachten met veel zang, maar niets is minder waar, bij Matching Mole wordt er niet eens zo heel veel gezongen. Soft Machine begint als een band met korte songs, liedjes én
experimentele muziek, beetje jazz, rock, klassiek. Nieuwe klanken in een
nieuwe tijd. De eerste twee albums staan vol met zang van Kevin Ayers en
Robert Wyatt (1945- ). Vooral die van Wyatt vallen op, hij heeft een wat
kleine stem, slist soms en zingt vooral over wat hij ziet in zijn omgeving
of wat hij heeft meegemaakt. De ‘doodgewone’ dingen. Wyatt is bijvoorbeeld
niet heel lang en daarover zingt hij in ‘Why am I so short?’: “I'm nearly 5
ft. 7 tall. I like to smoke and drink and ball. I've got a yellow suit
that's made by Pam. And every day I like an egg and some tea. But best of
all I like to talk about me!” Pam is zijn toenmalige vriendin, Pam Howard.
En in ‘Have You Ever Been Green?’ horen we: “Thank you Noel and Mitch, Thank
you Jim for our exposure to the crowd. And thank you for his coattails Mike
you did us proud.” Noel en Mitch zijn Noel Redding en Mitch Mitchell,
bassist en drummer van de Jimi Hendrix Experience. Daarmee deed Soft Machine
een tournee door Amerika. Jim is Jimi Hendrix en Mike is de keyboardspeler
van Soft Machine, Mike Ratledge. Wyatt zette zijn drumstel op in zijn garage en vroeg wat vrienden om mee
te komen spelen. De een is Phil Miller (1949-2017), gitarist, de ander
bassist Bill MacCormick (1951- ). Omdat Wyatt al veel buiten Soft Machine
gespeeld had kende hij veel mensen. Miller komt uit de band Delivery,
MacCormick uit Quiet Sun. Die laatste was onder anderen met gitarist Phil
Manzanera die op zijn beurt in Roxy Music terecht kwam. Op een ‘dieet’ van
thee en toast met gebakken eieren en Marmite wordt gezocht naar een muzikale
richting. Wyatt had een vaag plan: “doing an album with love songs”. Jaja.
Als vierde man sloot Dave Sinclair (1947- ) aan. Sinclair speelde orgel en
piano in Caravan, maar had net besloten daar te stoppen omdat die groep naar
zijn zin te vrij ging spelen. In die tijd was het heel normaal dat lp’s in twee weken tijd werden opgenomen, maar voor ‘Matching Mole’, het album dan, was dat anders. De CBS-studio waarin ze zouden moeten opnemen werd gesloten wegens verhuizing, dus er was van alles niet meer, de elektriciteit viel regelmatig uit of ze werden simpelweg gebeld dat ze niet konden komen vanwege de verhuizing. Uiteindelijk is het eerste album in drie verschillende studio’s opgenomen. Bijzonder is dat de insteek waarmee Matching Mole aan het werk zou gaan al vrij snel achterhaald was. Meer songs voor zowel Wyatt als Sinclair, maar daar hoor je weinig van. Op sommige plekken, zeker op de oude kant twee van de lp, is de groep nog losser dan Wyatt’s oude groep Soft Machine. Wyatt had er geen moeite mee, Sinclair wel. In eerste instantie werd hij ‘aangevuld’ met de Nieuw-Zeelandse Dave MacRae (1940- ). Wyatt over MacRae: “He really enjoyed the danger of playing in an anarchic situation.” Grappige bijkomstigheid was dat MacRae die juist nu opzocht, hij was bekend van jazzdrummer Buddy Rich bigband en van Ian Carr’s Nucleus, allebei iets meer gestructureerde bands. Er is weinig fantasie voor nodig om het eerste album, simpelweg ‘Matching
Mole’ (1972) genoemd, qua muziek, te plaatsen na ‘Volume Two’ van Soft
Machine. Net zo experimenteel en in de zang net zo expressief. De eerste
track ‘O Caroline’ gaat over Caroline Coon, de journaliste met wie Wyatt een
affaire gehad schijnt te hebben. Door de hele track heen is het oh zo
wonderschone geluid van de Mellotron te horen. Wyatt was gefascineerd door
het apparaat en deed bijna niets anders meer dan daar op spelen. Ik snap dat
wel. De tweede track, ‘Instant Pussy’ is een bewerking van ‘To Carla, Marsha
and Caroline’. Die is te vinden op Wyatt’s eerste soloalbum ‘The End of en
Ear’ (1970). ‘Signed Curtain’ is een echte Wyatt-song: “this is the first
verse, this is the second, this is the bridge, key change…”. Esoteric Records bracht in 2012 zomaar een dubbel-cd uit van dit eerste
album. Op de tweede cd staan een viertal tracks van de opnamesessies en twee
van Radio One Sessions in januari en april 1972 voor de show met John Peel.
