![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Boudewijn de Groot Picknick bij nacht en ontij |
||
---|---|---|
Boudewijn de Groot (1944- ) heeft, naast een œuvre bestaande uit mooie
ballades en andere prachtige songs twee, voor Nederland, zeer bijzondere
albums op zijn naam staan: Picknick (1968) en Nacht en Ontij (1969). De
eerste is een ‘psychedelisch’ plaatje, met als ondertiteling ‘de tuin der
lusten’ en wordt wel de Nederlandse Sgt. Pepper genoemd, de tweede is
Nederlands’ eerste conceptplaat (één plaat, één thema) en heeft als leidraad
een heksensabbat(h). In het kort: Jeroen Bosch versus Black Sabbath. Frank Boudewijn de Groot is geboren op 20 mei 1944 in Batavia (Jakarta),
in een Japans interneringskamp. In 1952 kwam het gezin terug naar Nederland,
Heemstede. In dezelfde straat kwam de familie Nijgh wonen, met zoon Lennart
(1945-2002).Lennart had vooral contact met Boudewijn’s jongere stiefbroer
Dirk. De Groot leerde gitaarspelen en zong bekende liederen van bijvoorbeeld
Jacques Brel. In zijn examenjaar maakte hij met Lennart Nijgh een korte
film; de Groot zorgde voor de muziek erbij. De beide jongens gingen
vervolgens naar de filmacademie. Inmiddels was de Groot getrouwd, had een zoon gekregen en werkte bij De
Bijenkorf in Amsterdam om wat geld te verdienen. Als ‘Marcel Oversteege’
presenteerde hij voor radio Veronica een jazzprogramma. Nu mocht de Groot een tweede album opnemen. Dat werd ‘Voor de
Overlevenden’ (1966). Daarop staan songs als ‘Testament’, ‘Verdronken
Vlinder’ en natuurlijk ‘Voor de Overlevenden’. Voor meerdere teksten was er
een samenwerking met Lennart Nijgh; ze gaan vooral over Nijgh’s jeugdjaren.
De plaat verkocht prima en werd door de verkopen beloond met een gouden-,
gevolgd door een platinaplaat en die weer gevolgd door een Edison. Rond deze tijd barstte namelijk de 'flower power' los; de zomer der
liefde. De Beatles kwamen met Sgt. Pepper en niets was meer hetzelfde.
Muziekkrant Hitweek had de Groot uitgedaagd om met een met Sgt. Pepper
vergelijkbaar product te komen. Dat zou dan de eerste Nederlandstalige
psychedelische plaat worden! De Groot moest wel Nijgh overtuigen, want die
was niet zo van de stromingen en grillen. Maar toch, hij leek gevoelig voor
allerlei argumenten en ging aan de slag. De twaalf teksten waar hij mee kwam
waren voor die tijd gepast ‘far out’ en uitstekend geschikt voor het beoogde
doel. De geest van de tijd was ‘grenzeloos'; er kon dus van alles: voor een metalen geluid werd een bijl gekocht, er werd een stukje Jimi Hendrix ‘geciteerd’ (Foxy Lady), Han de Vries (hobo) werd gevraagd iets te komen spelen, maar toen hij kwam nam hij bijna het hele Blazersensemble mee. Natuurlijk moesten er ook Indiase invloeden en eenmaal bezig kon er ook nog wel wat jazz in. Elly Nieman werd gevraagd voor een tweede stem in het nummer Prikkebeen. De nummers ‘Eva’ (de Hemel), ‘De Tuin der Lusten (de aarde) en ‘Megaton’
(de hel) vormen een drieluik (de Hemel, de Aarde en de Hel), dat paralellen
heeft met het gelijknamige drieluik, ‘Tuin der Lusten’ van Jeroen Bosch.
Pepperland van The Beatles werd verruild voor het landschap van Jeroen
Bosch. Kant twee van de plaat kreeg als hoofdstuk dan ook ‘Tuin der Lusten’
mee. Genoeg ingrediënten om een psychedelisch plaat van allure te maken. De opvallende, kleurrijke hoes, ook geheel volgens de geest van de tijd,
werd gemaakt door Simon en Marijke. Die zou je kunnen zien als de
voorgangers van deze periode. Ze werkten onder de naam 'The Fool' voor onder
anderen The Beatles, hadden hun Apple-studio beschilderd en nog wat andere
dingen, zoals Rolls Royces. Ook hadden ze de originele hoes voor Sgt. Pepper
gemaakt, maar die werd helaas afgekeurd. De hoes voor Picknick: een
sprookjesachtig landschap met een elfje, een fee, veel bloemen natuurlijk en
Boudewijn de Groot die de hoes van zijn plaat vasthoudt, waarop Boudewijn de
Groot staat die zijn hoes vasthoudt, enzovoort. Dat noemen ze het
Droste-effect, naar receptuur van het Droste blikje. De plaat werd een groot succes. Hitweek sprak van ‘het eerste echte
Nederpop-album’. De eerste single van het album, ‘Prikkebeen’ kwam tot
nummer 9 in de Top40. In 1969 ontving de Groot een Edison voor deze plaat,
