30
januari 2014
officiële release - 98
2014 / 2017 cd-versie
1. Phyniox ( Take 1)
2. T’Mershi Duween
3. Reeny Ra
4. “Who Do You Think You Are”
5. “Slack ‘Em All Down”
6. Honey, Don’t You Want A Man Like Me?
7. The Illinois Enema Bandit
8. Sleep Dirt - In Rehearsal
9. Black Napkins
10. Take Your Clothes Off When You Dance
11. Denny & Froggy Relate
12. “Choose Your Foot”
13. Any Downers?
14. Phyniox ( Take 2)
15. “I Heard A Note!”
------------------------------------------------------------
Frank Zappa: guitar, vocals
Napoleon Murphy Brock: keyboards,
sax, and vocals
Robert "Frog" Camarena: guitar and
vocals
Denny Walley: slide guitar and
vocals
Novi Novog: viola and vocals
Roy Estrada: bass and vocals
Terry Bozzio: drums and voice
|
Van augustus 1975 tot
december van het jaar probeerde Zappa om vrouwen in zijn
band te krijgen. Eerst Novi Novog, vervolgens Norma Jean
Bell en tot slot Bianca Odin. Ze vertrokken allemaal weer,
maar om verschillende redenen. Van Bell en Odin zijn
inmiddels al cd’s verschenen: Joe’s Menage en Philly ’76.
Nu is het de beurt aan Novi Novog; een dame die Zappa al
langer kende, namelijk uit de Grand Wazoo-periode.
De band - even een situatieschets -
moeten we plaatsen ná de band met Captain Beefheart in de
gelederen; de Bongo Fury band dus en vóór de band met
Norma Jean Bell met daarin Brock, Lewis, Bozzio en
Estrada. Wat er aan het eind van de zomer gebeurd is, is
niet bekend. Questions? Immer wieder die Fragen -, wel dat
de groep waar het hier om draait nooit 'on the road' is
geweest, maar dan wel weer een fotoshoot heeft gehad in
diverse standjes, waarmee nu gesuggereerd wordt dat de
verhoudingen goed waren. Novi Novog waagde het zelfs in
tuinbroek te verschijnen; dat waren nog eens
(mode-)tijden.
In het boekje (nou ja boekje, het is
meer een bijsluiter) is sprake van ‘record company logos’,
maar die zijn hier maar weggelaten, niet iedereen zit
immers te wachten op die ‘Discreet’-logo’s van
zakenpartner ‘hij die niet genoemd mag worden’ (dank
Voldemort). Als ik het dan toch heb over die bijsluiter,
wat staat er eigenlijk weinig in. Geen trivialia en andere
voor fans belangrijke zaken, maar wel data van publicatie
van de tracks. Liever had ik gewoon gezien dat ze in juli
1975 waren opgenomen en ook door en met wie. André Lewis
wordt dan wel ‘speciaal’ vermeld, maar hij doet niet eens
mee, hij kwam na Novog in de band. Volgens het verhaal
verliet Novog de band, omdat ze een platencontract kreeg
voor haar eigen band.
Napoleon M. Brock speelt op deze cd
alle keyboardpartijen; hij was op dat moment de enige die
dat kon. Hij leerde als een ijverige leerling, de baas was
er blij mee, maar het beviel hemzelf niet zo. Napoleon was
- en is - immers een man voorop het podium en niet
verstopt achter bakken met toetsen. “But all of the keys
that you hear on this CD, are being played by me”, aldus
de heer Brock. (met dank aan Tim). Later speelde André
Lewis, afkomstig uit de Motown-hoek (Rick James/the
Temptations) een keertje mee, waarop Zappa zag dat het
allemaal anders moest.
De relatief korte Camouflage bijt het
spits af met het liedje Phyniox (take one), dat een Uncle
Meat-achtig intro heeft, maar dan maakt de gitaarsolo de
sprong naar 75. T’Mershi Duween klinkt hier bijna als een
folkloristisch werk, zeker door de vioolpartij.
Reeny Ra, prachtige naam, is misschien
wel dé verrassing van de cd, al was het vanwege de bijna
kinderlijke zangkunsten. Maar als het thema wordt
neergezet zijn we meteen terug bij Zappa's Universe; de
diverse muzikanten buitelen bijna over elkaar heen in hun
deviante maatsoorten: “Hoi Hoi Reena Ra tètètè” en dan
volgt een mooie gitaarsolo.
Plotseling lopen er allemaal kinderen
in beeld en wordt duidelijk dat alle tracks tussen haakjes
(“”) kletstracks zijn. Ach, in het kader van het
antropologisch onderzoek best leuk.‘Liefje, wil je geen
man zoals ik’, is dit keer een echte swamp-blues versie,
de gitaar ploegt door het moeras, maar de vocalen klinken
uit het dal in de verte. Deze versie had zo op Bongo Fury
kunnen staan en in een uitvoering van de Captain. Ook de
Illinois Enema bandiet doet het dit keer met de blues; het
is een rustige versie en heeft nog helemaal niets van de
opgefokte versies die we later zouden krijgen. Aan het
eind krijgen we nog zangles ook.
Sleep Dirt is mooi, maar te kort en
dan komt het hoogtepunt van de cd: Black Napkins. Sowieso
al een prachtig nummer, altijd, hoe dan ook, maar deze
versie doet meteen een gooi naar een plek in de top vijf.
Opvallend – en dat geldt voor deze hele cd – zijn de
baspartijen van Roy Estrada. Hij heeft heel wat meer in
zijn basmars dan men zou denken en is allang het niveau
van de oude Mothers platen ontstegen. Dat moest ook maar
eens gezegd worden. Jammer dat hij later op het verkeerde
kinderkopjespad terecht gekomen is. Novi mag zich
eindelijk eens goed uitleven in een solo en doet dat met
passie en verve; al komt haar strijkstok net boven Zappa’s
schouders uit. Die neemt het stokje over en dan gaat de
‘Party pas richtig loos’.
Na alle emotie mogen we zingen en
dansen en in ons blootje gaan vrijen in een versie die
doet denken aan die van L. Shankar jaren later. Zappa had
best iets met ‘strings’. Any Downers is de volgende
Mystery Question die opdoemt. Het is een mooie, relaxte
versie met regelmatige gitaaruitspattingen. Bijna rond
sluiten we de cd af met Phyniox Opname Twee, een iets
langere versie met gitaarsolo en basgeweld. “I heard a
note” is het echte eind met nauwelijks te verstane
interactie, behalve de laatste zin die meteen dan ook de
titel van het stuk is geworden. Ik hoorde inderdaad ook
een noot, wel meer dan één.
Joe’s Camouflage is een mooi
aanvulling in de serie, vooral omdat hier een doorgaans
totaal onbekend samengestelde groep speelt. De hangende
Big Mystery Question, wat is er toch gebeurd na die drie
weken? Maar dat is een goed gecamoufleerd verhaal en dat
verklaart de titel van de cd voor leken en andere
belangstellenden. Toch maar vaak luisteren, dan wordt het
misschien wel duidelijk. Reena Ra tètètè...
|