Bochtige regenboog

Het is een filosofische vraag: kun je lucht buigen? Terry Riley dacht van wel, hij zag er zelfs regenbogen in. De Engelse band Curved Air dacht het ook en boog de lucht met de trillingen van een mix van muziekstijlen, folk, rock en klassiek. Soms ontstond er inderdaad een regenboog.
Curved Air had in 1971 een Top10 hit met ‘Back Street Luv’, maar het was niet bepaald een groep voor singles.
Darryl Way en Francis Monkman begonnen de band, maar beide verdwenen na enige tijd. De constante factor in Curved Air bleek zangeres Sonja Kristina; een zangeres die letterlijk steeds meer van zichzelf liet zien.
Curved Air is een groep met veel her- en doorstarts. De band bestaat nog steeds, maar de beginperiode, van 1970 tot 1973 is door de aanpak, het nieuwe en de subtiliteit het meest boeiend. Daarna wordt de groep meer en meer een ‘gewone’ rockband. Tijd voor een verhaal, zet de airco maar vast aan.
Eind jaren zestig staat Darryl Way (1948- /viool, piano) op een
elektrische viool te spelen in de koopjeswinkel van Orange. Orange -
voluit: Orange Music Electronic Company - is het gezichtsbepalende
merk voor versterkers en speakers. Hun apparatuur met knaloranje
randen was op menig podium te vinden. Francis Monkman (1949-
/keyboards, gitaar) was in dezelfde winkel en werd gefascineerd door
wat hij zag en hoorde. Hij sprak Way aan en al snel was duidelijk dat
hier twee muziekgenoten elkaar getroffen hadden. Way was student aan
het Dartington College en aan The Royal Collage of Music, Monkman
studeerde aan de Royal Academy of Music. De vele overeenkomsten waren
aanleiding tot het beginnen van een band. Ze vragen Nick Simon
(?/piano), Rob Martin (?/bas) en Florian Pilkington-Miksa (1950-
/drums) erbij en noemen de groep: Sisyphus (1969). Een opvallende en
weinig voor de hand liggende naam die komt uit de Griekse mythologie.
Sisyphos, de koning van Korinthe, was een meester in list en bedrog,
deed alles wat niet mocht en werd uiteindelijk veroordeeld om een
zwaar rotsblok een steile berg op te duwen. Dat viel vanaf de top weer
naar beneden, waarop hij opnieuw moest beginnen tot in het oneindige.
De uitdrukking: ‘sisyphus-arbeid’ komt hier ook vandaan: hard werken
om daarmee uiteindelijk niets te bereiken, zinloos werk. Kortom, een
vreemde naam voor een groep, maar geschiedkundig gezien goed gekozen,
want het was de basis voor Curved Air en die begon, net als Sisyphus,
telkens weer opnieuw en opnieuw en opnieuw…
Redelijk nieuw, althans voor de periode en de stroming in de muziek,
is het gebruik van een viool. Die kwam in de pop of rock bijna niet
voor. Andere groepen die een violist hadden waren It’s a Beautiful
Day, The United States of America en natuurlijk – wie kende die hoes
niet met daarop violist Jerry Goodman – The Flock. In Engeland had je
de wat minder bekende East of Eden en Hight Tide. Uit de jazzhoek
kennen we Jean-Luc Ponty. In eigen land kan ik me niet een rockband
herinneren met viool, de klassieke band bij uitstek, Ekseption,
gebruikte blazers. Way gebruikte de elektrische viool ook nog met hulp
van effect-pedalen om een vervreemdend effect te bereiken.
Met Sisyphus ging het aanvankelijk goed. Er werd veel muziek bedacht,
meestal en mix van klassiek, rock en folk. Veel daarvan zou later op
het eerste album van Curved Air terecht komen. Sisyphus maakte zo’n
indruk dat ze gevraagd werden om live de muziek te verzorgen bij ‘Who
the Murderer Was’, een toneelstuk dat uitgevoerd werd in Notting
Hill’s Mercury Theatre.
