![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
![]() |
![]() |
![]() |
Air Le voyage dans la lune avec AIR-France |
||
---|---|---|
AIR. De naam kan tot verwarring leiden, want er zijn meer bands met dezelfde naam; een free-jazz groep uit Chicago met daarin onder anderen Henry Threadgill en die andere, een jazzrock/fusion band uit Long Island met Tom en Googie Coppola, John Siegler en Mark Rosengarden. Voor de zekerheid gaat de Franse AIR veel door het leven als AIR- French Band. Die AIR France maakt muziek die nogal Duits aandoet: elektronische muziek, met Krautrock-achtige ritmes. Beetje à la Kraftwerk, maar dan toch weer heel anders. Waar Kraftwerk strakker in de ritmiek zit en bijna de soul-kant opgaat, gaat AIR meer richting de Cinemascope met een flinke dosis Psychedelica. In beide groepen wordt gezongen, al dan niet met hulp van een Vocoder. Maar waar dat bij Kraftwerk bijna staccato gaat, vloeien de klanken bij AIR softer samen met de filmische muziek. Lieflijk zelfs, er is al met al weinig hardheid te vinden bij AIR’s muziek. Misschien is dat de invloed van het Franse impressionisme wel. AIR slaat hierin een duidelijk andere weg in dan die van collega synthetiseur Jean Michel Jarre, maar in beider muziek zijn parallellen te vinden. Nicolas Godin (1969- /keyboards, synthesizers, basgitaar, gitaar, drums,
koto, shamisen, banjo, zang) is geboren in Parijs. Hij studeert architectuur
aan de École Nationale Supérieure d'Architecture de Versailles. Godin was
een groot Beatle-fan, maar draaide net zo lief muziek van Pink Floyd en
dansbare muziek van Sly and the Family Stone. Leeftijdgenoot en medestudent
Jean-Benoît Dunckel (1969- /synthesizers, drums, percussie, zang) studeert
er ook, maar doet er wiskunde. Dunckel groeide op met klassieke muziek hield
van de muziek van Maurice Ravel, maar ook van de elektronische muziek van
Kraftwerk en Cluster met Brian Eno in hun spoor, net als die van Engelse
bands als Joy Division, David Bowie, Siouxsie and the Banshees en Amerikanen
Iggy Pop en Lou Reed. Ze kennen elkaar van de middelbare school en wisselden
regelmatig muziek uit. Ze hebben duidelijk andere favorieten, maar delen de
liefde voor de muziek van Fransman Michel Legrand, de minimal music van
Philip Glass en de strakke dansmuziek van Grace Jones. Godin had tijdens de middelbare school al een bandje, ‘Orange’. Daarin speelde Dunckel mee, net als wat andere schoolvrienden. Tijdens de studie in Versailles werd Godin gevraagd een muziekstukje te maken als eerbetoon aan architect Le Corbusier. Dat zou dan samen met die van collega-musici uitkomen op een klein, Frans label: Source. Godin schreef het stuk ‘Modular Mix’ en nam het thuis op. Het album verscheen in 1995. Als artiestennaam had Godin gekozen voor ‘AIR’. Dat zou een verwijzing kunnen zijn naar het ‘gelijknamige werk van Johann Sebastian Bach. Als je naar het œvre kijkt van AIR, is dat helemaal nog niet zo raar. Echter, AIR staat in dit geval voor: ‘Amour, Imagination, Rêve’ (liefde, fantasie, droom). Godin is Frans tenslotte en ook dat past uitstekend bij AIR’s muziek. Modular Mix werd in 1997, met andere tracks uit zijn beginperiode,
waaronder ‘Les Professionels’, uitgegeven op 12”single, later op cd:
‘Premiers Symptomes’. De basis van ‘Les Professionels’ werd gebruikt voor de
single uit 1998: ‘All I Need’. Daarover later meer. Begin januari 1998 komt de eerste officiële AIR-plaat op de muziekmarkt: ‘Moon Safari’. De eerste single, ‘Sexy Boy’, wordt een internationale hit en deed het vooral goed in Schotland (11e in de Top40) en Engeland (13e), maar ook in de ‘US Billboard Hot Dance Singles Sales’ (22ste plek). Sexy Boy begint als een Kraftwerk-nummer en gaat binnen een paar seconden via Sgt. Pepper's zang richting Heroes (die van David Bowie). Succes verzekerd toch? De ‘sexy boy’ is niet wat je verwacht; het is een pluche Gorilla die nog naar de Maan vliegt ook. AIR: “The song was about who we wanted to be; we weren’t handsome when we were younger; our friends always had more success with girls. I remember talking about who we thought was the most beautiful woman in the world. For me, it was Kelly from Charlie’s Angels.” Nog steeds is Moon Safari het favoriete album van veel muziekcritici die
het tevens noemen als de basis van de zogenaamde ‘downtempo-stijl’. Brent
DiCrescenzo (die ja?) van de toonaangevende muziekwebsite Pitchfork
omschreef het album zo: “…that the music would befit "minimalist
architecture design, shagging up against a tree in a field of sunflowers,
waiting in line for 'Space Mountain,' drinking gin upstairs in a Boeing 747
(circa 1974), and '60s Swedish industrial documentaries. Though the album is
"too cheeky" for everyday listening, it is nonetheless romantic.” De tweede single van het album 'Kelly Watch the Stars' deed het ook goed.