Die laatste twee waren niet nieuw, want Hux Records had dit materiaal eerder
al uitgebracht (2006). De studiotracks zijn betere bonussen en laten horen
hoe er toen gewerkt werd. ‘Signed Curtain’ duurt een stuk langer en heeft
alleen nog klanken en geen tekst. ‘Memories Membrane’ was blijkbaar niet
geschikt. ‘Memories’ is de in Soft Machine/Robert Wyatt-kringen bekende en
prachtige song van Hugh Hopper die in heel wat gedaantes in de geschiedenis
van Canterbury-bands opduikt. Over Hopper gesproken. Op het reguliere album
staat de track ‘Dedicated to Hugh, but You Weren’t Listening’. Het is een
ode aan de bijna gelijknamige track, ‘Dedicated to You, but You Weren’t
Listening’ van Soft Machine’s Volume Two album. Hopper was trouwens al snel
weer present bij Wyatt’s opnames. Wyatt en Hopper, dat altijd in harmonie:
‘Hopper heeft mij altijd geholpen, omgekeerd zal ik hem ook altijd helpen.” Na het album volgde een korte tournee door België en Nederland waar de groep, nu bestaande uit de vijf musici dus, goed ontvangen werd. Beter dan in eigen land. Aan het eind van de tournee stapt Sinclair uit de band, moe van al die improvisaties: “Things got very loose.” Hij zou daarna, kortdurend, terugkeren bij de band waar hij vandaan kwam, Caravan. MacRae, die nu meer tijd in zijn agenda had, bleef als enige keyboardspeler. Nog in hetzelfde jaar (!), 1972 nog steeds, komt album nummer twee:
‘Matching Mole’s Little Red Record’ met de zo sprekende voorkant. Was het
eerste album van Matching Mole nog een reactie op Wyatt’s vertrek uit Soft
Machine en in die zin eigenlijk een soloalbum met hulp van gelijkgestemde
musici, ‘Little Red Record’ is een echt groepsalbum. De toon wordt vooral
gezet door MacRae met zijn Fender Rhodes al dan niet gemangeld door
effecten. Wyatt: ‘Every band should have Dave MacRae in it!”. Doe maar niet
denk ik meteen, dat wordt mij te duur. Ik viel indertijd als een blok voor
dit album en nog steeds is het een van mijn favorieten. Matching Mole zet
een welhaast dromerige sfeer neer die je door het album meeneemt. Luister
eens met een koptelefoon op. De tracks lijken, doen dat soms ook, in elkaar
over te lopen, waardoor je in de sfeer blijft zitten. Je zou het met de
kennis van nu kunnen parkeren in het hok ‘jazzrock’, maar evengoed als
‘experimenteel’ en dan weet je in feite nog niets. Er zijn wat structuren,
maar daarbinnen kan enorm geïmproviseerd worden. Tel daarbij op MacRae’s
geluidsexperimenten en, verbazingwekkend, weinig zang van Wyatt. Het meest
in het oor springende nummer in die zin is ongetwijfeld ‘God Song’. Zo
typisch een Wyatt-nummer, denk aan de oude ‘Moon in June’, maar dan met
alleen begeleiding van akoestische gitaar en basgitaar. Een weergaloos
nummer, ook al schrijft hij op de hoes: “The extremely silly voice parts
