Augustus Pablo liet horen dat een klein, ‘kinderinstrument’
als de melodica fantastisch kon klinken. Hij koos het als zijn
hoofdinstrument en maakte er betoverende muziek mee.
Augustus Pablo had een visie, met zijn composities creëerde
hij een heel nieuwe, wat relaxte stijl van muziek maken. De
nieuwe stroming werd ‘Rockers’ genoemd.
Pablo was een natuurtalent en speelde tal van instrumenten.
Hij maakte tientallen albums, werkte met Jamaica’s topmusici
en topproducers, maar was er zelf ook een.
Lees het verhaal van Augustus Pablo, de eenvoudige muzikant
zonder wie de geschiedenis van de Reggae heel anders was
gelopen.
Wij kennen Horace Michael Swaby (1953-1999/melodica, gitaar,
orgel, piano, clavinet, xylofoon, producer) beter als Augustus
Pablo. Swaby is geboren in St. Andrew, Jamaica. De meeste
kinderen houden van muziek, zo ook Swaby. ’s Avonds, liggend in
bed, hoorde hij in de verte het geluid van de Sound Systems.
Sound Systems zijn geluidsinstallaties met flink volume die
buiten staan en waar een DJ of MC of ‘engineer’ muziek laat
horen. Vaak eigen bewerkingen van bestaande singles om zo op te
vallen en publiek te lokken. Muziek verleidde ook Swaby als de
zang van de sirenes bij Odysseus.
Op de middelbare school had Swaby in de schoolkapel een orgel
ontdekt. Vaak ging hij niet naar de les, maar wel naar het orgel
om daar te oefenen. Liefst in de stijl van een van zijn
muziekhelden: Jackie Mittoo, de orgelspeler uit Studio One. Dat
oefenen deed hij samen met vriend Tyrone Downie. Downie zou
later spelen in The Wailers, de groep met Bob Marley. Een andere
vriend is Clive Chin, zoon van Vincent ‘Randy’ Chin, eigenaar
van Randy’s Studio.
Dat spelen bleef niet onopgemerkt, Swaby kreeg dan ook
regelmatig straf, niet alleen vanwege het verzuimen van de
lessen, maar ook vanwege het feit dát hij muziek maakte. Muziek,
zeker Reggae, werd door de strenge jongensschool gezien als
vloeken in de kerk.
Ondanks het feit dat vader en moeder zich zorgen maakte over hun
zoons aanpak kochten ze toch een tweedehands piano voor hem. Die
goedkeuring betekende voor Swaby zoiets als de sluizen
openzetten. Nog vaker ging hij niet naar school, maar bezocht
hij platenzaken in de stad en begon zelfs samen met zijn broer
zijn eigen Sound System, ‘Rockers’ genaamd.
In deze periode had Swaby een vriendin. Op enig moment zag hij
haar toen zij net van muziekles kwam. Ze had een melodica bij
zich.
Intermezzo: Een melodica is een toetsinstrument dat gerekend
wordt tot de aerofonen. Het is een van de weinige polyfone
blaasinstrumenten. In de volksmond wordt het instrument ook
wel ‘pianofluit’ genoemd. Het geluid wordt geproduceerd door
op een mondstuk te blazen en tegelijkertijd een of meer
toetsen in te drukken. Een afgesloten ruimte komt dan onder
druk te staan. Door het indrukken van een toets wordt de
ruimte geopend en ontsnapt de lucht via een tongetje. Dit
tongetje gaat trillen en geeft een toon. (aldus Wikipedia)
Ooit was de melodica een instrument voor kinderen, maar het is
ook te horen op albums van onder anderen Supertramp en New
Order.
Terug naar de ontmoeting. Swaby vroeg of hij het instrument eens
mocht proberen, maar zijn vriendin zei dat ze er toch niets mee
deed en hij het ding wel mocht hebben. Het bijzondere instrument
beviel hem en hij bleef erop spelen. Bovendien is een melodica
makkelijk mee te nemen. Zo liep hij op een dag met het
instrument in zijn hand de Aquarius Record Shop binnen. De
eigenaar, Herman Chin-Loy, vroeg of hij dat ding kon bespelen.
