Beak is een Engelse band die dwarse,
wat filmische muziek maakt met sterke invloeden van Krautrock.
Tot nu toe maakte de groep vanaf 2009 vier titelloze albums en
één soundtrack.
Beak’s eerste album kwam volgens twee strikte afspraken tot
stand.
Lees het verhaal van Beak, een band die houdt van het geluid van
de jaren zestig, zeventig en tachtig en van vervormde
elektronica.
Bands of bandjes ontstaan meestal spontaan. Musici komen elkaar
ergens tegen, er is een klik en men besluit samen verder te
gaan. In 2008 was er een kerstviering en enkele mensen maakten
daar samen muziek. Dat bleek interessant. Zo zeer zelfs dat een
drietal begin 2009 besloot als band verder te gaan. De groep
werd Beak genoemd. Beak bestond toen uit Geoff Barrow, Billy
Fuller en Matt Williams.
Geoff Barrow (1971- /keyboards, drums, producer, dj) komt uit
Bristol en is het meest bekend van zijn andere band uit dezelfde
stad: Portishead. Barrow is voor een deel eigenaar van Invada
Records en tevens ook producer voor dat label. Het kerstfeest
vond dan ook plaats bij Invada. Billy Fuller (?/bas, viool) komt
ook Bristol. Hij speelde en als nodig is speelt in de band van
Robert Plant (ex-Led Zeppelin), maar heeft gespeeld in Massive
Attack. Matt Williams (?/keyboards) komt ook uit Bristol, speelt
al vanaf zijn derde en maakt als Team Brick experimentele
muziek.
Beak’s eerste album was er een met twee regels. Regel 1: we
maken muziek in één ruimte. Regel 2: geen overdubs. Geoff
Barrow, "We’ve all played on really overdub-y records, but we
felt like this wasn’t about that. We had enough of a sound
between the three of us that we didn’t need to mess around with
it.” (citaat: Wikipedia).
Het trio boekte de State Of Art Studios in Bristol. De sessies
begonnen elke dag rond 12 uur en liepen tot een uur of zes aan
het eind van de middag. Er was niets van tevoren gepland of
bedacht. Muziek ontstond spontaan tijdens de sessies. Teksten
werden à l’improviste gesproken of gezongen, er was niets
uitgeschreven. Sowieso zagen de heren zichzelf niet als
tekstschrijvers of zangers. De zang bestaat dan ook meer uit
klanken, korte zinnen en woorden.
Uit de sessies werden de beste opnames (takes) gekozen voor een
album. Meestal waren de eerste sessies de beste, ook al werden
stukken meerdere malen gespeeld.
Het resultaat van de twaalf dagen is: Beak>. Het album wordt
in oktober 2009 uitgebracht op Invada. Dit album wordt ook wel
Beak 1 en/of “Recordings 05/01/09 > 17/01/09” genoemd. De
hoes is, zoals hiernaast te zien, basic. Het pijltje of ‘>’
zou terugkeren in de volgende hoezen.
Beak> bestaat uit twaalf tracks in lengte variërend,
gemiddeld rond de zes minuten. Het album opent met ‘Backwell’ in
een hartslagachtige baslijn en klanken die lijken op die van
Pink Floyd uit hun begintijd. Heerlijk orgeltje en ‘space zang’.
Halverwege gaan we de Autobahn op met muziek die doet denken aan
Kraftwerk en het drumwerk van Can’s drummer Jaki Liebezeit. De
toon is gezet. ‘Pill’ zet die toon door. ‘Ham Green’ begint
rustig, halverwege echter gaat de fuzz in de bas en wordt het
nummer donker, dreigend. Black Sabbath? De zang klinkt ijl. ‘I
Know’ is pure Krautrock: strak ritme en experimentele geluiden.