were composed and performed bij Robert Wyatt”. Nog iets over de markante voorzijde van het album. Wyatt is altijd politiek betrokken geweest en heeft zich over allerlei situaties al dan niet muzikaal geuit. Zo is hij een tijdlang lid geweest van de Engelse communistisch partij, vandaar al die sterren op de hoes. De revolutionaire afbeelding is direct te herleiden tot een poster/pamflet van de Republiek China uit 1949 met daarop in diverse talen de kreet ‘dat zij vastbesloten zijn Taiwan te bevrijden’. Taiwan werd en wordt gezien als een afvallige ‘provincie’ van China. Ik vind het een prachtig persiflage van Bob Norrington waarop Miller zwaait met Mao’s Rode Boekje en MacRae er veel gevaarlijker uitziet dan hij is. Na het album volgde wat korte tournees. Eén een Engeland in het voorprogramma van bluesman John Mayall, de ander in Frankrijk, België, Duitsland en Nederland in het voorprogramma van Soft Machine (!). Groningen was het letterlijke eindstation van de band (1972). Wyatt werd als leider van een groep geconfronteerd met meer regelwerk dan hem lief was. Daarnaast ondervond hij nog steeds enorme hinder van zijn alcoholverslaving, waardoor logisch denken onmogelijk werd. Het was teveel, zoveel dat hij er niet eens meer aan toe kwam muziek te maken. Hij kon eigenlijk niet anders dan stoppen. MacCormick was er zo door gefrustreerd dat hij letterlijk gaten in de muur sloeg, “dan heb je een MacRae en dan gebeurt er dit”. Phil Miller kwam al snel terecht bij Hatfield and the North, MacCormick als interim-bassist bij Gong. MacRae keerde - voor even - terug bij Nucleus. MacCormick bleef echter bij Wyatt aandringen op verder gaan, er was zoveel potentie. Uiteindelijk gaf Wyatt toe en vonden er in 1973 opnieuw ‘sessies’ plaats in Wyatt’s garage. De setting was nogal anders, want naast Wyatt en MacCormick waren in de garage: Gary Windo (saxen/o.a. Soft Machine), Francis Monkman (keyboards/ex-Curved Air) en soms Fred Frith (gitaren/Henry Cow). Er werd nieuwe muziek gemaakt voor een derde album. Sommige van die tracks kwamen terecht op Wyatt’s ‘Rock Bottom’ (1974). Er werd nu ook gepraat over de zakelijke kanten, een eventueel contract met de nieuwe platenmaatschappij ‘Virgin’ en dat alles onder de naam: Matching Mole Mark II. Het liep echter allemaal heel anders. In juni 1973 viel Wyatt, weer eens dronken, uit een raam en brak zijn rug. Hij raakte verlamd en kwam terecht in een rolstoel. Exit drums en exit Matching Mole. Wyatt kwam er vreemd genoeg herboren uit en maakte een hele reeks prachtige albums, met ‘Rock Bottom’ als eerste (elders op de LemonTree). Na twee albums binnen één jaar was het over met Matching Mole. Jaren later dook af en toe onverwacht een mol op uit het niets. Typische dieren ook. De eerste uiting daarvan was ‘BBC Radio 1 Live in Concert’ (1994) met een vijftal tracks van zo rond de zevenentwintig minuten. Opgenomen in The Paris Theatre. Londen, op 27 juni 1972. Het zijn prachtige opnames die heel goed laten horen hoe Matching Mole live klonk en dat is een iets steviger geluid dan we kennen van de albums. Hux Records bracht dezelfde vijf BBC-tracks, aangevuld met vijf andere uit op de cd ‘Matching Mole on the Radio’ (2006). Op de achterkant van het hoesje staat de behoorlijk wervende tekst: “Robert thinks this album most encaptures what Matching Mole was about. I reckon he’s right.” Was getekend: Bill MacCormick. De meeste