“Natuurlijk!” Daarop nam Chin-Loy, die tevens platenproducer
was, Swaby mee naar Randy’s Studio en nam met hem twee nummers
op: ‘Iggy Iggy’ en ‘East Of The River Nile’. Die laatste naam
zou in de toekomst vaker gaan opduiken. Op het tweede nummer
speelde Swaby mineur-akkoorden. Dat klonk wat ‘oosters’ en het
klonk prachtig, anders, beetje mysterieus. Swaby zou dit vaker
gaan doen. Deze stijl van spelen raakte door hem bekend als “Far
East Style”.
Chin-Loy bracht in 1971 ‘Iggy Iggy’ op single uit. Op de B-kant
staat ‘Aquarius 2’ van The Aquarians. Die laatste is een niet
vaste groep studiomusici. Op dat nummer is vooral veel trombone
te horen. De muziek van ‘Iggy Iggy’ klinkt na een tongbrekende
klankenwaterval als relaxte filmmuziek. Maar dan wel een Franse
film die speelt op Jamaica. De melodica heeft namelijk dat
ietwat melancholieke geluid dat wel wat lijkt op dat van een
trekharmonica. Het instrument dat je vaak hoort bij Franse
chansons en cafémuziek.
Het meest opmerkelijk van de single is echter het feit dat
meteen duidelijk wordt dat Swaby een flink muzikaal talent
heeft.
Chin-Loy was behalve platenverkoper dus ook platenproducer. De
combinatie komt op Jamaica veel voor. Veel platenzaken hadden in
een aanliggende ruimte een opnamestudio. Klein, primitief, maar
het werkte. Van platen werden vaak maar enkele exemplaren
geperst. Het label met de hand geschreven. Platen werden
‘getest’ op de Sound systems. Als het publiek positief reageerde
werden er meer platen geperst, want dan verkochten ze.
Chin-Loy maakte met tal van musici platen. Een daarvan was werk
van organist Glen Adams. Die werd bekend als lid van The
Upsetters, de groep rondom Lee Perry. Chin-Loy had Adams’
singles gemaakt onder de naam Augustus Pablo, maar tot weinig
succes. Ook Lloyd Charmers was zo al door het leven gegaan. Op
een of andere manier kwam de naam opnieuw boven bij het horen
van de muziek van Swaby. Reden om diens naam te veranderen in
Augustus Pablo. Vanaf dat moment bleef Swaby die naam gebruiken.
En ik hier daarom ook.
Terug naar Randy’s Studio. Eigenaar daarvan is inmiddels Clive
Chin, de oude schoolvriend van Pablo. Chin is bezig met een
opname, maar die loopt nog niet. De nieuwe opname is gebaseerd
op de song ‘East of Java’ van Curtis Mayfield, maar dan op een
Reggae-ritme en met nieuwe teksten. De muziek is goed, maar de
tekst pas niet bij het ritme. Pablo hoort de muziek en vraagt of
hij die mag gebruiken om op te oefenen. Chin maakt een
kopie-tape en Pablo gaat naar huis. Later keert Pablo terug en
zegt dat hij muziek heeft bij de track. Met Chin neemt hij twee
versies op. Toch ontbreekt er nog wat. Op dat moment zijn in de
bioscopen op Jamaica de zogenaamde ‘spaghettiwesterns’
populair. Dat leidde tot het intro: “From the east of the Rio
Cobre to the west of the Rio Cobre, here’s the hottest…” de
tekst even in echo en delay (vertraging) en dan heb je een prima
intro. Zo ontstaat ‘Java’ (1971). Na de aankondiging hoor je
Pablo’s melodica en de hemelse tekst “Java”. Fraaie gitaarsolo
ook van Earl Chinna Smith. ‘Java’ blijkt populair en wordt in
menig jukebox opgenomen. Het wordt zelfs gekozen als het beste,
instrumentale werk van 1972. Met ‘Java’ is, volgens Chin, een
nieuw geluid op Jamaica geboren.
