![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Bossa Nova Zorgeloze, nieuwe stijl |
||
---|---|---|
Het overkwam Elizete Cardoso. Haar album ‘Canção do Amor Demais’ (1958) wordt gezien als het allereerste bossa nova album. Misschien was het de hoes van toen wel; bossa hoezen – nu - laten vaak nauwelijks geklede modellen in wulpse poses zien. De muziek heeft namelijk een onlosmakelijke sensuele kant en dat moet je natuurlijk uitstralen, tenminste dat denken verkopers blijkbaar. Van Canção do Amor Demais werden slechts tweeduizend platen geperst. Het album verscheen op ‘Festa’, een label dat bekend stond om hun uitgaven van gesproken gedichten. Niet bepaald een goede springplank voor succes dus. Maar als je eens goed kijkt wie er op dat album meedoen, wordt er van het latere succes al meer duidelijk: Vinícius de Moraes, Antônio Carlos Jobim én João Gilberto. Hét trio dat bossa nova vormde tot wat het nu is, toen onbekend, nu drie Grote Namen. Ze wijzen allemaal naar elkaar als het gaat om het succes en wie nu de ‘bedenker’ was van die nieuwe muziek. Vaak is het gewoon de tijd, de periode, het samenkomen van mensen op een bepaald moment, de chemie die dan ontstaat. João Gilberto Prado Pereira de Oliveira (1939- ) geboren in Juazeiro,
Bahia, krijgt over het algemeen de eer, maar zonder Jobim en de Moraes was
het waarschijnlijk allemaal anders gelopen. Gilberto kreeg zijn eerste
gitaar toen hij veertien was. Zoals zoveel jongeren speelde hij in een
bandje met vrienden, beïnvloed door populaire liedjes, jazz en zelfs wat
opera. In 1950 wordt Gilberto de primaire zanger in de groep ‘Garotos de
Lua’ (de maanjongens), maar er al even snel weer eruit geschopt, omdat hij
bij de repetities niet of veel te laat verscheen. Gebrek aan werk en geld en
vooral leven van het geld van vrienden stortte hem in een depressie. In 1955
vroeg Luiz Telles hem om te komen zingen in zijn groep, Quitandinha
Serenaders. Gilberto verhuisde, samen met zijn zus Minas Gerais, naar het
zuiden van Brazilië en leefde helemaal op. Hij was helemaal weg van de
muziek van Chet Baker, dat rustige, lome spel zonder opwinding, maar vooral
de bijna fluisterende zang. Dag en nacht componeerde en speelde hij muziek
in de badkamer; dat omdat het daar beter klonk. Gilberto was gelukkig, maar
zijn vader niet, die verklaarde zijn zoon voor gek en liet hem opnemen in
een instelling voor geesteszieken. Na opname volgt een historisch gesprek.