Kelly, een langharige dame, speelt onder de vette dreun van een synthetische
bas tafeltennis en wordt daarbij door een gemeen geplaatste bal van de
tegenstandster bewusteloos geslagen. Vervolgens zweeft ze naar de sterren in
de nacht. Parallel spelen twee vrienden het oude computerspel ‘Pong’.
Pingpong en Pong zijn in deze clip bijna surrealistisch gelinkt, maar het
loopt goed af voor Kelly. Deze Kelly was inderdaad gebaseerd op de
gelijknamige dame uit de TV-serie Charlie’s Angels. Wie heeft daar al dan
niet met rode oren naar zitten kijken? De derde single was ’All I Need’ en die deed het dan weer aardig in ons eigen land: 23e plek in de Single Top100. Het nummer is geschreven (tekst en melodie) én wordt gezongen door Beth Hirsch. Chris Jones van de Engelse BBC vond dat haar zang "could almost break your stimulant-weary heart." Muziek voor verliefden of om verliefd te worden in een prachtig gevoelig arrangement. Het is dan niet verbazingwekkend dat ook dit nummer in de lijst kwam van de 1001 enzovoorts. Ter ere van de tiende verjaardag van Moon Safari kwam er een speciale editie op de markt met een boekje op DVD-formaat, een extra cd met remixen en live-stukken en inderdaad ook die DVD met documentaires en clips. Het tweede AIR-album is, gezien de muzikale weg, niet heel verwonderlijk een soundtrack: ‘The Virgin Suicides’ (2000). Het was muziek voor de debuutfilm van Sofia Coppola. De film speelt zich af in de jaren zeventig van vorige eeuw en vertelt het verontrustende verhaal van een aantal zussen die samen zelfmoord plegen, waarschijnlijk om onder het steeds strakke wordende regiem van hun ouders uit te komen. De muziek werd genomineerd als beste soundtrack (Brit Awards). New Music Express (NME) plaatste het op de 11e plek in hun lijst van 61 ‘Greatest Soundtracks Ever’. Pitchfork gooide er een schepje bovenop en kwam zelfs tot een vierde plek in dezelfde categorie. De openingstrack ‘Playground Love’ wordt gezongen door Gordon Tracks die
tevens drums speelt. Zijn vocalen doen denken aan die van Duncan Browne. Het
nummer is gedrenkt in Mellotrons en kent een prachtig, zwoele tenorsaxsolo,
gespeeld door Hugo Ferran. De rest van de soundtrack is instrumentaal en
past in mijn bescheiden optiek geweldig bij de film. AIR heeft hard gewerkt
om van deze versie van The Virgin Suicides een zelfstandig geheel te maken
en is daarin uitstekend geslaagd. Deze versie inderdaad, want er is een
tweede filmmuziekversie met naast werk van AIR dat van Heart, Todd Rundgren,
The Hollies, 10CC, Sloan, Al Green, Gilbert O’Sullivan en Styx. AIR’s versie
heeft een prachtige, bijna flowerpower-achtige, hoes van Mike Mills, de
ander een close-up van een van de hoofdrolspeelsters. AIR voerde hun versie live uit in juni 2010, ter ere van de tiende verjaardag van het werk. Dat deden ze in de Cité de la Musique, Parijs met leden van de band Supergrass, maar die heette voor de gelegenheid ‘Hot Rats’ (dank Frank Zappa). De vijftiende verjaardag werd gevierd met een reeks luxe-uitgaven; een dubbel-cd met livewerk en extra tracks en twee boxen met lp, single, picturedisc, posters, memorabilia, twee cd’s. De ene box had de film erbij en een interview met de band, de ander niet. In mei 2001 verschijnt AIR’s tweede studioalbum: ’10.000 Hz’ (Hz is
Hertz, de eenheid van frequenties). Voor de fans van de wat gemakkelijkere
muziek is het even wennen, want de tracks zijn langer én complexer. Reden
waarschijnlijk dat de singles van dit album het niet zo goed deden. In 2002 maakt AIR even een klein, Italiaans, uitstapje. Schrijver, dichter, vertolker Allessandro Baricco sprak tijdens een live-voorstelling op geheel eigen wijze (bijna fluisterend) delen van zijn boek ‘City’ in op muziek van AIR. Het publiek was zo enthousiast dat AIR en Baricco besloten het project in de studio over te doen en als album uit te brengen: ‘City Reading (Tre Storie Western)’ (2003). Mooi gedaan natuurlijk, maar misschien was één track op een verzamelalbum ook voldoende geweest. Album nummer drie heet ‘Talkie Walkie’ (januari 2004). Het jaar begon