De zang is een melodielijn, maar niet te verstaan. Met ‘Battery
Point’ ontstaat rust. Grappig dat Williams kiest voor dat jaren
’60 orgelgeluid. Dat is zo typisch en brengt mij meteen terug
naar die tijd. Het nummer meandert gehuld in echo’s heerlijk
door. Met ‘Iron Action’ gaat Beak op de Can-toer. Denk opnieuw
aan het drumwerk van Liebezeit, maar ook de interrupties van
Holger Czukay met zijn radio-ontvangers.
‘Ears Have Ears’ is een dub-achtig werk met bijpassende
echo-geluiden en een gitaar die dissonant klinkt. ‘Blagdon Lake’
is weer zo’n track met lekkere baslijn. Zo een als uit de
begintijd van de progressieve rock. Ik hou hiervan. De
oscillatoren klinken agressief in ‘Barrow Gurney’. Elektronica
volop hier. ‘The Cornubia’ klinkt bijna als een heuse song, al
is de zang onverstaanbaar en gehuld in echo. ‘Dundry Hill’ zet
die elektronica-fascinatie door, maar wel op een heel trage
beat. Het laatste werk is ‘Flax Bourton’. Weer dat jaren ’60
orgel en een stuwende baslijn. Langzaam bouwt de muziek op en
dooft plotseling uit.
Beak levert met Beak> een zeer interessant debuutalbum af.
Het wordt door de pers goed ontvangen, maar enkelen vinden het
ook een uitdaging om de muziek te volgen. Het is inderdaad geen
makkelijk album, maar wel een om vol spanning te blijven volgen.
Dat zegt al genoeg, toch?
Net voor de presentatie van het album treedt de groep live op
tijdens het Ten Years of ATP (All Tomorrow’s Parties) festival
in Minehead, Somerset. Ook doet de groep een korte tournee door
Amerika. In 2010 staat de groep in het fameuze Alexandra Palace
in Londen.
De drie heren zijn druk met van alles en nog wat en moeten tijd
reserveren om met het project verder te gaan. Er verschijnen
enkele singles, maar op een album moeten we drie jaar wachten.
Beak’s tweede album, ‘>>’ wordt uitgebracht in juli 2012.
Niet heel verrassend gaat het album door op de weg die met
nummer één ingeslagen is. Di keer geen strikte regels, geen
totale improvisatie, er mag meer gepland en overgedubd worden.
‘The Gaol’ begint met een bijna irritant vals sirene-achtig
geluid. Het vraagt wat van je als luisteraar om hier goed
doorheen te kunnen luisteren. ‘Yatton’ brengt ons terug naar de
Krautrock van de jaren ‘60/’70. En ja, daar is dat orgelgeluid
ook weer. ‘Spinning Top’ gaat ook naar Duitsland. ‘Eggdog’ is
traag met vage zang en een klein, mooi thema. De jaren zestig
zijn nooit ver weg blijkt. Hetzelfde geldt voor ‘Liar’. De
tweede helft van het werk heeft een mooi repetitief element dat
langzaam uit de bocht vliegt. De mijl van de dames ‘Ladies’
Mile’ is een synthi-mijl. Heel snel gaat het niet. Het langste
werk (7:10 minuut) is ‘Wulfstan II’. Het nummer heeft iets van
de industriële pop, denk bijvoorbeeld aan Throbbing Gristle. De
vocalen weer lekker onverstaanbaar in de echoput. ‘Elevator’.
Ken je Pyrolator? Dit werk klinkt als… In plaats van het
sixties-orgel hoor je hier die prachtige klanken van de eerste
(goedkope?) synthesizers. ‘Deserters’ is sfeervol, rustig.
‘Kidney’ is de afsluiter. Het werk begint rustig, maar eindigt
heftig met flink gebruik van effect-apparatuur.
Beak >> is minstens net zo boeiend als het eerste album.
Op het derde album zouden we zes jaar (!) moeten wachten. Al
kwam er tussendoor een heuse soundtrack.