Gilberto zegt tegen de psychiater: “Kijk de wind epileert de bomen”. De
psychiater antwoord droog: “Bomen hebben geen haar”. De killer opmerking van
Gilberto daarna: “Sommige mensen hebben geen poëzie!”. Het duurde even voordat die er echt kwam. Daarvoor was de hulp nodig van Tom Jobim die hemel en aarde bewoog om de plaat onder te brengen bij Odéon, de platenmaatschappij van zijn huidige platenbaas. Jobim vertelde hem dat de jeugd er blij mee zou zijn en ook dat opnamen weinig of niets zouden kosten. Hij kreeg carte blanche. Problemen begonnen meteen al, Gilberto vroeg twee(!) microfoons, een voor zijn stem en een voor zijn gitaar. Het studiopersoneel van de nog steeds strikt Engels, traditionele studio waren ‘not amused’, maar Jobim had geregeld dat Gilberto alles mocht bepalen. Eerst kwam een singel: Chega de Saudade/Bim Bom uit, gevolgd door de lp. Op Chega de Saudade stonden zowel oude, bekende, Braziliaanse nummers en nieuw werk van Jobim en de Moraes, maar wel allemaal in de nieuwe stijl. Geheel in geest van de tijd hoor je wel nog vioolwolken en toch ook wel wat voorzichtige percussie aan de randjes. Voor velen is dit de echte geboorteplaat van bossa nova, daarmee Canção do Amor Demais misschien wel terecht – luister maar eens naar beide platen - passerend. De naam bossa nova is afkomstig uit de tekst die Jobim schreef voor de hoes; een goede – helaas teloorgegane – gewoonte: ‘João Gilberto is a bossa nova bahiano aged twenty seven’. De term komt ook voor in ‘Desafinado’: ‘Isto bossa nova, isto e muito naturel’. Toen de verkoopdirecteur van Odéon in São Paulo de plaat hoorde zei hij: “That’s the last piece of shit that Rio’s going to send to us!” Hij had het volkomen verkeerd ingeschat, de plaat werd een enorme hit en zorgde niet alleen voor een enorme opleving voor Gilberto’s carrière, maar ook voor het populair worden van de bossa nova. Waarom werd deze nieuwe stijl nu zo populair? Dat laatste kwam niet alleen door de zonnige, zorgeloze muziek, maar ook door wat er in het land gebeurde. Na twintig jaar president te zijn geweest van een land in en na een wereldoorlog, maakte Getúlia Varga een eind zijn leven. De nieuwe president, Juscelino Kubitschek, zorgde voor een nieuwe lente in het land, zorgde ervoor dat zijn land weer vooruit kon én vooruit keek en kondigde de bouw van een nieuwe, moderne hoofdstad aan: Brasilia. Het positivisme golfde door Brazilië en daar hoorde, zeker bij jeugd, nieuwe muziek bij. De oude samba (‘Whoever doesn’t like samba isn’t a good guy. He is bad in the head or sick in the foot) was versleten, uitgeleefd, er moest wel iets nieuws komen dat een afspiegeling was van een opfleurend land. Gilberto bracht dat nieuwe. Jazzgitarist Charlie Byrd, op een tournee door zeventien landen (1961), kwam terecht in Rio, hoorde de bossa nova, was diep onder indruk, kocht de platen van Gilberto en nam ze mee naar Amerika. Samen met Stan Getz en producer Creed Taylor maakte hij voor Verve Records de plaat ‘Jazz Samba’. Die plaat kwam bijna onmiddellijk in de hitlijsten en bleef daar zo’n zeventig weken (!). Thelonious Monk vertelde dat ‘bossa nova precies dat was wat de New York jazz intellectuelen ontbeerden: ritme, swing en warmte.’ Na het onverwachte succes nodigde Getz Gilberto en Jobim uit samen met hem nog een plaat in bossa nova-stijl te maken. Dat werd Getz/Gilberto en is inmiddels een van de best verkochte (jazz-)platen ooit. En passant werd een nieuwe ster gelanceerd: Astrud Gilberto. Gilberto’s vrouw (toen) zong op een nummer: ‘The Girl from Ipanema’ (Garota de Ipanema). Het was haar geheime wens en ze deed dat hier voor het eerst buiten het huis-tuin-keuken-badkamer gezang. Aangezien de tekst voor een man geschreven was moest de zin ‘she looks straight ahead not at me’ vervangen worden. Astrud bedacht ter plekke de historische grammaticale verschrikking: ‘she looks straight ahead not at he’. Ze kreeg trouwens niets voor haar bijdrage betaald. Toen het nummer de hitlijsten beklom belde Getz met Creed Taylor. Deze verwachtte een opmerking over betaling aan Astrud Gilberto, maar Getz belde juist om nog eens extra te bevestigen dat zij echt niets