14
juni 1991
officiële release - 56
1991 cd-versie
disc 1
1. Little Rubber Girl
2. Stick Together
3. My Guitar Wants To
Kill Your Mama
4. Willie The Pimp
5. Montana
6. Brown Moses
7. The Evil Prince
8. Approximate
9. Love Of My Life (Mudd
Club Version)
10. Let's Move To Cleveland
- Solos (1984)
11. You Call That Music?
12. Pound For A Brown -
Solos (1978)
13. The Black Page (1984)
14. Take Me Out To The Ball
Game
15. Filthy Habits
16. The Torture Never Stops
(Original Version)
disc 2
1. Church Chat
2. Stevie's Spanking
3. Outside Now
4. Disco Boy
5. Teen-Age Wind
6. Truck Driver Divorce
7. Florentine Pogen
8. Tiny Sick Tears
9. Smell My Beard
10. The Booger Man
11. Carolina Hard-Core
Ecstacy
12. Are You Upset?
13. Little Girl Of Mine
14. The Closer You Are
15. Johnny Darling
16. No, No Cherry
17. The Man From Utopia
18. Mary Lou
------------------------------------------------------------
at various points on these
discs you can hear:
Frank Zappa:
guitar, vocals
Ray White:
guitar, vocals
Ike Willis: guitar,
vocals
Steve Vai: guitar
Lowell George: guitar,
vocals, percussion
Mike Keneally: guitar
Warren Cuccurullo:
guitar
Denny Walley: slide
guitar, vocals
Bobby Martin:
keyboards, saxophone, vocals
Allan Zavod: keyboards
Tommy Mars: keyboards,
vocals
Don Preston: keyboards
George Duke:
keyboards, vocals
Peter Wolf: keyboards,
mini-moog solo
Mike Keneally:
synthesizer
Don Preston:
synthesizer
Captain Beefheart:
harmonica, vocals
Ian Underwood: alto
saxophone, clarinet
Paul Carman:
alto saxophone
Napoleon Murphy
Brock: tenor saxophone,
vocals
Bunk Gardner: tenor
saxophone
Albert Wing: tenor
saxophone
Archie Shepp: tenor
saxophone solo
Kurt McGettrick:
baritone saxophone
Motorhead Sherwood:
baritone saxophone
Buzz Gardner: trumpet
Walt Fowler: trumpet
Bruce Fowler: trombone
Scott Thunes:
bass
Arthur Barrow: bass
Roy Estrada: bass,
vocals
Tom Fowler: bass
Patrick O'Hearn: bass,
vocals
Ed Mann: percussion
Ruth Underwood:
percussion
Dave Samuels:
percussion, vibes
Chad Wackerman:
drums
Arthur Dyer Tripp
III: drums
Vinnie Colaiuta: drums
Jimmy Carl Black: drums
Chester Thompson: drums
Ralph Humphrey: drums
David Logeman: drums
Terry Bozzio: drums
|
InYou Can’t do That on
StageAnymore, vol. 4 was niet rood, maar blauw; een week
van tevoren voelde ik dat plotseling aankomen. Eerste
reactie na het bekijken van het boekje: Waar zijn Zappa’s
liner notes? Die leuke commentator langs de zijlijn? Ik
mis dat wel, dat luchtige gebabbel, want dat plaatst
sommige nummers in een heel ander stagelight. Consequent
zijn is moeilijk en ook al heb je geen zin, soms moeten
dingen gewoon gedaan. Beetje slordige aanpak zo; moeten we
weer alles zelf verzinnen of online opzoeken.
De muziek dan? Vol. 4 is hoofdzakelijk meer van hetzelfde:
the best of Zappa in swingend 1984-jasje. Vooral dat. Net
als met nummer drie krijgt ook deze set weer veel ruimte
voor de bands uit begin jaren tachtig. Ondanks dat is deze
set bij tijd en wijle een smakelijke, met soms verrassende
vulling.
Na een sekspopintro met gaten wordt de vakbond weer eens
onder vuur genomen. De gitaar die de moeder wil vermoorden
vanwege het te lange haar en Willie de pooier krijgen
allebei een nieuwe 84-jas, maar die oude was eigenlijk
best nog goed en zat beter.
De eerste verrassing is de wah-wah solo in Montana, de
tweede is de versie van de Evil Prince.
In de solo’s van Cleveland zit een onverwachte; die van
jazzcoryfee Archie Shepp. Shepp is van de vrije jazz, maar
komt hier niet echt van de grond. Misschien moest hij
wennen aan de drumslagen van Wackerman? Als Zavod zijn
vulkaansolo start lijkt de muziek plotseling wel te leven.
‘You Call that Music?’ is experimenteel werk uit de
beginjaren, gelukkig weer eens wat anders. Dave Samuels,
niet meteen een Mothers-lid is gastsolist op de vibrafoon,
al valt zijn bijdrage wat weg.
Absoluut hoogtepunt van cd1 zijn de twee laatste tracks:
Filthy Habits en The Torture Never Stops. De eerste
vanwege de blazersarrangementen en het daardoor nog
dreigendere en meeslependere thema, de tweede omdat dit de
originele versie is, opgenomen in Austin, Texas mét de
Captain. Eigenlijk was dit stuk bedoeld voor Bongo Fury,
maar Zappa vond het toen te zwak. Nou, ik ben er maar wat
blij mee.
Disc twee suddert een tijdje op een laag pitje met af en
toe wat toegevoegde kruiden, zoals de solo van Steve Vai
in zijn ‘Spanking’.
Echt leuk wordt het met Tiny Sick Tears en aansluitende
nummers, al had Carolina niet gehoeven, maar de doo-wop
medley uit 1969, daarna overgaand in 82 en 84, is toch wel
'swell'.
You Can’t do That on StageAnymore, vol. 4 heeft iets meer
afwisseling dan nummer vol. 3, maar blijft ook een beetje
hangen in het vroege jaren tachtig gebeuren. Ik begon
indertijd een beetje te vrezen voor de rest van de serie,
maar gelukkig maken nummer 5 en 6 de reeks helemaal goed.
|