Sisyphus had op dat moment een gedreven manager, Mark Hanau. Hanau
vond dat er iets ontbrak aan de groep, een zangeres. Hij wist er een,
iemand die hij gehoord en gezien in de voorstelling van de musical
Hair, Sonja Kristina (1949- /zang). Kristina had in 1968 zelfs een
Hair-gerelateerde single gemaakt: ‘Let the Sunshine In/ Frank Mills’
(1968). Begin 1970 werd Kristina gevraagd eens naar de muziek van
Sisyphus te luisteren. Ze was onder de indruk en besloot in te gaan op
het verzoek van de groep/manager om zangeres van de band te worden.
Kristina hield van folk en de muziek van Dusty Springfield en Sandy
Denny. Ze had al wat eigen werk geschreven, zoals de song ‘Melinda’,
over een verslaafde vriendin, een danseres en de song ‘Elfin Boy’. Ze
zouden later opduiken op de albums van Curved Air.
In dezelfde tijd dat Kristina kwam verliet Simon de groep, dat ging
nogal stilletjes. Met Kristina in de groep werd de naam veranderd in
Curved Air. Misschien geïnspireerd op Terry Riley’s album ‘A Rainbow
in Curved Air’ (1969)? Als je ‘de hoes van Curved Air’s tweede album,
‘Second Album’ (1971) bekijkt zou je zeggen van wel. Er werd altijd
wat vaag over gedaan, maar feit was dat Monkman een liefhebber van de
muziek van Riley was.
De muziek van de groep beviel goed, zowel bij bezoekers als de pers.
Daardoor werd Curved Air meer en meer gevraagd, om na enige tijd
terecht te komen in het voorprogramma van Black Sabbath met hun
tournee door Engeland. Bijzonder was dat Curved Air al een eigen
technicus meenam, Shaun Davies, waardoor hun geluid steeds goed klonk.
Shaun’s vader, Guy, was een handige man, hij bouwde elektrische
violen. Niet van hout, maar van perspex. Sommigen zullen het model
kennen van violist Eddie Jobson (1955- / viool/later in Curved Air,
maar ook bij Roxy Music, Jethro Tull, Frank Zappa en UK), maar Darryl
Way bespeelde die nu al in Curved Air. Hij was met dat bijzondere
instrument samen met Kristina de publiekstrekker van de band.
Er werd zelfs zoveel gesproken over Curved Air dat de
platenmaatschappijen in de rij stonden. Warner Bros ging er met de
winst vandoor en bood de groep honderdduizend Engelse Pond, een voor
die tijd ongekend hoog bedrag, om het eerste album te maken: ‘Air
Conditioning’ (1970). Soms werd het ook ‘Airconditioning’ genoemd. Hoe
dan ook, op elke lp-kant stonden vijf nummers, de meeste gecomponeerd
door Way, Monkman, een enkele door Kristina (dan Kristina-Linwood) en
Martin.
‘It Happened Today/What Happens When You Blow Yourself Up’ werd de
eerste single en had een bescheiden succes. De single kwam terecht bij
BBC’s John Peel die in zijn programma ruim baan voor de band maakte en
ze enkele live-optredens in zijn programma aanbod.
Live bleek de track ‘Vivaldi’ van Way een succesnummer; Way kon dan
lekker uitpakken met zijn viool en passant ook nog wat klassiek over
het poppubliek uitstrooien.
‘Air Conditioning’ kwam tot de achtste plek in de Engelse albumlijst
en had een wereldprimeur van een andere orde: het was de eerste
‘picture-disc’ (afbeelding in het vinyl) ooit. Over die afbeelding,
het is een soort mandala. Kijk eens goed en dan nog eens naar
‘Lovechild’ (1990), in feite het laatste album van de eerste serie.
Dan mag je wel spreken over een afgeronde cyclus en een mooi einde
voor dit verhaal in ieder geval.