Miss Pat hoort de single ook. Miss Pat is Randy Chin’s vrouw en
Clive Chin’s stiefmoeder. Zij is de baas in de platenwinkel en
doet in haar eentje de distributie van alle platen uit Randy’s
Studio. Ze is helemaal weg van het geluid en regelt dat Pablo
een heel album kan opnemen. Clive: ‘What sprung us to do the
album was for the fact that Pablo had a lot of materials, there
was a lot of energy in him and I brought it to his attention.”
(citaat boekje bij cd ‘This is Augustus Pablo).
Om het album te maken werd gekozen uit de beste musici en
zorgden Chin en Pablo voor de beste arrangementen. Zo hoor je op
het album een hele reeks musici die later onder eigen naam
bekend zouden worden, mensen waaronder Carlton ‘Carly’ Barrett
(drums), Aston ‘Family Man’ Barrett (basgitaar), Earl ‘Chinna’
Smith (gitaar), Tyrone ‘Organ D.’ Downie (orgel) en Ansel
Collins (keyboards). Veel van die musici, waaronder Chin en
Pablo zijn dan nog geen twintig jaar. Maar ze hebben allemaal
een drive, een visie: ‘These guys were all there and we develop
a sound that would launch a whole different feel of music.”
Daarbij gaan zeker ook ‘credits’ uit naar technicus en
geluidsmixer Errol ‘ET’ Thompson. Een man die met weinig
hulpmiddelen geweldige sounds kon opnemen en zorgde voor een
grensverleggend albumgeluid.
Dit kon allemaal, want er werd niet gelet op tijd en geld. Omdat
het allemaal vrienden waren, vrienden met een missie dus, werd
er hard gewerkt en de tijd genomen er iets van te maken, te
experimenteren met geluiden, klanken, mixen, overdubs. Er was
geen druk van een platenmaatschappij, er moest niets af. “We
wanted a Pablo album and not just riddim tracks for him to blow
over. We built that album from scratch.”
Waar in Jamaica vaak nummers aan de lopende band en bijna live
in de studio gemaakt werden, nam het gezelschap zelfs een paar
maanden voor het maken van een album. Zondagen waren ideaal,
want dan was iedereen vrij.
‘This is Augustus Pablo’ werd uitgebracht in 1974. Het telt
album twaalf tracks die allemaal gecomponeerd zijn door
Pablo/Swaby. Tien zijn er in samenwerking met C. Chin. Pablo
speelt op het album naast melodica, piano, clavinet en orgel.
Niet heel vreemd is dat als producers zowel Clive als Pat Chin
genoemd worden. Opvallende afwezige op het album is de single
‘Java’. Maar Pat wist dat die single nog steeds goed liep en
vond het beter als het twee separate items zouden worden. Op de
cd-versies vanaf 2011 is ‘Java’ als bonus opgenomen, samen met
‘Guilding Red’ en “Marabi’.
‘This is Augustus Pablo’ is helemaal instrumentaal. Puur
gespeeld met nauwelijks Dub-achtige effecten.
Intermezzo: Dub is een vorm van muziek, ontstaan uit Ska en
Reggae in Jamaica. De oorsprong ligt omstreeks 1967 en is in
eerste instantie een zoektocht naar meer exclusiviteit in
klanken van de vele Sound Systems. Dubmuziek wordt gekenmerkt
door zijn hypnotiserende baslijnen, diepe drums, echo's,
reverbs en andere geluidseffecten. De muziek is meestal
instrumentaal, waarbij vocalen grotendeels worden weggelaten
of op een minimale manier worden gebruikt. Dubmuziek legt de
nadruk op de ritmesectie en de geluidstechnieken die worden
gebruikt om de muziek te manipuleren en te transformeren. De
techniek wordt ook gebruikt als manier om al opgenomen ritmes
opnieuw te gebruiken.