kreeg (dan bleef er meer over voor de rest). Met het zingen van ‘The Girl from Ipanema’ bracht Gilberto trouwens menigeen in verwarring, want – in tegenstelling tot wat iedereen dacht, was zij het meisje uit Ipanema niet! Het echte garota was Heloísa "Helô Pinheiro" Eneida Menezes Pais Pinto. Jobim en de Moraes zaten vaak op het terras in de wijk Ipanema en zagen daar bijna elke dag hetzelfde meisje langskomen. Een opvallend verschijning met lang donker haar en meestal op weg met boodschappen voor haar moeder. Twee jaar nadat het nummer zo populair was geworden kwam Pinheiro erachter dat het over haar ging. Jobim was later getuige bij haar huwelijk. De erven van Jobim waren minder makkelijk. Nadat Pinheiro haar boetiek ‘Garota de Ipanema’ had genoemd kreeg ze een proces aan haar korte broek, omdat ze die naam niet mocht gebruiken, ook al was ze zelf de bron van inspiratie. De erven kregen geen gelijk van de rechter. Pinheiro werd niet alleen door het nummer bekend, haar reportage in de Braziliaanse Playboy deed ook wonderen. Een vreemde link met betrekking tot Garota de Ipanema gaat richting Captain Beefheart. In feite was het muziek geschreven voor een toneelstuk, genaamd ‘The Blimp’. Het zou moeten gaan over een Marsman die op aarde landde te midden van het Carnaval van Rio… Die Captain. En wij altijd maar denken dat hij zoiets zelf verzon. Het lied over het meisje uit Ipanema veroverde de wereld, maar ondertussen rolden de tanks langs de stranden in Ipanema. Op 1 april 1964 werd Kubitschek aan de kant gezet door een militaire staatsgreep. De militaire dictatuur begon en duurde éénentwintig jaar (tot 1985). Op het hoogtepunt van de bossa nova werd de nieuwe stijl eigen land hardhandig afgebroken. De grimmige sfeer, de censuur op alle cultuur, weg zon, zee en onschuld. Gilberto bleef tot 1969 in de Verenigde Staten en vertrok daarna richting Mexico. In 1965 trouwde hij voor de tweede keer, nu met Miúcha Buarque. In 1980 keerde Gilberto terug naar Brazilië om daar te werken met Gilberto Gil en Caetano Veloso. Talloze platen van hem zijn in alle jaren verschenen, maar de bekendste zijn toch wel die met Stan Getz. In 1988 bracht EMI zijn eerste drie platen uit (1958-1961) op cd, maar zonder zijn toestemming. Na een rechtszaak werd de cd uit de handel gehaald. Inmiddels is de set opnieuw uitgebracht, opnieuw zonder toestemming. De drie platen zijn recent verschenen op het Franse Fremeaux & Associés. Bijzonder dat drie platen op één cd kunnen… Gilberto geldt als een enigszins excentrieke artiest (wie niet trouwens). Hij houdt niet van interviews, mensenmassa’s, air-conditioning tijdens concerten (vanwege het irritante geluid), slechte akoestiek en had – als voorbeeld - achtentwintig takes nodig om het woord ‘Rosa’ goed uit te spreken. Gilberto heeft een kind: Bebel Gilberto. Zij timmert aardig aan de door haar vader geplaveide weg. Gilberto treedt nog wel op, maar zegt, vanwege een inmiddels broze gezondheid, concerten regelmatig af. Antônio Carlos Brasileiro de Almeida Jobim – Tom Jobim – (1927-1994) is
naast Gilberto de meest bekende en populaire figuur in de bossa nova. Jobim,
geboren in Tijuca, komt uit een prominente familie; zijn vader was
diplomaat, professor, journalist én schrijver. Daar heeft Jobim weinig van
mee gekregen, want al snel scheidden zijn ouders. Moeder vertrok met hem en
haar dochter/zijn zus Helena naar Ipanema en trouwde daar opnieuw. Jobim’s
stiefvader moedigde zijn creativiteit aan en gaf hem zelfs een piano
daarvoor. Zijn moeder vond het helemaal niets, immers van muziek maken en
het leven als muzikant kon je namelijk TBC krijgen! Jobim verdiende in zijn
studietijd – hij studeerde architectuur om indruk te maken op het meisje
waar hij verliefd op was [later trouwde hij inderdaad met haar] - wat bij
door in bars en nachtclubs te spelen, maar dat waren altijd andermans
compositie. Het was geen vetpot, hij stond bekend om zijn geldtekorten. Het succesverhaal van het Getz/Gilberto-album was hier al eerder te
lezen. Het jaar daarop vroeg Creed Taylor om een eigen plaat te maken, maar
dan wel met een orkest en arrangementen onder leiding van en Claus Ogerman.