Rob Martin kreeg last van zijn hand en kon daardoor langere tijd geen basgitaar meer spelen, hij werd vervangen door Ian Eyre (?/basgitaar). Achter de schermen was de lucht flink in beweging, het stormde zelfs. Oprichters Way en Monkman verschilden nogal van mening over de te volgen koers. Van een echte samenwerking was geen sprake meer, ieder voor zich. Dat werd heel duidelijk op het tweede album, simpelweg ‘Second Album’ (1971) genoemd. Als je naar de credits kijkt zie je dat de songs op lp-kant A van Way zijn, met teksten van Kristina-Linwood, die op kant B alleen van Monkman. Monkman wilde een soort epische verhaal schrijven. Dat werd het bijna dertien minuten durende ‘Piece of Mind’. Way en Kristina-Linwood hielden het beknopter. Misschien was het voor Monkman wrang te ontdekken dat hun compositie en single ‘Back Street Luv/Everdance’ (1971) een regelrechte hit werd. Nummer vier in Engeland, maar ook in andere Europese landen. Daardoor verkocht het album ook goed, elfde plek in UK-lp-lijst. Curved Air stond op de muzikale kaart.
De tekst van ‘Back Street Luv’ is van Kristina, een waar gebeurd
verhaal. In haar tienertijd sprak ze vaak in achteraf straatjes af met
een man. Ze spijbelde van school om hem te zien, maar hij bleek een
destructief figuur.
Van de tweede single, ‘Sarah’s Concern/Phantasmagoria’ (1971), is de
A-kant een niet lp-gerelateerde song. Die werd het niet, net als de
meeste andere singles van de band overigens. ‘Back Street Luv’ heeft
een mooie, donkere ondertoon, de titel alleen al, waardoor het nummer
bleef hangen. Het was mijn kennismaking met Curved Air en die knappe
zangeres (ja, je bent jong en naïef, etc.).
De ‘vreemde, elektronische geluiden op ‘Second Album’ kwamen van de E.M.S.-synthesizers, een Engels maaksel van Peter Zinovieff. De E.M.S. zou al snel gebruikt worden door Pink Floyd, Tangerine Dream, Klaus Schulze, E.L.P. om er een paar te noemen. Op ‘Second Album’ zorgt Zinovieff hoogstpersoonlijk voor de synthetische geluiden.
Door de single en het erop volgende succes trok Curved Air naar het
land der beloften, Amerika. Ze speelden in voorprogramma’s van Jethro
Tull en Free. Het ‘on the road’ zijn ging Pilkington-Miksa niet in
zijn koude kleren zitten. Hij werd ziek en moest voor een periode
vervangen worden. Zijn invaller werd Barry de Souza (?/drums). In deze
bezetting werd de groep opgenomen voor dat toen in mijn ogen en oren
beste muziek-tv-programma Beat Club. Let ook even op de Orange
versterkers, oh ja, en die presentatrice natuurlijk. Ja, ja, jong
enzo.
Zoals Monty Python al zei: “… and for now something completely
different.” Eind 1971 stond Kristina- Linwood met Soft Machine, The
Faces en Mark Bolan in een kerstshow voor de BBC. Anders is dat wel.
De schifting der geesten zette zich door op het derde album:
‘Phantasmagoria’ (1972). Net als op ‘Second Album’ was de oude lp-kant
A het werk van vooral Way en Kristina-Linwood, kant B van Monkman.
Kristina vertelde dat er essentiële verschillen tussen de twee heren.
Way, de gedisciplineerde met een perfect schema, Monkman de man van
improvisaties en toevalligheden. Het zou mooi samen kunnen gaan, maar
in praktijk bleek dat zo lastig dat ze afzonderlijk bleven werken.
Daarbij kwam nog dat bijna iedereen, maar Monkman in het bijzonder,
last had van burn-out verschijnselen. Monkman kon slecht tegen harde
geluiden en droeg zelf oordoppen als hij met de Metro moest.
Op ‘Phantasmagoria’ speelt Mike Wedgwood (1950- /basgitaar, zang) de
baspartij; Eyre had de groep verlaten. Het album zou je kunnen zien
als een sprookjesalbum, ontleend aan het verhaal van Lewis Carroll.
Maar of die waterpijp rokende figuur nu symbool staat voor het verhaal
of de psychedelica laat de hoes in het midden.