‘This is Augustus Pablo’ is een prachtig, sfeervol en
afwisselend album dat geen seconde verveelt. De melodica als
‘hoofdinstrument’ heeft zeker iets. Het instrument heeft een wat
zachte, aangename klank. Die, gecombineerd op een diepe bas en
drums, heeft bijna een meditatieve uitwerking.
Het album wordt gezien als een van de meest innovatieve en
creatieve albums uit deze tijd. Sommigen noemen het ook wel “the
best Rockers album so far created.” ‘Rockers’ wordt deze nieuwe
stijl genoemd, Rockers naar het Sound System van de broers Swaby
en ook de naam van het latere platenlabel van Pablo. Pablo’s
eerste album is zo innovatief dat hiermee een nieuwe stroming
binnen de Reggae ontstaat: Rockers. De stroming staat voor een
vorm van Reggae die wat relaxter is in tempo, maar wel verankerd
is in een stevig, diep basgeluid.
Door het succes van ‘This is Augustus Pablo’ kon Augustus Pablo
overal aan de slag, als muzikant, componist, arrangeur en
producer. Met al dat werk verdiende hij voldoende om zijn eigen
singels en albums te kunnen maken en produceerde onder anderen
muziek van Hugh Mundell, Big Youth en Junior Delgado. Zijn werk
bracht hem ook in de studio van Osbourne Ruddock, beter bekend
als King Tubby (1941-1989/sound engineer, producer). Tubby
experimenteerde volop met geluiden en stond aan de basis van
remixen en Dub. Mikey Dread zei ooit over hem: "King Tubby truly
understood sound in a scientific sense. He knew how the circuits
worked and what the electrons did. That's why he could do what
he did". Tubby speelde dan wel geen instrument, de mixing
console was zijn instrument, die bespeelde hij en hoe! Door zijn
werk is Tubby bekend als een van Jamaica’s topproducers en de
‘uitvinder’ van Dub.
Dat Pablo bij Tubby kwam had een enorme impact. Het waren
gelijkgestemde zielen met gevoel voor harmonie en ritme. Hun
samenwerking leidde tot het album: ‘King Tubby Meets Rockers
Uptown’ (1976). De gelijknamige single werd een jaar eerder
(1975) uitgebracht en veroorzaakte grote sensatie. Die single
was de Dub-versie van de hit van Jacob Miller: ‘Baby I Love You
So’ (1974). We horen heel diepe bassen, blazers, piano, drums,
echo’s, percussiedingetjes, in de verte een gitaar, maar geen
melodica. Wel orgel, piano en clavinet. Daarnaast is Pablo hier
vooral aanwezig als componist en producer. Tubby als technicus,
samen met Erroll Thompson. Het baswerk is van Robbie Shakespeare
en Aston ‘Family Man’ Barrett, drums van broer Carlton ‘Carlie’
Barrett, gitaar Earl ‘Chinna’ Smith. De blazersgroep bestaat
uit: Richard ‘Dirty Harry’ Hall (tenorsax), Bobby Ellis
(trompet) en Vincent ‘Don D. Junior’ Gordon (trombone).
Visie, geloof in King Haile Selassi (Pablo was inmiddels
overtuigd Rastafari) en een geweldige bezetting leidde tot een
album dat gezien wordt als van de 50 beste reggae-albums ooit
opgenomen. Mojo Magazine schreef: “It is one of the cornerstones
of contemporary music. Listen to it with the volume cranked,
with plenty of watts in your amp and big speakers to handle the
bass. Some music may lose it’s charm at high volume, ‘King Tubby
Meets rockers Uptown’ just seems even more monumental.” Waarvan
akte. Helemaal eens met die beschrijving. Die bassen!
Het volgende succes is: ‘East Of The River Nile’ (1978). Dit
exotisch klinkend album is er een vol melodica-partijen. Het
laat Pablo’s vaardigheden op het kleine instrument goed horen en
het is sinds het eerste album zijn tweede zelf geproducete.