Jobim: “Ik had een hekel aan die man, ik was in shock, ik minachtte zijn
commerciële muziek.” Ondanks dat werd ook dit album – Antonio Carlos Jobim,
the composer of Desafinado, plays’ een enorm succes. Jobim merkte in
praktijk dat Ogerman en hij uitstekend konden samenwerken en de samenwerking
werd dan ook regelmatig herhaald. Daarbij kreeg Jobim wel meer en meer het
gevoel dat bossa nova uitgemolken werd. Nadat Creed Taylor na een gewonnen
rechtszaak tegen MGM, die toen eigenaar was van Verve, een behoorlijke
achterstallige som geld ontving zette hij zijn eigen label CTI, toen nog
onderdeel van A&M, op. Een van de eersten die hij vroeg een plaat te maken
was Jobim, met… Ogerman! In 1966 ging de telefoon in de favoriete bar van
Jobim. Of hij aan de telefoon kon komen, ene Sinatra aan de lijn. ‘Is het
een goed plan om een heel album met jouw songs te maken?’ vroeg hij.
’Perfect’, antwoordde Jobim. De laatste in het bossa nova-triumviraat is Marcus Vinicius da Cruz e
Mello Moraes (1913-1980), beter bekend als Vinícius de Moraes en ook wel als
‘O Poetinha’ (de kleine dichter). Maar niet alleen een dichter, ook een
vrouwenverslinder en liefhebber van alcoholische dranken aan de ene kant en
een politieke carrière aan de andere kant. Ook nu nog gaat dat vaak samen.
De Moraes is geboren in Rio. Zijn vader, Clodoaldo da Silva Pereira Moraes,
had een belangrijke functie op het stadhuis daar en speelde thuis als hobby
gitaar. Zijn moeder, Lidia Cruz, speelde thuis als hobby vaak piano.
Perfecte setting voor potentieel succes dus. Na een opstand verhuisde de
ouders naar een andere plek, de Moraes ging naar zijn opa en oma om zo de
basisschool af te kunnen maken. Elk weekend zag hij zijn ouders, maar ook
heel wat muzikanten die er over de vloer kwamen. Tijdens de middelbare
school kwam hij al gauw terecht bij het schoolkoor en speelde rollen in
diverse toneelstukken. Met vrienden, Paulo en Haroldo Tapajós, maakte hij
zijn eerste musical. Na de middelbare school studeerde de Moraes rechten en
ontmoette schrijver Octavio de Faria, lid van een katholieke, politiek
rechts georiënteerde denktank. De Moraes bleek heel gevoelig voor dit
denkwerk en sloot aan. Tijdens zijn studie publiceerde de Moraes al twee
essays. De vriendschap met de Faria liep op de klippen door de steeds
openlijkere, homoseksuele toenaderingen van die laatste. De afwijzing was
voldoende voor een – mislukte – zelfmoordpoging van de Faria. Canção do Amor Demais, het album waar het allemaal mee begon, wordt (bron: Rolling Stone Brazil), inmiddels gezien als een van de honderd beste platen uit Brazilië ooit. |
||
tekst: Paul Lemmens, juli 2016 plaatjes: © Odeon/Verve |