Er werden kosten nog moeite gespaard, Warner Bros pakte flink uit met
een budget voor talrijke gastmusici, vooral blazers en
percussiespelers. Ook keerde het typische geluid van de E.M.S. Synthi
100 op het album terug, niet zozeer als een effectapparaat, maar als
een ‘tweede stem’ onder en met het geluid van Kristina.
De stukken ‘Marie-Antoinette’ en ‘Melinda’ bleken het live goed te
doen. Het album werd gezien als een van de beste van Curved Air, maar
ondanks dat kwam het niet verder dan een twintigste plek op de
lp-lijsten. Als reden daarvoor werd door Warner Bros aangegeven dat de
nieuwe single ‘Sarah’s Concern/Phantasmagoria’ voor het grote publiek
in nevelen gehuld bleef.
De burnouts, het gebrek aan echt succes, het speelde zo op dat de
band er na ‘Phantasmagoria’ mee ophield. Way begon een eigen band,
Wolf, Monkman dook op in Sky en Pilkington-Mesa werd drummer van Kiki
Dee. Bleef over Sonja Kristina. Ze ging aan de slag als verkoopster en
fotomodel, maar de muziek trok haar het meest. Ze dacht na over een
eigen band, maar na het bespreken van haar plannen hoorde ze van de
manager dat zij de naam Curved Air ‘gewoon’ mocht gebruiken. Dat deed
ze inderdaad, zelfs met goedkeuring van de oude makkers.
Ze kon goed opschieten met Wedgwood, samen met hem zette ze Curved Air
opnieuw op: gitaar; Graham ‘Kirby’ Gregory (1950- /gitaar); drums: Jim
Russell (?/drums) en op viool de dan zeventienjarige Eddie Jobson
(1955- /viool, keyboards, synthesizers). Jobson was een oude bekende
van de groep, hij had met zijn band Fat Grapple in het voorprogramma
van Curved Air gespeeld.
Door de viool bleef de binding met de vorige versie, maar, eerlijk
gezegd, klonk deze buiging van lucht toch net even anders, veel meer
het accent op rock, dan de mix van rock, klassiek en folk. Kristina:
“What I wanted to do with the band at the time was get more of a rock
edge to it, and Kirby's guitar playing really excited me – he was just
really wild. And Jim was the same way, a very solid rock drummer. Mike
and I really wanted to continue, and it was our manager Clifford Davis
who said we would do a better business continuing to call the band
Curved Air. So we kept the name and followed along the same pattern as
before, as a writer's band. Everybody in the new band contributed
material.”
Nu valt dat laatste wel mee. Als je kijkt naar wie wat gecomponeerd
heeft op ‘Air Cut’ (1973) zie je dat Kristina (nu onder eigen naam)
vier van de acht nummers op haar naam heeft staan, Wedgwood twee en
Kirby een en een ander samen met Kristina. Het achtste nummer is een
‘traditional’. Nieuwe band, nieuw muziek, maar geen nieuw succes. Het
album kwam niet in een lp-hitlijst voor. Blijkbaar was de rockvariant
toch niet de gewenste ingang. Ik denk dat het meer komt door het meer
eenduidige karakter van de muziek en het gebruik aan subtiliteit en
speelsheid.
De groep bestond niet lang. Al vrij snel werd Jobson gevraagd voor Roxy Music. Gregory en Russell begonnen een eigen band, Stretch. Die hadden een Top20 hit met hun – toen een van mijn favoriete singles ‘Why Did You Do It?’ (1975). De naam ‘Stretch’ komt voor de bekenden met Curved Air bekend voor, het is een van de nummer op het allereerste album ‘Air Conditioning’. Wedgwood ging naar Caravan. Bleef opnieuw over Kristina. Ze had nog wat opnamen liggen voor een nieuw album, maar Warner Bros beëindigde wegens gebrek aan succes het contract. De opnames verhuisden naar de bekende plank, maar kwamen later alsnog, in eerste instantie illegaal, terecht op een album: ‘Lovechild’ (1990). Opnieuw: einde Curved Air.