tracks zijn begin 1972 opgenomen voor de John Peel Sessions. Een in de historie van de band gezien opmerkelijke is die van 25 januari, dan treedt Matching Mole op met zowel Sinclair als MacRae. We horen van het kwintet ‘Part of the Dance’ en ‘Immediate Kitten’. Wie de muziek van Matching Mole kent kan hier inderdaad volop genieten. Wie de band niet kent, dit is inderdaad een mooie introductie. Of Wyatt gelijk heeft moet je zelf maar horen. Nog meer live-klanken staan op ‘Smoke Signals’, een uitgave van Cuneiform Records (2001). Het rijkelijk met mollen (tekeningen Tom Recchion) uitgevoerd boekje bevat tien tracks die ‘in Europa, 1972, zijn opgenomen. Plaatsen en datums ontbreken. Dat geldt net zo voor de opvolger ‘March’ (2002) van een concert uit maart 1972. Wat een logica. Ooit heb ik gelezen dat de concerten in Paradiso ‘live’ voor de radio werden uitgezonden. Het zou me niet verbazen als we dat concert of een deel daarvan op een van deze twee cd’s te horen krijgen. Hoe dan ook, het zijn allebei onmisbare releases in de korte historie van deze bijzondere band, ook al zijn de ‘liedjes’ bekend. De setting, de sfeer, de improvisaties en de solo’s, ze voegen echt iets toe. Esoteric Records bracht in 2012 zowel ‘Matching Mole’ als ‘Little Red Record’ opnieuw uit. Allebei als 2cd-versie met een aardig kartonnetje eromheen, informatief boekje erbij en wat extra tracks. De extra’s van ‘Matching Mole’ zijn hierboven te lezen. Op ‘Little Red Record’ vinden we nog een keer de BBC-opnamen die we al kennen van zowel ‘BBC Radio 1 Live in Concert’ als ‘Matching Mole on the Radio’. Dit is de derde keer dan. Ach. Interessanter is een viertal tracks met outtakes van de sessies in CBS Studios. Alle vier bijzonder om te horen, zo kent ‘Smoke Signal’ veel meer interessante geluiden en is ‘Flora Fidget’ bijna twee keer zo lang. De track met de langste titel, 'Starting In The Middle Of The Day We Can Drink Our Politics Away' is langzamer en uitgekleder; de uiteindelijke versie heeft meer vocale Wyatt’s. Grappig is ‘Mutter’ waarin het ‘chorus’ van Benge, Christie en Gale overlegt hoe ze de tekst “its the Mole!” gaan brengen. Drie, twee, een.. ja! Met een zestal cd’s, waarvan twee dubbele en wat overlappend werk, lijkt de bron van Matching Mole’s muziek uitgeput. Daarmee dan zijn de originele twee albums alsnog verdrievoudigd. Toch knap gezien de korte tijd dat de mol actief was. Matching Mole staat hier in de kast naast Soft Machine. Terecht, de namen verschillen al nauwelijks, ze doen in muziek niets voor elkaar onder. Helaas stak de ‘bijpassende mol’ (ha!) zijn hoofd te kort boven de grond, zag dat het goed maar te druk was en dook snel weer het duister in. Elders dook hij weer op, maar nu onder zijn eigen naam, Robert Wyatt, en maakte een reeks schitterende albums met heel eigen, karakteristieke muziek. Op de vraag “wat was dat nu in 1972?”, roepen we dan maar even allemaal samen met de Mutter Chorus: “It’s the Mole!” |
||
tekst: Paul Lemmens, april 2020 plaatjes: © CBS/Windsong/Cuneiform Records/Hux/Esoteric Records citaten 'Wrong Movements', Michael King |