Natuurlijk is het in relaxte Rocker-stijl met Dub-elementen. Het
album klinkt als een klok. Dat is niet vreemd, want behalve
Pablo werken zowel King Tubby als Lee Perry (een track) mee aan
de mixing console. Technici hier zijn naast de inmiddels bekende
Errol Thompson ook Lee Perry en Prince Jammy. Augustus Pablo
speelt op dit album alle keyboards waaronder ook een
string-ensemble (een synthesizer waarmee je vioolpartijen kunt
nabootsen). In de studio zijn aanwezig de musici waarmee Pablo
eerder werkte, aangevuld met anderen en The Upsetters, Lee
Perry’s band.
‘East Of The River Nile’ is een tijdloos, prachtig album. Beetje
meditatief zelfs. De waardering van het grote publiek kwam pas
in 2002 (!). Bij de re-release op cd ter gelegenheid van de 25e
verjaardag kwam het album tot een dertiende plek in de Billboard
Reggae Chart. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen.
Het derde succesvolle album in de rij is: ‘Original Rockers’
(1979). Reggae-kenners vinden het een essentieel album, zo’n
album dat in geen enkele, serieuze Reggae-collectie mag
ontbreken. ‘Original Rockers’ is geen nieuw album, het is
eigenlijk een verzamelalbum bestaande uit singles, opgenomen
tussen 1972 en 1975. Alle singles zijn geschreven, geproduceerd
en gespeeld door Pablo met zijn vrienden van de hierboven
genoemde albums. Op dit album hoor je goed de invloeden van
Mittoo, maar net zo goed Pablo’s muzikale visie en aanpak. In
die zin passen alle losse elementen ‘gewoon’ bij elkaar alsof
het zo hoort. Pablo stelde het album niet zelf samen, dat deed
Dave Hendley. Nee, dat is geen muzikant, maar een fotograaf en
journalist. Maar wel iemand met kennis van zaken. Op ‘Brace A
Boy’ horen we een jonge Dillinger. Dit album is namelijk niet
helemaal instrumentaal. Natuurlijk horen we de melodica volop,
net zoals enkele Dubs.
Augustus Pablo zou nog heel wat meer albums maken, onder eigen
naam, met anderen, als producer. De man had een druk leven, maar
geen leven dat gericht was op geld of beroemd worden. Hij ging
zelden op tournee en trok zich regelmatig terug op het platte
land. Daar had hij aandacht voor zijn vrouw Karen, zoon Addiss
en dochter Isis. Maar na enige tijd trok de muziek hem toch weer
naar de stad en was het tijd voor “the works”, zoals hij zijn
muziek noemde.
Een goed overzicht van Pablo’s werk verscheen in 2008: ‘The
Mystic World Of Augustus Pablo – The Rockers Story. In de 4cd
box zit een boekje met interessante teksten en een aantal
foto’s. Op de dvd staat een aantal concerten, waaronder een
akoestisch. De dvd sluit af met een interview uit 1979, maar dat
is - in ieder geval door mij - nauwelijks te volgen. Het ziet er
wel allemaal heel relaxt uit. Op de cd’s de hoogtepunten uit
Pablo’s hele œvre. Het is een uitstekende verzameling en daarmee
een goede, inmiddels wel wat dure – start als je het werk van
Augustus Pablo zou willen leren kennen.
De periode in de jaren zeventig worden gezien als Pablo’s
‘gouden jaren’. De jaren met nieuwe, innovatieve muziek, nieuwe
klanken en zelfs een nieuwe stijl. Niet dat de latere albums
slecht zijn, maar de beste komen toch wel uit deze periode.
Wat niemand wist is dat Pablo leed aan een chronische
zenuwaandoening. Hij had het er nooit over, maar het werd hem
wel fataal. In 2002 overleed hij. Hij hield van zijn familie,
vrienden, maar vooral van muziek, zijn "works".