Echter, de belasting dacht daar anders over, er kwam een enorme rekening die betaald moest worden. Noodgedwongen werd Curved Air opnieuw opgezet (1974). Het leek wel een reünie: Kristina, Way, Monkman én Pilkington-Miksa. Enige nieuwe lid was Philip Kohn (?/basgitaar). Curved Air was terug met een drie weken durende tournee door Engeland. Die leverde net genoeg op om de belastingaanslag te betalen. Bijkomend voordeel was dat een verslag van de tournee vastgelegd werd in het eerste live-album van de band: ‘Live’ (1975). Op het album staan ‘successen’ als ‘It Happened Today’; Marie Antoinette’; ‘Back Street Luv’ en ‘Vivaldi’. Voor de fans die alleen bekend waren met het lp-werk was het even schrikken, want wat was er met Sonja’s stem? Ze klonk anders… ruiger, harder, soms zelfs ’over the top’. Later verklaarde ze dat ze net gescheiden was van haar man en alle emoties live eruit gooide. Sommigen vonden dit haar beste versie. Ik mis toch wel het zachte, de subtiliteit en die mooie, donkere ondertoon. Het was trouwens niet alleen de stem die anders was, Kristina manifesteerde zich meer en meer als sekssymbool met steeds minder en vaak weinig verhullende kleding als een tanga en verenpak. Haar recente werk in de London Playboy Club had aan haar vroegere terughoudendheid een eind gemaakt.
Na de belastingtournee viel de groep opnieuw uiteen. Dit keer bleven Way en Kristina over. Kristina werd teruggevraagd voor haar oude rol in de musical Hair, maar of dat het nu was? De nieuwe manager, die ook de afgelopen tournee had geregeld, Miles Copeland, wist wel een goede drummer, zijn broer, Stewart (1952- /drums). Die laatste kennen we nu vooral van The Police. Way was voor de reünie bezig met een eigen band, met een nogal wilde naam: Stark Naked and the Car Thieves. Uit die groep had hij bassist Kohn meegenomen, nu kwam ook gitarist Mick Jacques (?/gitaar) in Curved Air. Miles Copeland bleef manager en contracteerde de groep meteen maar voor zijn eigen BTM Records. Deze versie van Curved Air deed een succesvolle tournee. Tijd voor een album dan maar?
Dat werd dan: ‘Midnight Wire’ (1975). Bassist Kohn blijkt
vertrokken, zijn plek werd ingevuld door John Perry, een gastmuzikant,
bekend van Caravan en Quantum Jump, de groep met Rupert Hine. Tweede
gast op het album is Peter Wood (keyboards). Wood zouden we nu kunnen
kennen als medeschrijver van Al Stewart’s hitsingle ‘In the Year of
the Cat’ (1976). Een onverwachte bijdrage is die van de blinde
gitarist José Feliciano.
‘Midnight Wire’ is vooral geschreven door Way, de meeste teksten door
Norma Tager. Tager, een oudere dame, was een goede vriendin van
Kristina. Tager had Kristina door haar scheidingsmisere geholpen en
bleek goede teksten te kunnen schrijven. Er was meer geluk in de band:
Stewart Copeland en Kristina werden op slag verliefd. Ze trouwden in
1982 en bleven daarna acht jaar bij elkaar.
Minder succes was er voor het album. Je zou, met Way in de gelederen,
verwachten dat het geluid meer richting de eerste Curved Air zou gaan,
maar dat was niet het geval; ‘Rock rules’ en die rock werd eerder iets
heavier dan klassieker. Misschien kwam het door de producers? Ron en
Howard Albert hadden eerder gewerkt met The Allman Brothers Band,
Stephen Stills en Eric Clapton. Het opnemen kostte veel tijd, moeite
en dus geld. Het liep allemaal niet makkelijk, er waren talloze
conflicten tussen de producers en de band. Er schijnen oude opnames te
zijn die volgens Kristina beter zijn, maar waar?