zijn tweede. De Groot’s vierde album moest ook een bijzonder album worden, een met een lang verhaal en weinig of geen liedjes. Voor dit project, Nacht en Ontij, vroeg de Groot de assistentie van een vriend van de filmacademie: Lucien Duzee. Misschien wel vanwege het filmisch karakter dat hij voor ogen had. Dit verhaal was er een van een Heksensabbath, beetje mysterieus, vreemd en met allerlei vreemde namen. Geflirt met de duivel en mystiek en dat alles een jaar voordat Black Sabbath in Birmingham eenzelfde spoor volgde. Op zijn site noemt Boudewijn de Groot het verhaal: “Veel middelbare-schoolpathos, uitbundig gestrooi met exotische namen.” Na het succes van Picknick kon voor Nacht en Ontij eigenlijk alles; ook financieel. De Groot had een beeld voor ogen (oren) van geluid dat niet alleen van links naar rechts kon, maar ook van voor naar achter. Quadrofonie was er nog niet of stond in de kinderschoenen. Pink Floyd experimenteerde met hun zelf gebouwde Azimut Coördinator; een soort handig pookje waarmee Rick Wright het geluid de zaal kon rondsturen. Technicus Albert Kos bedacht iets soortgelijks, een apparaatje, de Groot noemde het een ‘koffiemolentje’ waarmee je het geluid niet alleen kon rondsturen, maar ook harder en zachter kon zetten. Het effect is vooral hoorbaar met een koptelefoon op. Voor de mystieke klanken zorgde niemand minder dan Dick Raaijmakers. Een
bekende naam in de wereld van de elektronische muziek. Op aanwijzingen van
de Groot knutselde hij in zijn eigen studio in Den Haag van alles in elkaar
voor deze lp. Het was een bijzondere samenwerking. De muziek werd verzorgd door een band, genaamd The Tower; de percussiesectie stond onder leiding van Martin Duynhoven; het ‘van’ was even vergeten. Martin van Duynhoven speelde toen slagwerk in, wat gezien wordt als Nederlands meest psychedelische band: ‘Groep 1850’. Later zou hij slagwerk gaan spelen bij – toen - jazzmusicus Theo Loevendie. Over de band Tower doen/deden allerlei geruchten de ronde, mede gevoed
door het ontbreken van de vermelding op de hoes. Uiteindelijk is natuurlijk
wel duidelijk geworden wie daarin zaten: Eelco Gelling (elektrische gitaar),
Jan Hollestelle (bas), Hans Janssen (toetsen) en Kees Kranenburg jr.
(slagwerk). Op diverse sites is ook nog te lezen dat Jay Baar (drums, Q65)
en Herman Deinum (toetsen) meedoen, maar dat ‘feit’ wordt ontkracht op onder
anderen de goed geïnformeerde site van Cuby & the Blizzards. Eelco Gelling
was toen de beste gitarist in Nederland en aangezien alles kon was het niet
heel vreemd hem te vragen. Bij de allereerste lp-persing werd genoemde single als bonus bij de lp gevoegd. Beide tracks zijn later op de cd vóór de originele lp gezet. Dat is ook een vreemde manier, beter was geweest erachteraan of zelfs nog beter als een extra 3” cd-single erbij. Maar de tijd van met geld gooien was toen wel voorbij. Op de voorzijde van de hoes is de Groot, inclusief hanger met kruis (denk nogmaals even aan Black Sabbath) ‘gemonteerd’ voor een groot, wat spookachtig huis. Dat blijkt ‘Landgoed Kareol’ in Aerdenhout te zijn. In datzelfde landgoed werd de lp gepresenteerd. Het verhaal, genaamd Heksen-Sabbath, is één lange track, die in twee delen is gehakt vanwege de lp-kanten. De inleiding op de sabbath is het nummer ‘Babylon’. Door deze opzet heeft de Groot de eerste concept-plaat in Nederland gemaakt. Eind jaren zestig waren conceptplaten ‘in’, later werd de naam bijna een ‘vies’ woord en niet meer gebruikt, ook al werden ze nog wel gemaakt. Ook iets met tijdgeest en modegrillen. Nacht en Ontij, uitgevoerd in een lp met fotoboek, bracht niet het succes van Picknick, integendeel, het is inmiddels een beetje een of zelfs dé vergeten plaat van Boudewijn de Groot geworden. Hij past ook eigenlijk niet zo goed in het totaalplaatje. Maar zo hadden de Rolling Stones bijvoorbeeld hun ‘Their Satanic Majesties Request’; in feite ook al zo’n interessante plaat die niet in de reguliere rij past. Deviantie is een manier van groeien, uiteindelijk. Na nacht en Ontij wilde Boudewijn de Groot een nieuwe stap zetten in zijn carrière door in het Engels te gaan zingen met The Tower als begeleidingsband. Maar dat plan kwam niet van de grond. Daarop vertrok de Groot naar Drenthe; daar had hij een boerderij gekocht. Hij leefde er afgezonderd en trok er veel op met de heren van Cuby & the Blizzards. Het duurde dan ook even voordat wij in het land weer iets van Boudewijn de Groot hoorden. Vijf jaar (!) na Nacht en Ontij kwam pas zijn volgende album uit: ‘Hoe sterk is de Eenzame Fietser’. Op die plaat had de Groot weer de samenwerking met Lennart Nijgh opgepakt en met succes. Met de eenzame fietser was de Groot eigenlijk weer terug bij ‘Voor de Overlevenden’: een plaat met mooie liedjes. Om daar te komen had hij wel twee heel bijzondere uitstapjes gemaakt. Zo’n Picknick bij Nacht en Ontij is een die je niet snel vergeet. |
||
tekst: Paul Lemmens, juli 2018 plaatjes: © Decca |