Matt Williams ‘verliet’ Beak en werd vervangen door William
Young (?/keyboards). Young werkt onder het pseudoniem Moon Gangs
aan albums met ambient-achtige muziek. Hij is erg beïnvloed door
Tangerine Dream en Popol Vuh. Young zit dus wel goed bij Beak.
In 2016 verscheen van Beak een soundtrack: Couple In A Hole. De
gelijknamige film is geregisseerd dioor Tom Geens en heeft in de
hoofdrollen Kate Dickie en Paul Higgins. Dickie kreeg voor haar
rol de prijs voor beste actrice tijdens de “2016 British Academy
Scotland Awards”. Het verhaal gaat over een man (John) en een
vrouw (karen) die in een hol in een berg wonen. Ze zijn
zelfvoorzienend en leven van wat op het pad komt. De film krijgt
een keerpunt als Karen wordt gebeten door een spin en John hulp
gaat halen in een naburig dorp.
Beak leverde de soundtrack. Dat deden ze door gebruik te maken
van meestal oud en een enkel nieuw werk. De soundtrack is iets
harmonischer dan de twee albums die Beak tot dit moment maakte.
Ondanks de doublures is het een mooie aanvulling in de kleine
reeks albums.
Beak >>> werd uitgebracht op 21 september 2018.
Verrassend is de kleurrijke hoes met een comic-achtige
illustratie. Matt Williams blijkt inderdaad niet echt weg, want
hij doet op dit album nog mee als gast en – verrassend – als
drummer. Het trio is voor de gelegenheid uitgebreid met drie
cellisten: Harriet Wiltshire, Alison Gillies en Juliet McCarthy.
In tegenstelling tot de vorige albums is er nu meer vooruit
gedacht en uitgewerkt. De songs krijgen daarmee meer vastigheid
of structuur, zo je wil. Dat blijkt al meteen met de opener ‘The
Brazilian’. Die is duidelijk gecomponeerd en uitgewerkt. Het zou
zo weer een werk voor een soundtrack kunnen zijn. Het is een
echt Beak nummer vol fuzz-geluiden, elektronica en klanken die
net even uit het gelid lopen en daardoor ‘vals’ klinken. Zoals
een lp waar het gaatje niet in het midden zit. “Flutter” heet
dat. Met ‘Brean Down’ maken we een gedreven rit naar de wegen
van de Krautrock. De zangpartij klinkt hier voor het eerst
duidelijk en uitgewerkt. je zou het bijna mee kunnen zingen.
‘Birthday Suit’ heeft iets weg van de Duitse band Faust. Nu ik
die naam schrijf is daar meer aan op te hangen, ook van de
vorige albums. ga maar eens luisteren (Faust is elders op de
LemonTree te vinden). In ‘Harvester’ zijn de cello’s te horen.
Het is gezien de aard van Beak’s muziek niet gek als die mij
doen denken aan al die zware strijkers op alle zogenaamde
barokpop-albums, maar zeker ook bij The Beatles. ‘Allé Sauvage’
is uptempo synthi-pop, maar dan wel à la Beak. De melodie
fluttert weer heerlijk. Een karakteristieke baslijnopener duikt
op bij ‘Teisco’. Het is een rustig, kort werk. De ‘King of the
Castle’ gaat de dansvloer op met een heus liedje en afgebakende
muziekthema’s. ‘RSI’ dendert nog even lekker door in een pittig
tempo. Hier komt een stukje ‘Autobahn’(Kraftwerk) het oor
binnen. In ‘Abbots Leigh’ gaat de elektronica-doos ver open. Op
het trage ritme vliegt er van alles aan klanken langs je oren.
De melodie wordt gespeeld op een fuzz-bas. als we Hugh Hopper
toch niet gehad hadden. Ondanks alle geluiden is het een
ingetogen nummer. ‘When We Fall’ is de afsluiter. Akoestiche
gitaar, verstaanbare zang en cello’s. Prachtig nummer dat doet
denken aan Pink Floyd en Faust. Het eind is een stuk heftiger.