Je voelt het gezien de moeilijkheidsgraad al aankomen, het gaat voor de zoveelste keer niet goed. Het rommelt en rammelt, bovendien kan BTM niet voldoende geld in de groep kan steken. Maar volgens contract moet er nog wel een album afgeleverd worden: ‘Airborne’ (1976). Het is een album met Way, Reeves, Copeland, Jacques en Kristina, aangevuld met een zestal gastmusici: Robin Lumley (piano/Brand X); Alan Skidmore (sax/o.a. Soft Machine); Henry Lowther (trompet/Mike Westbrook; Manfred Mann; Keef Hartley); Frank Ricotti (congas); Jack Emblow (accordeon) en Bob Sargeant (orgel). De meeste composities zijn van Way, maar ook de rest van de band draagt nu bij. Ondanks het gerommel is het een sterk album, “onderschat”, is zo’n beetje de mening van de critici. Maar als je dit nu vergelijkt met de oudere albums is deze Curved Air een andere band. Op de cd-versie staat een gepast bonusnummer: ‘Baby Please Don’t Go’. Het was, met op de B-kant, Broken Lady’ (1976) de laatste single. De titels spreken voor zich toch?
Na het album valt de groep opnieuw en nu definitief uit elkaar. Way gaat, net als Kristina, solo. Way speelt in groepen als Jethro Tull, Gong en met Marianne Faithfull. Kristina gaat solo als Sonja Kristina’s Escape. Copeland vertrekt om met Gordon Sumner en Andy Summers The Police te beginnen. De net uit Greenslade als basgitarist aangetrokken Tony Reeves (1943- /basgitaar) gaat samen met drummer Jacques naar Big Chief.
Vier jaar na ‘Airborne’ komt er een kleine toegift in de vorm van ‘Lovechild’ (1990). Het is een studioalbum met resttracks, stukken die al opgenomen waren na de reünie, maar toen op de plank gelegd waren en stukken van de meest recente groep. Het is in die zin een verzamelalbum met uiteenlopende musici als Jobson, Pilkington-Miksa, Wedgwood, Gregory en minder prominenten als Thordur Arnason (gitaar), Jim Russell (drums) en John O’Hara (keyboards). Eigenlijk was ‘Love Child’ een bootleg, want niemand had toestemming gegeven het uit te brengen, niemand profiteerde ervan en niemand kreeg betaald. In 2011 kocht Repertoire Records de rechten van Warner Bros en bracht het album, nu met toestemming en de gebruikelijke vergoeding, opnieuw uit, maar alleen op cd. Love Child’ maakt de cirkel rond, zelfs het hoesontwerp is identiek aan dat van het eerste album, de voor- en achterzijde van de hoes ‘Air Conditioning’ over elkaar geprojecteerd als het ware.
Mijn verhaal over Curved Air houdt met deze afronding hier op. De
band uiteindelijk niet. In 1988 is er een korte tournee onder de naam
Curved Air, met daarin alleen Way en Kristina als ex-leden. In 1995
verschijnt ‘Live at the BBC’ met opnames uit diverse periodes van de
groep. ‘Alive 90’ is een verslag van een reünie-concert op 23
september 1990 met de meeste leden, Kristina, Way, Monkman en
Pilkington-Mesa, van het eerste uur. De liedjes zijn bekend en komen
zonder uitzondering van de eerste drie albums. Een andere reeks
concerten met Monkman, Pilkington-Miksa en Martin werden uitgebracht
als een Monkman soloalbum.
Vanaf 2008 treedt de groep opnieuw op in wisselende bezettingen en
brengt in hetzelfde jaar ‘Reborn’ (2008) uit, een cd met bewerkingen
van oude nummers. Vanaf 2012 komt er regelmatig een nieuw album uit.
In januari 2021 worden de albums tussen 1970 en 1973 opnieuw
uitgebracht in een doosje met een tekstboekje. Destijds was dit
vernieuwende muziek, anders door de viool, de stem van Kristina, de
kleuren van de klanken. Dan merk en hoor je toch wel: in het oog van
de storm ligt het hart van de band. Dit is waar de groep subtiel lucht
ging buigen en op sommige plekken een regenboog ontstond, maar al met
al wel een bochtige.