meteen goed, want al binnen één week vlogen meer dan vierhonderdduizend
albums Frankrijk uit naar bestemmingen elders. Talkie Walkie doet, qua
geluid, een stapje terug richting de Virgin Suicides. Dat is niet heel
vreemd als je kijkt hoe het album is samengesteld. "Alone in Kyoto" komt van
de soundtrack voor de film ‘Lost in Translation’ en ‘Run’ komt zelfs twee
keer voor bij beelden: ‘Nobody Puts Baby in a Corner’ (een episode van de
serie Veronica Mars) en bij de Franse film ‘Lila Says’. Lila zegt in die
film letterlijk: "Talkie-walkie" means walkie-talkie in French.” Et voilá,
de titel verklaard. Op album nummer vier moesten we drie jaar wachten: ‘Pocket Symphony’
(maart 2007). Pocket Symphony is een mooie mix van de muziek van 10.000 Hz
en Talkie Walkie; soms wat ‘lastigere’ muziek en wel weer de aanwezigheid
van gasten als Jarvis Cocker en Neil Hannon. Godin had in de afgelopen jaren
kennis gemaakt met een Japanse meestermuzikant, afkomstig uit Okinawa. Van
hem leerde hij de Koto en de Shamisen spelen. Beide instrumenten komen voor
op Pocket Symphony. Het album verkocht weliswaar goed, maar langzaamaan verdwijnt de band wat
uit de spotlights en komen vermeldingen in diverse lijsten nauwelijks of
niet meer voor. Dit is misschien de reden om het volgende album iets anders
te presenteren. In juli worden degene die AIR’s nieuwsbrieven in de mail
ontvingen getrakteerd op een gratis download: ‘Do the Joy’. De officiële,
nieuwe single, ‘Sing, Sang, Sung’ werd vervolgens digitaal aangeboden in
augustus. September volgt met een uittreksel van het nieuwe album voor
nieuwsbriefabonnee ’s in het Verenigd Koninkrijk. Eind september werd het
album gedurende achtenveertig uur aangeboden om te downloaden. Fans konden
via Facebook direct commentaar geven. De reacties kwamen meteen bij de
tracks die afgespeeld werden en met behulp van Google Maps was via lichtjes
te zien waar die reagerenden fans zich bevonden. Een leuk hi-tech staaltje
techniek allemaal. 30 September 2009 komt het fysieke album voorzien van de
titel ‘Love 2’ uit in Japan (!) en een week later in de rest van de wereld.
De verkopen waren goed, maar ondanks alle ophef minder dan de eerste twee
albums. Je zou hier wellicht kunnen stellen dat AIR ingehaald is door de
geest van de tijd en daarom minder opvallende muziek maakt. De voorlopig laatste fysieke uitgave is: ‘Le voyage dans la lune’ (2012).
Voorzichtig zou ik kunnen suggereren dat de cirkel hiermee rond is. AIR
begon met de Moon Safari in 1997 en komt nu met een reis naar diezelfde
maan. Missie geslaagd!? Duizend exemplaren op transparant vinyl, daarmee moesten we het doen met de bijzondere, minimale ‘Music for Museum’ (2014). Het is de registratie van een live-optreden van AIR in het ‘Palais des Beaux-Arts’ in Lille in het kader van het ‘Open Museum Project’. Wie weet zien we dan nog wel eens als cd ook, want daar wordt op hun Facebook-pagina vaak om gevraagd. Een laatste geluidsteken van AIR stamt uit juni 2016. Het is een terugblik: ‘Twentyears’. Aangeboden als dubbelcd met oud en bekend werk en één disc met remixen, onbekend werk en tracks van liveoptredens. Voor de fanatieke fans is er een box met twee lp’s en drie cd’s. De derde cd bevat remixen door AIR van hun muziek voor derden. Die had dan van mij wel bij de twee cd-set gemogen ook. En toen raakte AIR in het luchtledige. De stilte duurt al ruim drie jaar. Beide heren zijn druk met soloprojecten, vaak voor films. Fans vragen om nieuw werk, maar of dat er nog inzit? Aan de andere kant, in de muziekwereld weet je het nooit, zelfs de overledenen staan als hologram te zingen of gitaar te spelen. Waarschijnlijk staan Godin en Dunckel ‘gewoon’ op de maan te spelen in afwachting van onze, eigen reis daar naar toe. Had ik nu maar zo'n roodwit-geblokte Kuifjeraket…. |
||
tekst: Paul Lemmens, januari 2020 plaatjes: © EMI/Virgin |