Met Beak >>> zet Beak een stap vooruit in hun muzikale
palet. Het is een verrijking van hun klankkleuren en kunnen.
Beak blijft ons verrassen.
In 2002 werkte Beak mee aan een project van Joe Currie en Ben
Wheatley, genaamd “Kosmik Musik”. Het is een grafische novelle
met thema’s uit diverse science-fiction films zoals star Wars,
star Trek en Doctor Who. Beak verzorgde de soundtrack. De
soundtrack is zowel digitaal als op vinyl uitgebracht. Helaas
geen cd.
Dit jaar (2024) verscheen zes jaar na het vorige album Beak
>>>>. Of het werken aan Kosmik Musik heeft
bijgedragen aan de keus voor de hoes? Het zou zomaar kunnen.
Beak gaat op het vierde album verder met de meer bedachte aanpak
en dat pakt goed uit.
In de opening, ‘Strawberry Line’ gaan we eerst naar de kerk,
maar dan volgt een onweerstaanbaar basloopje en kantelt het hele
geluidsbeeld. de dreiging slaat toe. Eenzelfde onweerstaanbaar
basloopje horen we in ‘The Seal’. de zangpartij is kwetsbaar,
mooi. Op de achtergrond flitst elektronische muziek langs. De
invloeden van Can drukken een grote stempel op dit nummer. De
‘Windmill Hill’ wordt beklommen met fuzzbas en een kleurrijk
klanktapijt. Ergens hoor je iemand zingen. De flutter keert
terug in ‘Denim’. het blijft lastig voor je oren om geluid ‘dat
niet goed lijkt’ te integreren in de rest. Die rest bestaat uit
bas, gitaar en rustige zang. Aan het eind gaat de fuzz erin. In
‘Hungry Are We’ slaan we ‘plotseling’ af naar een pad dat ‘folk’
heet. Nog meer duikt de vergelijking met Faust op. Het nummer
blijft niet folky’, halverwege sluipt de jazz binnen. Aan dit
nummer hoor je dat Beak – als ze het zouden willen – prachtige
songs zouden kunnen schrijven. Maar ja, dat dwarse zit – en
moet(?) - er nu eenmaal in. Met ‘Ah Yeh’ gaan we weer richting
Krautrock. ‘Bloody Miles’ blijft bij die richting. Het werk is
wat rustiger, er wordt gezongen en gefluttert. ‘Secrets’
transporteert de luisteraar naar de jaren tachtig. New
Wave/Industrial. Dat experimentele begin van toen met de net
beschikbare synthesizers. Het is opnieuw een prachtige song,
maar niet al te melodisch in het gehoor. ‘Cellophane’ is het
laatste werk op dit wat korte(re) album. De jaren tachtig
blijven nog even hangen. Heel langzaam kruipt het nummer je
gehoor in. Fuzzbas en zang. Het eind van zowel nummer als album
is verrassend. Plotseling is het voorbij.
Met Beak >>> heeft de eigenzinnige band opnieuw een
mooi, dwars album afgeleverd. Hopelijk hoeven we niet zoals
eerder jaren te wachten op een vervolg. Je weet het helaas niet.
Het is, zoals mijn moeder altijd zei: “afwachten en thee
drinken.”
Beak is een bijzondere band in muziektijden waar alle muziek op
elkaar begint te lijken. Met hun eigenzinnige klanken bieden ze
ons een nostalgisch avontuur. Met de wortels in jaren zestig,
zeventig en tachtig met daarbij een heel flinke scheut Krautrock
en elektronische muziek is dat een meer dan spannend avontuur.
Tegelijkertijd klinkt Beak toch echt als een band van nu. Dat
zegt genoeg over hun kwaliteiten. Beak is, kortom, historisch
goed gebekt.