4
november 2016
officiële release - 108
2016 cd-versie
disc 1
1. Chicago Walk-On
2. Twenty-One
3. Dancin' Fool
4. Easy Meat
5. Honey, Don't You Want
A Man Like Me?
6. Keep It Greasy
7. Village Of The Sun
8. The Meek Shall Inherit
Nothing
9. Bamboozled By Love
10. Sy Borg
disc 2
1. Little House I Used To
Live In
2. Paoxysmal Splendor
includes: FZ & Pig: I m A Beautiful Guy
3. Yo Mama
4. Magic Fingers
5. Don't Eat The Yellow
Snow
6. Strictly Genteel
7. Black Napkins
------------------------------------------------------------
Frank Zappa: guitar,
vocals
Ike Willis:
vocals, guitar
Denny Walley:
(slide-)guitar
Tommy Mars: keyboards
Peter Wolf: keyboards
Arthur Barrow: bass
Ed Mann: percussion
Vinnie Colaiuta:
drums
------------------------------------------------------------
This Vaulternative Records
concert release finds Zappa & band at the Uptown
Theater, Chicago, Ill - September 29, 1978. Of the
two shows played that evening, the late show is
captured here in its entirety. As you would expect,
the concert delivers with a good blend of fan
favorites, blistering guitar solos, audience
participation, on-the-spot improvisations and
stellar playing from a talented band line-up.
|
Zappa ’78 in Chicago’s
Uptown Theatre blijkt in de serie te zitten met al die
geinige staten op de achterkant (verenig ze allemaal!).
Geen Road Tape dus van dit concert. Die keuze is mij nog
niet helemaal duidelijk.
Als je het hoesje opendoet valt meteen
de positie van Vinnie Colaiuta op; helemaal rechts on
stage... Niet alledaags zou ik willen opmerken.
De tweede show van de dag begint met een Sheik
Yerbouti-intro: Chicago Walk On. Die plaat was er op dat
moment nog niet, maar hij hing in de lucht. Het eerste
nummer van de avond begint met ‘nice tits’, pardon met
Twenty One; een little vamp op marimbathema en meteen
vliegt de eerste gitaarsolo al door de lucht. Nadat Zappa
op een kefhondachtige wijze het publiek op afstand heeft
gedirigeerd en de band heeft voorgesteld mogen we dansen.
Easy Meat is nog een stuk langzamer dan we van latere
versies kennen, de opbouw hetzelfde: tekst, gitaarsolo. De
solo mag er zijn.
Honey en Keep it Greasy worden strak
en zonder interrupties uitgevoerd. Keep it Greasy zou
uiteindelijk pas op Joe’s Garage terecht komen; een paar
jaar later. Bij Zappa cirkelde er al van alles rond voor
het landde, dat blijkt deze avond maar weer eens.
Ike Willis zingt een softe versie van
Village of the Sun. Denny Walley geeft er een mooie
ondertoon aan. Zappa komt nu pas echt los met een derde
gitaarsolo. The Meek Shall Inherit Nothing (pas op You Are
What You Is) klinkt als een echte country klassieker.
Bamboozled by Love worden we met een
slow – nadruk op slow - boogie. Zet de versie van
Tinseltown eens af tegen deze. Walley slide lekker tussen
de regels door en mag even een korte solo geven, maar al
snel neemt Zappa het over, want hij is vaak nogal
hoteldebotel van liefde. Uit de garage komt dan Sy Borg,
met een prachtig plakkerig ritme; het nummer heeft al
alles in zich van de latere versie. Ed rammelt op zijn
marimba’s en Tommy speelt actief met het wieltje van zijn
synthesizer. Lekker sfeertje wordt er zo neergezet en in
stemmig samenzang eindigt cd één met een fade.
Met diezelfde fade komen we bij cd
twee met een Little House I Used to Live in. Underwood’s
piano is vervangen door vibrafoon en synthesizer, maar het
stuk is nog heel herkenbaar. Ook hier keyboardsolo’s, maar
het klinkt toch wel heel erg…. uh… ’78 zeg maar. Vinnie
geeft een kleine, maar niet heel indrukwekkende drumsolo.
Ach, ze horen erbij, gelukkig juicht het publiek. Greggery
Peccary duikt op in Paroxysmal Splendor; een collage van
thema’s als Greggery, I’m a Beautiful Guy en Crew Slut
(respectievelijk op Studio Tan, You Are What You Is en
Joe’s Garage). Zappa leeft zich uit in een wat hakkerige
gitaarsolo. Crew Slut klinkt bijna als Canned Heat op
drift, maar het swingt lekker. Gelukkig zegt Zappa dat ze
doen alsof. Phew.
Iedereen is nu wel voldoende wakker om
Yo Mama te spelen. Een van de hoogtepunten op Sheik
Yerbouti en dat geldt ook voor deze uitvoering. In een wat
relaxte omgeving zet Zappa een meeslepende solo neer,
zoekend naar de juiste tonen en combinaties ontstaat er
iets onnavolgbaar spannends. Zappa is langzaam vaak op
zijn best.
Een kleine verrassing is Magic Fingers. Het is een van de
niet-klassieke stukken van 200 Motels die soms ‘vergeten’
worden. Louie Louie blijkt onder aanraking van de magische
vingers plotseling tot leven te komen.
Don’t Eat the Yellow Snow wordt door
deze 78-band schitterend uitgevoerd en ook nu weer is het
halverwege tijd voor audience participation. Zappa is in
zijn nopjes: "the dumber it is the more fun it is" In
ieder geval beter dan wat de Engelse bands brengen en
vragen of je je handen on de lucht wil zwaaien. Het duurt
even voordat iedereen staat en vervolgens moet iedereen de
pelsjager vertrappen. Zappa’s scherpe oog heeft allang
gezien dat veel dames in het publiek geen bh aanhebben en
met rondzwiepende borsten de pelsjager uitstekend kunnen
verjagen. Als dat gelukt is mag/moet iedereen weer gaan
zitten. Zappa krijgt er een kampgevoel bij. Wat wil je ook
met die losgeslagen dames. Ed heeft nogal wat moeten
verduren om zijn marimbastuk te kunnen spelen, maar het
gaat hem goed af. In Chicago wordt Rollo toegevoegd on The
Yellow Snow en dan is de show voorbij. Het publiek is
enthousiast en Zappa is daar erg blij mee en laat dat ook
weten. Hartverwarmend. Gelukkig zijn er twee toegiften:
Strictley Genteel; ooit een stuk voor orkest (200 Motels),
maar vaak de afsluiter van de avond.
Het allerlaatste nummer wordt
aangekondigd, ‘the big one’. Het publiek wil duidelijk
meer, maar Zappa stelt ze voor de keus één of géén. De
mensen in Chicago zijn gelukkig verstandige mensen, anders
hadden ze het hoogtepunt van de avond gemist. Black
Napkins. Altijd een prachtig stuk en ook hier zet Zappa
een koude rillingen versie neer. De mensen konden tevreden
naar huis en wij zijn meer dan tevreden met nummer 108;
een onverwacht sterke cd. |